Adolescenten

JEUGDBOEKEN NR. 4, APRIL 2023

Marita de Sterck: Harde hand

door Henk van Viegen

15+ - Op het omslag een hond, rechtop geportretteerd als mens. Het is niet het eerste boek van Marita de Sterck met een hondenkop op het voorplat, zie De hondeneters (Querido 2009), waarin een jongen in de Eerste Wereldoorlog op zoek gaat naar zijn verdwenen hond. De hond in Harde hand is cruciaal in de genezing van de getraumatiseerde hoofdpersoon, en het omgekeerde geldt ook.  

Dat hoofdpersonage is Mira, wat een broodnodige schuilnaam is, zo blijkt na enige tijd. Haar echte naam is Sara. Ze heeft een dramatisch verleden, is nog regelmatig erg angstig, maar krijgt in dit verhaal onvermoede krachten als ze de zorg voor de neurotische hond Turbo op zich neemt. Meteen in de eerste twee hoofdstukken wordt ze scherp tegenover een oude jager, Stan, gezet. Een keiharde man, die er opvoedingsprincipes op na houdt om te rillen, praat over wijven en een vent moeten zijn. Hij blijkt een hond als lokaas tegen een boom gezet te hebben om een wolf te lokken en te schieten, en laat de hond gewoon achter. De hond wordt gered, de lezer vermoedt al wel een beetje dat dat wel eens Turbo geweest zou kunnen zijn.
 
Mira probeert de schoft op te sporen die Turbo heeft getraumatiseerd. Intussen krijgen we ook iets te horen over het trauma van Mira, als ze het, tijdens een soort paniekaanval, heeft over ‘hij die niet genoemd mocht worden’. Achterin het boek bedankt De Sterck onder anderen Bibi Tumon Tak, aan wie ze, met een knipoog, ongetwijfeld deze aanvankelijke aanduiding van de vader heeft ontleend (een zinnetje dat, gevarieerd, veelvuldig gebruikt wordt in Tumon Taks boek De dag dat ik mijn naam veranderde.
 
Mira besluit actief te worden als journaliste. Met stukken over honden, jagers en archeologische vondsten met hondenschedels weet ze een hoop lezers van een regionale krant te boeien. Ze bezoekt onder anderen een hondenfokker, een broodfokker, die ze genadeloos portretteert. Ze besluit ook weer aandacht te besteden aan haar tekentalent, iets wat ze geërfd heeft van haar vader.
 
Een belangrijke vriendschap voor Mira is die met de blinde Julie, vrijwilligster bij een hulplijn, die ze ontmoet op een hondenweide. Mira herstelt verder voorzichtig de relatie met haar ex-vriend Kobe en later ook met haar vriendin, die ze vroeger een tamelijk ingrijpende streek geleverd heeft (die ik hier niet vertel). Met haar moeder verstevigt ze de band, ze bezoekt haar oude oma. Kortom: een buitengewoon happy end is in zicht. Nu nog even de confrontatie met de hondenbeul en de vader…
 
Het zou Marita De Sterck niet zijn als ze er niet een sprookjesmotief doorheen zou gooien, hier uiteraard uit wolvensprookjes als De wolf en de zeven geitjes. ‘Het is altijd de jager die de verlosser is’, zegt Stan best wel geestig, maar grimmig, ook om zijn eigen gedrag te verdedigen. Hij zegt er ook iets mee over zijn opvoeding: vooral door zijn tamelijk harde, maar in elk geval aandacht gevende grootvader, die dit soort sprookjes erg mooi kon voorlezen.
 
Ook Stan heeft dus een nare jeugd gehad, zo probeert De Sterck nog enige sympathie voor hem te leveren. Met een vrouw leven kon deze macho en mepper niet. Grootvader worden zit er voor hem dus niet in, hij beseft het des te sterker als hij het gezin van een jonge, vriendelijker jager observeert.
 
De Sterck heeft gekozen voor een pittig thema, zowel actueel als al van enige tijd: een zeer handhandige, autoritaire en vrouwonvriendelijke man en vader, voor wie Sara en haar moeder gevlucht zijn en een andere naam gekozen hebben. Een en ander wordt door de auteur vakkundig gekoppeld aan een beschrijving van de jacht en de jager. De hoofdfiguur is 21, maar nog voldoende dichtbij qua ontwikkeling om een 15-plusser de gelegenheid te geven zich met haar te identificeren. Je zou kunnen zeggen: haar coming-of-age is uitgesteld door de ellende in haar jeugd.
 
Opvallend genoeg doet De Sterck dat (op een paar plekken na waar ze wél veel aan de lezer overlaat) met de structuur, de spanning en de vaart van de ouderwetse avonturenroman voor jongere lezers, waarin het hoofdpersonage dankzij moed en doorzettingsvermogen en een paar begripvolle helpers (waaronder dus de hond!) de schurk te grazen neemt. Het is allemaal tamelijk expliciet, vooral in het begin, met de typering van de typische schurk. De wederopstanding van Mira/Sara gaat wellicht wat te snel, en, zoals in de stoere-meidenroman, de heldin weet snel van alles voor elkaar te krijgen: een plek als journaliste, een te gemakkelijke inkijk in de stallen van de schurkachtige broodfokker, het herstel van de relatie met de moeder. En, zoals het hoort, helemaal onschuldig is het hoofdpersonage niet, die vlek moet ook nog even weggepoetst worden. Het slot is happy, en hoopvol.
 
Sterk(er) is het goed geschreven boek in de tegenstellingen en overeenkomsten van de personages. Stan is het type dat Mira zo goed kent: dat van de vader. Maar Stan mist het artistieke en gladde van de vader, en is daardoor voor Mira iets minder eng en gemakkelijker te benaderen. Verder is de spiegeling Mira en Turbo fraai uitgewerkt. Ze zijn exact hetzelfde opgevoed, met snoeiharde hand. De zogenaamd echte mannen zagen dat als hun plicht: zo kweek je sterke persoonlijkheden. Ze bereikten het tegenovergestelde. Zowel Mira als Turbo komt deze opvoeding te boven, ze zijn noodzakelijk voor elkaar. Gelukkig ziet Mira Turbo niet als mens, maar als een zeer intelligent dier, dat op sommige punten de mens de baas is. Hond en hoofdpersonage zijn elkaars therapeut. Hoewel de hond op het omslag de pose aanneemt van een mens, blijft hij dus een hond, maar is hij qua bestaansrecht gelijk aan de mens. Het toont, in de woorden van Antoon Koolhaas (liefdevol dierenverteller), de gelijkheid van alle leven.
 
Marita de Sterck: Harde hand, Querido, Amsterdam 2023, 183 p. ISBN 9789045128733. Distributie L&M Books


deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri