4+ - In Hoera, er is post! volgen we de postbode
Muis op zijn maandagse ronde. Hier nog geen problemen met de concurrerende
bezorgbedrijven, files of haast: Muis vertrekt vrolijk om negen uur ‘s ochtends
met zijn bolderkarretje vol pakjes en een mandje appels, en elke geadresseerde
is thuis om zijn post te ontvangen. Nog voor Muis goed en wel op pad is, gaan
twee omslagen verloren, maar in deze romantische kinderwereld kan dat de
personages niet veel schelen: belangrijker voor Marianne Dubuc is allicht dat
de lezer goed kan kijken en kan fantaseren over voor wie die enveloppen bedoeld
zijn. Muis mag zich trouwens wel schrap zetten: hij komt bij een hele resem
andere dieren langs om de pakjes tot op de bestemming te krijgen, en gaat
daarbij zowel te land, te zee als in de lucht.
De tekst, zo’n twee à drie zinnen per bladzijde, legt af en
toe een accent op Muis’ ijver, op de inhoud van een pakje, het groeten of de
dank van de bestemmeling, maar kan evengoed worden weggelaten. Het gaat hier
veel meer om de illustraties. Dubuc heeft goed uitgekiend welke woonst ze
voorziet voor welk dier en typeert er vaak de dieren in hun eigenheid in: de
krokodillenfamilie leeft in een paalwoning langs de oever waar ze regenwater
opvangt om de verdiepingen mee onder te zetten en voor de vlieg, die in een
echt stinkhuis woont, maakt het niet uit dat de meubels op het plafond staan.
De octopus bewoont een gezonken piratenschip en de reisduif heeft in de boomhut
waar zijn reiskoffer wacht allerlei kaarten liggen, die hij - pilotenbril op -
bestudeert.
In de tekeningen zijn leuke
grapjes verwerkt en ook knipoogjes naar sprookjes, zoals wanneer Muis stilhoudt
voor het middageten bij zijn vriend Draak om kwart over twaalf. Muis draagt
plots een hittebestendig pak, laarsjes en handschoenen, Draak grilt de worstjes
met zijn adem, op een plankje prijkt een beeltenis van een prinses. In de haard
liggen grote groene eieren uit te broeden, en de brief op de grond draagt een
kroontje in de hoofding en wordt afgesloten met hartjes en x-jes… Mol bestelde
een nieuwe geautomatiseerde schop om zijn graafwerken aan het huis verder uit
te breiden en Schildpad, die onder zijn schild een huisje heeft, krijgt vier
rolschaatsen om zich sneller te kunnen verplaatsen.
Tussendoor kan de lezer een blik
werpen op de klok of een kalender, rondslingerende voorwerpen spotten of de
konijnen tellen die thuishoren in veertien bedjes. Voorwerpen die op de ene
pagina worden ‘aangekondigd’, zoals een boei langs de oever, dienen op de
volgende pagina weer om de post die niet voor de zeedieren is bestemd, droog
aan de overkant te krijgen. Met het stuk kaas langs de weg op de voorlaatste
spread kunnen we al een gokje wagen over voor wie het laatste pakje is… <br
/>
Marianne Dubuc kennen we van de aanwijs- en
kijkboeken Ik zie, ik zie…! en Het grote beestenverkleedfeest, waarin
ze moeiteloos wist te overtuigen met haar humor, verrassingseffecten en
associaties. Hoera, er is post is een
fijn zoekboek, maar klassieker opgezet en braver. Al zal het veel lezers weten
te charmeren, toch hoop ik dat volgend werk weer wat gedurfder en opvallender
wordt.
Amsterdam
: Querido 2015, 28] p. : ill. Vert. van: La tournée de Facteur Souris door
Jacques Dohmen. ISBN 9789045118239
deze pagina printen of opslaan