Vanaf zes jaar

Marit Törnqvist: Wat niemand had verwacht

door Coosje Van der Pol

Over leven in een vloeibare maatschappij
 
Mensen hebben haast. Ze willen en moeten zoveel. Iedereen telefoneert alsmaar en kijkt voortdurend op de klok. Veel mensen leven in een wereld die wordt voortgedreven door economisch gewin. Het menselijke lijkt daarbij van onderschikt belang. Mensen die niet kunnen meekunnen in deze race leiden wat de socioloog Zigmunt Bauman noemt een wasted life. Ze vallen buiten de samenleving en zijn de verschoppelingen van onze tijd. Een beetje medeleven uit de maatschappij kunnen ze krijgen, maar niet te lang. Als ze er niet snel weer bovenop geraken, dan moeten we ze afschrijven. We hebben immers geen tijd om lang te blijven stilstaan. Het bittere is dat de gehaaste maatschappij niet leert van deze ' mislukkelingen', terwijl er toch zoveel vragen zijn: Hoe kwamen zij ten val? Hoe overleven zij op de bodem van de maatschappelijke afgrond? En wat hebben zij die weer naar boven klauterden ons te vertellen?
 
Waren sociale structuren vroeger solide omdat ze de tijd kregen uit te groeien, nu zijn ze vloeibaar geworden. Het begrip 'vloeibare samenleving' komt ook van Zigmunt Bauman. Hij bedoelt daarmee dat in onze huidige tijd relaties tussen mensen vergankelijker zijn geworden. Doordat we voortdurend verder moeten en individuele ontplooiing nastreven, is er minder tijd en aandacht voor een langdurige, stabiele relatie met onze medemens. Komt een ander in de problemen dan ondernemen we een hulppoging, maar als die niet snel tot verbetering leidt dan laten we die ander los en gaan weer verder met ons eigen leven. Op deze manier rennen mensen van het ene korte-termijnproject naar het andere. Daarbij stukjes van hun aandacht schenkend aan de mensen om hen heen, maar niet voldoende om echt wat voor die ander te betekenen. In zo'n gefragmenteerd leven is geen plaats voor langdurende verbintenissen en zorg voor elkaar.
 
Volgens Bauman geldt die kortetermijnpolitiek zelfs binnen familieverbanden en tussen partners. Dat is natuurlijk slecht nieuws, maar de keerzijde is dat er steeds meer mensen opstaan die dit probleem onder de aandacht willen brengen. We zien dat het kunstenaars (opnieuw) inspireert tot het maken van films, het schrijven van muziek en vertellen van verhalen waarin maatschappelijke wantoestanden aan de orde komen. Het lijkt erop dat het niet langer meer als betuttelend en moraliserend gezien wordt om elkaar erop te wijzen dat er grenzen zijn bereikt aan het consumeren, aan de haast, aan het langs elkaar heen leven. Als het maatschappelijk minder goed gaat, kijken we naar de kunst in de hoop dat die inzicht en troost biedt.
 
Balsem voor de gehaaste ziel

Marit Törnqvist schreef en tekende Wat niemand had verwacht, een verhaal dat binnen deze heropleving van geëngageerde kunst gezien kan worden. Ze koos daarvoor de vorm van de parabel. Dat is een moeilijk genre, want het is 'pragmatische literatuur', met een didactische inhoud en een belerende functie. De verteller wil de lezer via een gelijkenis tot een morele houding aanzetten. Daarvoor gebruikt de verteller gebeurtenissen uit het dagelijks leven, waarmee de lezer vertrouwd is en die niet te ontkennen zijn omdat ze een zekere wetmatigheid bevatten. Deze gebeurtenissen worden in een vertelling opgevoerd om uitdrukking te geven aan een onderliggend idee.
 
