4+ - Wat hebben het klassieke
kinderliedje ‘Alles in de wind’
en een kalender met elkaar gemeen? Antwoord: een plaats in De
liedjesalmanak: herfst en winter. Auteur Koos Meinderts en illustrator
Annette Fienieg haakten kinderliedjes aan de kille seizoenen en regen ze aan
elkaar in de opeenvolging van de maanden. Zeven oude deuntjes, elf nieuwe
wijsjes en vijf ouwegouwen met een nieuw couplet.
Het boek begint bij de vallende
bladeren in september en eindigt met een sneeuwtapijt in februari. Elke maand
gaat van start met een gedicht.
‘Oktober, oktober
de kou hangt in de lucht
Wens de ganzen naar het zuiden
behouden reis en goeie
vlucht.’
Na de
intro volgen vier liedjes die verwijzen naar cultureel belangrijke dagen of
naar karakteristieken van de maand. Zo is er een lied voor
Prinsjesdag en eentje over het ‘klingelen en tingelen’ van sneeuwklokjes. De
meeste liedjes zijn luisterliedjes. Het ouderwetse en naar rijm geknutselde
taalgebruik van de teksten kan het spotlicht niet ontlopen.
‘De jongen met zijn trommel
in het bleke morgenlicht
speelde voor het koningskind
een lach op zijn gezicht.’
Meinderts hanteert het
ouderwetse register niet in elke (lied)tekst. In ‘Dierencarnaval’ loopt de
tekst heel wat vlotter:
‘Hotseknotse polonaise
twee petat met
mayonaise
hotseknotse, boem pats knal
het is
dierencarnaval.’
De tweespan in stijl werkt echter contraproductief naar beleving van de
teksten. Je neemt de smaak van de ene stijl naar de andere mee, vooral wanneer
je de liedjes na elkaar hoort — en dat is precies wat je doet wanneer je de
meegeleverde cd beluistert. Dit effect wordt afgezwakt als je de liedjes niet
na elkaar serveert, maar het boek als almanak hanteert. In schijfjes opgediend
is het bevreemdende effect minder sterk. Het kalenderaspect geeft deze
liedjesbundel een didactische kwaliteit. In schoolverband is dit een argument.
De aquarelschilderijtjes van
Fienieg doen precies hetzelfde als de tekst, ze scheppen sfeer. Het merendeel
van de prenten zijn romantische, humorloze wintertafereeltjes. Als er toch een
fantasieprent verschijnt, blijft ze braaf. Bij ‘Wintertijd’ hebben alle klokken
beentjes gekregen en lopen ze achter elkaar over het blad. Grappig? Ja. Humor?
Niet echt. Daarvoor doet het beeld te weinig beroep op de verbeeldingskracht
van de lezer.
Wie de (klas)groep wil verwennen
met de sfeer van livemuziek, komt van een koude kermis thuis. In De
liedjesalmanak: herfst en winter vind je geen muzieknotatie.
Koos
Meinderts, Annette Fienieg (ill.): De liedjesalmanak: herfst en winter,
Rubinstein, Amsterdam 2013, 68 p. + cd. ISBN 9789047615279
Oorspronkelijk verschenen in De
Leeswelp 2013
deze pagina printen of opslaan