10+ - Ze staat in de haven van een vreemd stadje ver van huis uit te kijken over de zee. Eliza heet ze, dat meisje in veel te grote jongenskleren. Ze heeft net in een duistere tattooshop de namen van haar vijf
broers op haar bovenbeen laten tatoeëren: James, Joshua, Elliot, Oliver en
Billy. Niet zo slim achteraf gezien, want ze heeft er haar laatste centen aan
besteed en hoe komen ze nu aan eten, zij en Krekel, broertje nummer zes?
‘Ieder verhaal begint
ergens. Vaak is het voordat het begint al begonnen. Het verhaal van Eliza is
dat ook, allang.’
En waar het begonnen is, hoe het zo komt dat Eliza en Krekel wanhopig en
berooid op een boot willen aanmonsteren, vertelt Annet Schaap in de volgende
paar honderd bladzijden op een weergaloze manier.
Het leven was goed in het
‘grijze huis’, waar Eliza woonde, want alles was ‘precies zoals het hoorde’.
Moeder was er altijd, vader was spoorwegmagnaat en permanent aan het werk.
Alles was precies zoals vader het gepland had. Hij had het huis gebouwd van de
grond af aan, wilde vijf zonen die zijn imperium zouden overnemen en een meisje
voor de gezelligheid. Eliza dacht dat haar vader een soort god was, die alles
regelde en zorgde dat gebeurde wat gebeuren moest. Alles was duidelijk, alles
en iedereen had zijn plek. Tot moeder in het kraambed van haar zevende kind overlijdt.
Het huis ‘daverde van verdriet’ en het pasgeboren jongetje -- Krekel noemt
Eliza hem -- wordt door vader en de vijf broers gecanceld. Het was immers zijn
schuld dat moeder dood is.
Het leven in het grijze huis neemt een volgende drastische
wending wanneer vader een paar jaar later in de ban raakt van een nieuwe vrouw. Hij ontmoette
Duifje op de kermis in een rode tent – kinderen niet toegelaten --, waaruit
‘vals, violig’ lokkende muziek kwam. Duifje is een vileine heks, alleen
geïnteresseerd in de man en zijn fortuin, niet in zijn kinderen. Hij is blind voor
haar boze plannen en zelfs als zijn vijf zonen plots verdwenen zijn en later
dood verklaard worden, gaat het leven door als vanouds. We moeten snel verder,
zegt Duifje, we moeten nog maar een groots feest geven en de namen van de vijf
jongens niet meer noemen. Duifje verwacht immers zelf een zoon en die zal alles
erven… Bij haar plannen had ze echter zoon nummer zes, Krekel, ‘niemand,
schimmetje, dingetje’ over het hoofd gezien. Het is tuinman Nick die Eliza en
Krekel wegleidt uit het verdoemde grijze huis en hen op weg zet om de vijf
broers te gaan zoeken, want dood zijn ze niet. Daarvoor moeten ze naar de Witte
Kliffen en de vraag is welke schipper zo gek is om aan die schier dodelijke
tocht te beginnen.
Annet Schaap vertelt in Krekel een overdonderend avonturenverhaal,
dat zich afspeelt in een sprookjesachtige wereld, vol geheimen en magie, zoals
we die kennen uit Lampje.
En er is wel meer dat vertrouwd overkomt als je Lampje gelezen hebt:
Nick, de schimmige tuinman kennen we al. Aan het begin van het verhaal proberen
Eliza en Krekel wat eten te scoren in de kruidenierszaak van het echtpaar
Rozenhout en even later duikt de keurige juffrouw Amalia ook op, die – met de
stem van Jezus in haar oor – een belangrijke rol opneemt in dit verhaal. Wordt
juffrouw Amalia in haar doen en laten gegidst door Jezus zelve, Eliza wordt
geleid door de dwingende stemmen van haar vijf verdwenen broers in haar hoofd:
‘Enig idee
wanneer je er eindelijk eens bent, Eliza?’
Zij rekenen namelijk vast op haar
om hen te redden, hoewel ze nooit een hoge pet op hadden van hun zusje. Zelf
waren ze altijd met stoere jongensdingen bezig, terwijl meisjes nu eenmaal
niets kunnen. ‘Ga breien, zeurzusje!’ Over dat breien kunnen ze maar
beter niet te geringschattend doen, zo zal nog blijken…
Krekel is een wervelend, ongemeen
spannend verhaal, dat je op geen enkel moment loslaat. Omdat je werkelijk zin
na zin wil weten wat er vervolgens staat te gebeuren, hoe het de personages zal
vergaan die, hoezeer ze ook in de sprookjessfeer passen, levensecht zijn. De
gebeurtenissen worden vanuit een steeds wisselen perspectief verteld en gaandeweg
ontspint zich een netwerk van motieven en betekenissen, en ontdek je hoe de
verhalen van verschillende personages met elkaar verbonden zijn.
Het is ook volop
genieten van de ritmische, associatieve taal, waarin woorden, beelden,
gebeurtenissen met elkaar resoneren. Van de snedige manier waarmee Schaap de
stoere mannenwereld onderuit haalt, waarin iemand die daarvan afwijkt, een
meisje, of een klein, stil kereltje, geen plaats heeft. Je wordt voortgestuwd
in je lectuur door de magnetiserende spanningsboog en tegelijk wil je ook
stilstaan bij de prachtig gelaagde taal, waarin met humor, helder en eenvoudig emotionele
diepte doorklinkt.
Een voorbeeld par excellence van Annet Schaaps kunst om de lezer in haar
taal te vangen is de eindeloos lange tocht naar de Witte Kliffen in de schuit
van schipper Berg. Schaap durft het ook aan om het te laten duren, meer dan
vijftig bladzijden lang doen ze niets dan varen naar een bestemming die maar
niet in zicht komt. En je blijft lezen, want elke nieuwe zin is het lezen waard.
Annet Schaap
is een meesterlijke stiliste en een fenomenaal knap vertelster. Krekel
is een boek om je compleet in te verliezen, kind zowel als volwassen lezer. Een
avontuur, een sprookje, licht en speels maar met een indringende onderstroom. Een
intens rijk boek, kortom.
Annet Schaap: Krekel, Querido, Amsterdam 2025, 409 p. :
ill. ISBN 9789045131153. Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan