3+ - ‘Jaap won een prijs maar hij wist niet waarvoor.’ Wat je
denkt dat heugelijk nieuws is, wordt hier in mineurtoon aangekondigd. En dan de
prent in gedempte kleuren erbij, van Jaap die stilletjes naar zijn voetballende
makkers zit te kijken. Want Jaap gelooft niet dat hij voor een prijs in
aanmerking kan komen. Daarvoor moet je namelijk iets kunnen, hardlopen, of
tekenen, of knokken.
‘Je moest vooral niet zijn als
Jaap de Jong,
Die nooit iets won en nergens goed in was.’
De brief waarin zwart
op wit geschreven stond: ‘U wint de GROTE HOOFDPRIJS, J. DE JONG!’, moet dus
wel een vergissing zijn, het gaat vast en zeker om een andere J. de Jong. Maar
mama is niet te houden, ze belt meteen de tantes, de vriendinnen en de buren
op. De bakker brengt een grote taart en Jaap wordt bedolven onder de cadeautjes
van al die mensen die zo blij voor hem zijn.
‘Hij pakte wat hij kreeg
voorzichtig uit.
En de cadeaupapiertjes hield hij heel.
Zodat hij alles ook weer in kon pakken.’
In de weken die volgen, wil Jaap
zich het liefst schuil houden zodat die andere J. de Jong, de echte
prijswinnaar, hem niet zou vinden. Die is natuurlijk boos op Jaap omdat hij
onterecht met zijn prijs gaat lopen. Tot na een week of twee blijkt wat er echt
in die brief staat. Jaap heeft niets gewonnen, het was reclame van de loterij
om loten te kopen. En wie een loterij wint, hoeft zelfs niets te kunnen, die
heeft gewoon geluk. Iedereen is teleurgesteld en vindt het zo zielig voor Jaap
en dus wordt hij opnieuw onder cadeautjes bedolven. En Jaap, die is dubbel
gelukkig. Twee maal cadeautjes en weg is de stress die onverdiend winnaarschap
met zich brengt.
Imme Dros vertelt in eenvoudige, heldere zinnetjes een verhaal van
verwarde gevoelens. Geen mens die merkt wat er in Jaap omgaat en hoe bang hij
is onder de situatie, wel in tegendeel. Mama bouwt een feestje, oma en opa vertellen
gezellig over hun eigen prestaties toentertijd waarmee ze meer dan eens in de
prijzen vielen.
‘En iedereen was blij. Behalve
Jaap.
Want hij moest morgenochtend weer naar school.’
Jaap voelt een
ongerijmde, zij het heel wezenlijke angst voor een J. de Jong die wel achter
elk venster kan zitten dat Jaap voorbijloopt, of die van achter elke boom
tevoorschijn kan komen. Daaronder ligt bovendien het veel minder uitgesproken
gevoel dat hij geen winnaar kan zijn omdat hij nu eenmaal niet kan wat anderen
wel kunnen. Dros karakteriseert de zorgelijke jongen met een mild gevoel voor
humor en bijzonder veel inzicht en nuance. Jaap zelf weet alleen dat hij bang
is, maar de schrijfster geeft de lezer inkijk in een veel complexere set van emoties.
Eenvoud in verhaal en stijl is
voor Dros noch voor Geelen een belemmering om de diepte van een kinderziel uit
te drukken. Mooi en voor jonge kinderen goed inleefbaar zijn de zich herhalende
situaties in de tekst, waarbij de emotie gaandeweg is geëvolueerd: tegen de
tafel aan dansen met oma, eerst nerveus, later bevrijd cadeautjes uitpakken, de
huizenrij men boze mensen resp. kamerplanten achter het venster… De dubbele
betekenis en de relativiteit van winnen en geluk hebben, schemert voortdurend
onuitgesproken in de tekst door.
Zonder veel afstand
te nemen van de tekst, exploreert Geelen de gevoelens verder in zijn prenten.
Hij schildert de ene prent na de andere waarop Jaap zit te tobben of opgejaagd
door de straten rent.
Volwassenen
zijn grotendeels afwezig: mama zie je alleen op rug, de armen van opa en oma
zie je het vaakst, voor de rest zijn er alleen maar schaduwen. Jaap is alleen
met zijn probleem en dat is niet min. Geelen beeldt wisselend stille angst en
agitatie uit, een moment van zorgeloos plezier is zo weer voorbij. Jaaps eigen tekening
is zelfs grimmig te noemen.
De emoties die Geelen
oproept, worden ten dele – vrij voor de hand liggend – bepaald door zijn
kleurgebruik. Maar ook de plaatsing van de prenten en de intensiteit van het
lijnenspel is veelzeggend. De twee -- even kleurrijke -- prenten waarop Jaap
cadeautjes uitpakt, zijn volstrekt verschillend van toon. De eerste prent maakt
deel uit van een snelle opeenvolging van prenten waarop van alles over Jaaps
hoofd heen gebeurt. Er gaat een grote spanning van uit door de scherpe,
grillige lijnen en de harde contrasten. Jaap begrijpt het niet, hij is bang. De
tweede prent op het einde van het verhaal neemt relax de hele breedte van het
blad in, heeft zachte contouren en warme tinten, en toont een intens gelukkige
Jaap.
Jaap won een prijs is opnieuw een echte
Dros-Geelen klassieker. Een wezenlijk verhaal, eenvoudig, ongedwongen en
trefzeker geschreven en in beeld gebracht, en met een intensiteit waar je niet
op uitgekeken raakt.
Imme Dros, Harrie Geelen (ill.): Jaap won een prijs, Querido, Amsterdam
2017, 28 p. ill. ISBN 9789045121017. Distributie: WPG Uitgevers
deze pagina printen of opslaan