In haar nieuwste werk stelt Törnqvist op indirecte wijze vragen over de manier waarop mensen samenleven in een wereld waarin er nog maar weinig tijd en belangstelling is voor het lot van 'de ander'. Wat niemand had verwacht is een traag verhaal. Die traagheid geeft de lezer volop gelegenheid tot overdenking van de gelijkenis tussen de gebeurtenissen uit het verhaal en de werkelijke wereld. De traagheid vormt bovendien een mooi contrast met de onderstroom van het verhaal: de mensen zijn zo gehaast. Traagheid is dan ook een balsem voor onze gehaaste zielen. Törnqvist zegt nergens wat de lezer van deze wereldvisie moet denken, maar biedt haar publiek een gelegenheid de eigen opinie te vormen of te toetsen.
 
De parabel van Törnqvist gaat over een meisje dat nog net iets harder loopt dan de gehaaste massa. Ze raakt daardoor ook net iets eerder dan de rest bij een afgrond. Ze ziet het gat te laat en valt erin. Als ze bijgekomen is van de schrik, vraagt ze zich af waarom niemand haar voor de afgrond had gewaarschuwd. Boven haar hoofd komt ook de massa even tot stilstand. Ze zijn geschrokken. Er is zomaar een meisje in de afgrond gevallen. Een heel gewoon meisje. Iemand zoals zij allemaal. De mensen willen het meisje redden, maar hun ladders zijn daarvoor nét niet lang genoeg. De mensenstroom zet zich weer in gang en laat haar achter op de bodem van de afgrond.
 
Maar het meisje mag zeker niet gaan denken dat ze haar nu helemaal vergeten zijn. Daarom besluiten de mensen haar brieven te schrijven. In die brieven geven ze het meisje goede raad en vertellen ze hoe erg het is dat zij daar in dat donkere gat ligt. Alle brieven worden in de afgrond gegooid. Sommige mensen vinden het zo erg voor het meisje dat ze er niet meer van kunnen slapen en uiteindelijk zelf ook hulp nodig hebben. Andere mensen beginnen na een tijdje te twijfelen of al die brieven wel zin hebben. Het meisje lijkt toch niks te doen met hun goede raad? Dan kunnen ze hun kostbare tijd maar beter aan iets anders besteden.
 
Gelukkig voor het meisje is er één man die naar de afgrond blijft komen. Regelmatig gooit hij warme kleding en voedsel naar beneden zodat ze kan overleven. Op een dag rolt de bal van een jongen per ongeluk in de afgrond. Het meisje gooit de bal weer terug. De jongen vindt het overgooien met de bal een leuk spelletje, maar zijn moeder verbiedt het hem. Het is veel te gevaarlijk bij die afgrond. De jongen wil wél zijn bal terug. Hij gooit bollen wol uit de fabriek waar zijn moeder werkt de afgrond in. De uiteinden van de draden knoopt hij boven vast aan een boom. Via die draden wil hij naar beneden om zijn bal te halen. Maar dan staat het meisje al boven en ze heeft de bal voor hem meegenomen.
 
Tegen de stroom in

Onuitgesproken, maar vlijmscherp is de kritiek op de goedbedoelde maar weinig effectieve hulp aan mensen die zich in de sociale afgrond bevinden. Steunbetuigingen, benefietacties, petities getuigen allemaal van goede wil, maar ze lossen het probleem natuurlijk niet op. En dat terwijl de oplossing, bv. een iets langere ladder, soms zo voor de hand ligt. De enkeling die zich wel blijft inzetten en concrete hulp biedt, wordt cynisch afgedaan als een naïeve idealist.
 
Na haar terugkomst zoekt het meisje de mensenzee weer op. Ze beweegt zich tegen de stroom in en wil de mensen waarschuwen voor afgronden, hen vertellen hoe het daar beneden was en hoe ze zelf weer naar boven is geklommen via de draden die de jongen had gespannen. En ze wilde ook vertellen dat er iemand was geweest die tóch voor haar had gezorgd zodat ze kon overleven. Maar niemand herkende haar en niemand hoorde haar, want iedereen had haast.
 
Wat niemand had verwacht graaft diep in de manier waarop mensen met elkaar omgaan. Het verhaal geeft tal van aanknopingspunten om de geschiedenis van het meisje in verband te brengen met wat er in de werkelijke wereld gebeurt met mensen die ten val komen. Het is mooi dat het verhaal nauwelijks expliciteert, bijna alle betekenis komt tot stand via verwijzing. Het interpreteren van de verwijzingen en het leggen van verbanden vraagt een inspanning van de lezer. Daartegenover staat dat het verhaal tal van betekenissen prijsgeeft en veel stof ter overdenking biedt.
 
Törnqvist illustreerde haar verhaal royaal met tekeningen die gemaakt zijn in gemengde techniek. Bij het openslaan van het boek zien we eerst twee dubbele bladzijden gevuld met een zee van mensen. In deze grauwe massa is iedereen onderweg, alleen en soms met kinderen, met spullen, op de fiets of te voet. In de tekeningen bij het verhaal is op betekenisvolle wijze gebruikgemaakt van kleur. De bovenwereld is licht maar niet echt zonnig, terwijl de kleuren van de afgrond ronduit somber zijn. De draden die het meisje redding brengen, hebben de kleuren van de regenboog.
 
De bondige en heldere tekst is niet bijzonder poëtisch. Door weinig aandacht voor zichzelf op te eisen laat de tekst de tekeningen veel van het vertelwerk doen. Het verhaal wordt langzaam over vierenzestig pagina's uitgesponnen, waardoor de lezer volop in de gelegenheid is de parabel uit te werken. Om goed tot zijn recht te komen vraagt dit verhaal om lezers met de nodige levens- en leeservaring. De lezer moet toe zijn aan het drama van sociale uitsluiting en moet ook toe zijn aan een verhaal zonder enige humor, zonder vlot vertelde plot en zonder geruststellende afloop.
 
Positieve ondertoon

Is het leven van het meisje nu inderdaad wasted? Waarschijnlijk toch niet helemaal. Ook al is hij heel subtiel, de ondertoon van het verhaal is hoopvol. Dat blijkt bv. uit de mensenmassa op de laatste bladzijden. Was dat in het begin nog een grijze menigte, op het einde van het verhaal hebben de mensen kleur. Bovendien lijkt het meisje er niet alleen voor te staan. De man die haar heeft helpen overleven, is in de menigte naar haar op zoek. Het ziet er naar uit dat hij voortaan samen met haar tegen de stroom wil inroeien.
 
Als pragmatisch genre veronderstelt de parabel een bepaalde werking op de lezer. De werking is pas geslaagd als de lezer tot een nieuw inzicht komt en er ook naar handelt. Wat niemand had verwacht heeft het in zich om ons aan het denken te zetten over de manier waarop we in een vloeibare samenleving met elkaar omgaan.
 
Marit Törnqvist Wat niemand had verwacht, Querido, Amsterdam 2009, 60 p. ill. ISBN 9789045107325. Distributie WPG Uitgevers
 
Oorspronkelijk verschenen in De Leeswelp 2006 

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 3, MAART 2024

Binnen in de aarde is een berg

Hester Knibbe

De zomers

Ronya Othmann

Het mensenschip

Autran Dourado

Onze James. De vrouwen van Ensor

Jan Bultheel, Eric Min (nawoord)

Woestijnpassages

Emmelien Kramer

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 3, MAART 2024

Een toren van tijgers

Lizette de Koning, Gareth Lucas (ill.)

Eenbeen

Thijs Goverde

Roofvogels. De mooiste en machtigste dieren in de lucht

Walter De Raedt, Joris De Raedt (ill.)

Salto

Arndís Thórarinsdóttir, Linde Faas (ill.)

Springlevend

Saskia de Bodt

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri