Peuters en kleuters

Bette Westera, Barbara De Wolf (ill.): Mijn zusje achter het behang

door Jan Van Coillie

3+ - Mijn zusje achter het behang is niet de eerste bundel met kindergedichten over bijzondere of bizarre familieleden. Onder meer Mensje van Keulen beoefende het genre met succes in Snottebel Lies en andere portretten (Querido, 1994). Ook Annie M.G. Schmidt, Bette Westera's grote voorbeeld, had een boontje voor 'familiepoëzie'. Vooral tantes droegen haar voorkeur weg: tante Trui en tante Toosje, tante Mathilde, tante Marijke, tante To, tante Helene, tante Fem... Verder dichtte ze ook over een nicht in Maastricht, de opa van mijn opa enz.  
 
De invloed van Schmidt is ook merkbaar in andere motieven. Westera's tante Adelheid, die een volledig huis met inboedel en zelfs een man breit, doet denken aan Schmidts juffrouw Van Lije uit Altijd maar breien of tante Fem uit Breien in de tram. Het vervelende, stoute kind in Mijn zusje achter het behang had ook bij Schmidt kunnen voorkomen, net als het kleine broertje in Waar is de brand.  
 
Het begin van het gedicht over tante Trees ("Moet je horen, moet je horen / tante Trees is vastgevroren") verwijst dan weer naar de beginregels van 'De oren van koning Maggelhaan' ("Moet je horen! Moet je horen! / Koning Maggelhaan z'n oren.") Opvallend zijn ook de oren van Westera's wonderkind: "Ik was een wonderkind met iets te grote oren. / Ik kon mijn naam al schrijven voor ik was geboren." Net als Schmidt schrijft Westera lange, verhalende gedichten op rijm, vol humor en fantasie: op vakantie trekt vader zelf de caravan, oma maakt toverthee met ballen, opa is een supergoede leeuwentemmer, de andere opa is piraat en tante Nel is zelfs een geest. Heerlijk is de familieacrobatie in 'En toch is het waar': "Dus was zijn vrouw nu ook de moeder / van zijn moeder, ga maar na. / En niet alleen zijn vrouw, / maar ook zijn eigen grootmama. / Dan was hij dus haar kleinkind / dat ligt zo in de lijn. / Waaruit volgt dat neef Guillaume / zijn eigen grootpapa moet zijn."
 
De collages van Barbara de Wolf laten familieportretten zien op van dat oude, bebloemde behangselpapier in zachte pasteltinten. Daarbij speelt de illustratrice met de omkadering: zo tekent het wonderkind vanuit haar kader op de lijst. Bij de bundel steekt een cd, waarop Bette Westera en anderen (zowel kinderen als volwassenen) de teksten zingen. De muziek is heel gevarieerd en meestal goed aangepast aan de teksten. 'Ontzettend stoer', over de stoere broer, wordt gezongen op een stevige rock, het liedje over Opa Wegpiraat heeft een jazzy ritme, en 'Daar komt de bruid' huppelt vrolijk. Wie Schmidts musicals kent, herkent opnieuw veel verwijzingen. Alles samen is Mijn zusje achter het behang een vrolijk eerbetoon aan de koningin van het Nederlandse kindervers.
 
Bette Westera, Barbara De Wolf: Mijn zusje achter het behang, De Fontein, Baarn, 2008, 32 p. : ill. ISBN 9789026124716
 
Oorspronkelijk verschenen in De Leeswelp 

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri