4+ - Een pluim voor de vormgever van Ik en de beer: de prachtig uitgebalanceerde cover straalt tederheid uit zonder zeemzoeterig te zijn. De kordate letter en het krachtige rood waarin de titel is gezet, sluiten bovendien mooi aan bij het verhaal.
Centraal in Ik en de beer staat de jonge Leo, die naar eigen aanvoelen overal
op tegenstand stuit. Alleen ‘een enorme bruine beer’ loopt niet voor hem weg.
Meer zelfs, die komt achter hem aan… Dat is niet het begin van een
bloedstollende achtervolging, maar van een vriendschap die Leo genoeg
vertrouwen geeft om verder te gaan.
Zeker voor jonge lezers biedt
het boek een herkenbare ervaring: het gevoel dat iedereen tegen je is. De nog
ontwikkelende, ik-gerichte emotionaliteit van Leo breidt die dreiging uit naar
de omgeving. Ook de regen, de rivier, de bomen… Allemaal hebben ze het vandaag
op hem gemunt. Dat gevoel wordt in de tekst erg expliciet gemaakt, zodat de lezer
geen emotionele of literaire bagage nodig heeft om te snappen wat er speelt.
Bovendien verloopt het verhaal voorspelbaar: elke nieuwe ontmoeting leidt tot
een nieuwe ‘vijand’ – tot er één achter hem komt. Beer wint zo meteen zijn
vriendschap… maar niet die van Leo’s entourage.
Het boeiende uitgangspunt ten
spijt, biedt Ik en de beer weinig
groeikansen. Aan het einde van het verhaal staat Leo immers nauwelijks verder:
‘De volgende keer dat iedereen weer eens tegen me is, haal ik mijn vriend
erbij’. Zo heeft het hoofdpersonage – en mogelijk ook de kindlezer - doorheen
het verhaal weliswaar een strategie gevonden om met het gevoel om te gaan, het
gevoel zelf wordt niet ontkracht of gekaderd.
De kracht van het prentenboek
ligt dan ook voornamelijk in de illustraties. Pastelkleuren of een al te
krullerige lijnvoering heeft Ingrid Godon niet nodig om ontwapenend mild te
zijn. Ook voor deze illustraties zet ze een mix van technieken in, waarbij een
schetsmatige lijnvoering en onafgelijnde inkleuring mooi samengaan. Knap is
bijvoorbeeld de paginavullende prent van een regenbui waardoor de – ook
verhoudingsgewijs - kleine Leo zich een weg baant. Een vleugje kleur in strijd
met het grijs, dat als het ware over het blad is uitgekamd. Ook het samenspel
en de wisselwerking tussen aflopende en strak, vierkant afgesneden prenten
werkt goed, als een voorzichtige verkenning van de mogelijkheden van het
prentenboek. De soms bevreemdende gezichtsuitdrukkingen uit Godons meer
filosofische werken of het doorgedreven spel met tonen en weglaten werden hier
niet ingezet. Ik en de beer is dan
ook een prentenboek dat duidelijk op een breder publiek is gericht — en zo
hopelijk voor velen een opstap kan zijn naar het betere kinderboek.
Amsterdam : Querido
2016, [34] p. :
ill. Vert. van: Un ours, et moi, et moi, et moi door Jacques Dohmen. ISBN
9789045119106
deze pagina printen of opslaan