12+ - Een nieuwe Moeyaert, dat is een gebeurtenis. Er zijn zelfs
twee nieuwe Moeyaerts, want vlak voor dit jeugdboek verscheen een bundeling van
theaterteksten We waren klaar, met
beelden van Isabelle Vandenabeele. Reden voor De Morgen (26.09.18) voor een stevig te interview. Volgens Moeyaert
is hij zélf ook nieuw, verlost van de ballast van het belang van (gebrek aan)
waardering als schrijver, met meer nadruk op waar hij zelf blij van wordt.
Maar zijn nieuwe boek is een in meerdere opzichten ‘oude’ Moeyaert.
Een fijne, kleine roman, met korte hoofdstukken, stilistisch en structureel
verzorgd, met een voor hem typerende, weerbarstige hoofdpersoon: een type dat
de wereld bekijkt vanuit een figuurlijke en letterlijke schuilplaats, met een
kritische blik op de wereld van de volwassenen. Ook in deze roman lijkt de
grote maatschappij slechts terzijde aanwezig, en draait het om een individueel
leven en het zorgvuldig analyseren van relaties, waarin vervreemding en een
zekere uitzichtloosheid op de loer liggen.
Bianca, de 12-jarige ik-figuur, heeft van haar vader het
etiket onhandelbaar opgeplakt gekregen, dat krijgt ze te horen van haar moeder.
Het is vrijdag, dus ze gaat het weekend naar haar vader en ‘zijn’ Cruz, zijn
vriendin. Haar vader zou haar het liefst niet meer elke week hebben, gezien die
onhandelbaarheid. Bianca vindt zichzelf eerder een beetje lastig, of inderdaad iemand
met een gebruiksaanwijzing (etiket van haar moeder).
Er ligt niet zo’n prettige periode achter haar. Haar vader
is vertrokken naar een soort commune, waar Bianca zich onvrij voelt. Haar negenjarige
broertje Alan krijgt een heleboel aandacht. Door problemen met zijn hart heeft
hij soms zuurstofgebrek en hij is erg onrustig. Als Bianca het even niet meer
uithoudt, gaat ze zogenaamd wandelen, maar dat is niet veel meer dan achterom
naar haar geheime schuilplaats lopen en van daaruit fantaseren en/of de boel
bespieden.
Een opmerking van haar moeder
dat er straks iemand komt die zij heel leuk vindt, lijkt bij Bianca niet binnen
te komen. Maar dat is wel zo, ze is behoorlijk nieuwsgierig. De moeder van
Alans speelvriendje (Jazz, ‘Zijn naam duurt drie seconden’) blijkt de populaire
soapactrice Billie King uit de serie Hier
bij ons te zijn, van wie Bianca een enorme fan is. De komst van Billie
zorgt voor een verandering ten goede van Bianca, die zich overigens voorstelt
als Perdón. Een pagina later komt de titel van het boek letterlijk door, nadat
Bianca ook al een keer sorry gezegd heeft tegen haar moeder. Later zal ze nog
in grote letters, onderdeel van een aandachtig gemaakte, kleurrijke tekening,
SORRY schrijven, onder andere voor het uitknippen van haar eigen beeltenis op
een heleboel foto’s .
Vanaf het begin is er sprake van een soort toneelsetting,
met een stuk dat ook best Hier bij ons
had kunnen heten. Het decor is simpel, keuken, trap, tuin. Moeder zit sinds
kort op toneelles, Alan beeldt tegenwoordig ook graag dingen uit en Bianca
acteert voortreffelijk haar wandeling en reflecteert regelmatig op de
maniertjes waarmee Billie (cafévrouw Ilona Alders in de serie) een tekst
inleidt. Die setting wordt ook opgeroepen en verlevendigd door de voortdurende
spanning van de deurbel. Uiteraard zullen ergens in de middag papa en Cruz
verschijnen, maar voor hen is het nog te vroeg, ‘Ze kunnen me nog niet aan’. Eerst
belt Billie aan, daarna de buurvrouw die meldt dat haar broer in de tuin aan
het breken zal slaan, en ten slotte Billies vrouw, Malika Walker, nota bene
haar tegenstander in de soap -- Bianca is ook een enorme fan van háár. Ilona
Alders en Dagmar Vos kunnen elkaar in de serie niet luchten of zien, maar hier
omhelzen ze elkaar en zoenen ze elkaar op de mond! Aan het vrouw-vrouwgezin dat
Billie en Malika met Jazz vormen, worden verder geen woorden vuil gemaakt, het
is een vanzelfsprekendheid. Maar waarschijnlijk mogen we in de naam Billie King
wel een eerbetoon zien aan de oud-tennister Billie Jean King, die een van de
eerste sporters was die uit de kast kwam als lesbiënne.
De middag staat verder in het teken van het spelen van de
kinderen (het tempo is er hier en daar even uit) en een aanval door
zuurstoftekort van Alan. Bianca trekt zich nog één keer terug in haar
schuilplaats, maar terwijl ze daar is, is de broer van de buurvrouw die aan het
afbreken. Een teken! Glimlachend redt ze haar spulletjes en gaat vol goede
voornemens richting moeder, papa en Cruz terug naar binnen. Een volbloed happy
end, zoals we dat volgens mij niet eerder gezien hebben bij Moeyaert in boeken
voor deze leeftijd. Dit slot wordt vooral voorbereid door het geweldige compliment
dat Billie haar maakt. Ze noemt Bianca een merkwaardig meisje, en voegt eraan
toe, op de vraag van Bianca of dat goed of niet goed is:
‘Merkwaardig betekent: de moeite waard. De moeite waard
betekent: belangrijk.’
In het bijzijn van Billie voelt
Bianca zich in een leuker meisje veranderen. Maar ook vader en moeder spelen
een belangrijke rol, bij beiden op een intiem moment op de bank.
Een andere aanwijzing voor dat we hier te maken zouden kunnen hebben met een traditioneel
jeugdboek is een zekere explicietheid bij de gevoelens van Bianca, met
zinnetjes als ‘Ze moest eens weten’ of ‘ze heeft geen idee van wat ik voel’.
Ook doet Moeyaert geen moeite de moraal (de samenhangende moralen) van dit boek
via omwegen te tonen: oordeel niet te snel (via vader en Billie), gebruik het
in je eentje zijn als een oefening voor later als je met iemand bent en doe wat
je doet niet half, je moet voluit leven (Billie). Helpers alom. Bianca begint
er direct mee, niet een half, maar elke week een heel weekend bij vader en
Cruz, en hándelbaar, waarmee we mooi terugkeren naar het begin.
Moeten we ons dus bij dit boek nog nauwelijks de vraag te
stellen voor wie het geschreven is? Happy end, heldere moraal. Maar Moeyaert
zelf is daar nog niet zo zeker van, blijkt uit het interview met De Morgen. Een jeugdboekenschrijver
schrijft niet dus voor de jeugd, het
gaat hem er simpelweg om dat de vertelstem klopt. De hoofdpersoon is 12 jaar en
vertelt, zou je kunnen zeggen, het verhaal direct aan een leeftijdgenootje (een
op enkele plaatsen voorkomende ‘je’).
En daar kon hij nog wel eens gelijk in hebben. Want in
allerlei opzichten gaat hij gewoon zijn unieke schrijversgang, met veel
aandacht voor opbouw en verdere compositie zoals zorgvuldig aangebrachte
motieven (bloemen, het woordje half, synchroon zwemmen, die ook weer met elkaar
verbonden worden), beeldenrijkdom, en stilistische en literaire verfijning. Het
is struikelen over mooie zinnen (Bianca neemt maar twee in plaats van drie
handdoeken mee: ‘Ik weet niet wie ik vergeten ben’. Of: ‘Soms is het of de heg
niet wil dat ik er ben’), geestige koppelingen (Sorryma, Haasje Langzaam),
mooie beelden (Jazz ziet een scheurtje in de lucht als de maan, waarna Billie
het afmaakt met: ‘Je zou kunnen denken: de wimper van een engel’).
Een hoofdrol is weggelegd voor de relatie soap/acteren –
echte wereld. Bianca verwondert zich erover dat je feitelijk twee personen kunt
zijn als ze naast Billie staat en aan Ilona denkt. Sterker nog: Billie gaat in
een film twee personen spelen. Bianca gebruikt teksten uit een interview met
Billie als ze met haar aan het praten is over de serie en neemt in het echte
leven even een andere naam aan: Perdón. Op verschillende plekken van het boek
analyseert Bianca een gebaar van haarzelf of haar moeder als bewust
toneelmatig. Billie en Malika zijn tegenpolen in de soap. Voorzichtig haalt
Bart Moeyaert zelfs de actualiteit binnen, maar dan via de soap! Merkwaardig
genoeg begint het met het vermelden dat de echte ellende van de wereld buiten
de soap gehouden wordt, waarschijnlijk door het aantal kijkende kinderen en het
tijdstip. Evengoed mag het personage Dagmar (Malika) zich enorm druk maken over
daklozen, het eten van vlees en andere milieuzaken, en geld en bezit. Ook
steekt Moeyaert vriendelijk en geraffineerd de draak met het soapacteren
(klemtónen en inleidende gebaartjes, die hij dan weer gebruikt ‘in het echt’:
wat betekent dit?).
Niet alle jonge, maar ook niet
alle volwassen lezers, zullen zich in dit literaire bouwwerk, met nauwelijks
enige zogenaamd echte actie, op hun gemak voelen. Een Bart Moeyaert tart het
vastpinnen op leeftijd.
Waar Moeyaert vast al happy van geworden is, is zijn
toevallige ontdekking (op instagram) van de Koreaanse kunstenaar Jang Myeong Uk.
Hij is de maker van de omslagtekening, een portret van Bianca, zegt Moeyaert op
zijn site. Al vroeg in zijn schrijverscarrière wees hij op zijn mazzel met
omslagenmakers, zoals de kunstenaar Peter van Poppel, van wie hij de originelen
ook kocht. Maar misschien gaat iemand hier toch weer die vraag stellen: is dit
een aantrekkelijk omslag voor een 10-plusser?
Bart Moeyaert: Tegenwoordig heet iedereen Sorry, Querido, Amsterdam
2018, 128 p. ISBN 9789021415154. Distributie
L&M Books
deze pagina printen of opslaan