In haar aan Virginia Woolf opgedragen openingsessay formuleert
Connie Palmen haarfijn de rode draad die door Voornamelijk vrouwen
loopt:
‘Voor Virginia Woolf en voor alle vrouwelijke schrijvers is
het oorspronkelijke drama juist het drama van hun oorspronkelijkheid, van de
originaliteit van hun geest, de genialiteit van hun rede. De eigenheid van hun
karakter en daardoor van hun taal, de onnavolgbaarheid van hun denken, alles
wat hen apart zet, maakt van hen een buitenstaander, ongeschikt voor een
gevaarloos, gewoon leven.’
Aan acht zulke genieën – onder
wie weliswaar ook één man – brengt Connie Palmen hulde in het eerste deel van
het boek. De mannelijke eend in de bijt is Philip Roth. Voordat hij zelf aan de
beurt komt, valt zijn naam al terloops in combinatie met vrouwenhaat in het aan
Vivian Gornick gewijde essay. Voor Connie Palmen is hij echter vooral een van
de intiemste, waarachtigste, onverbiddelijkste en geestigste schrijvers die ze
kent. Ze houdt van hem, omdat ook hij, net als de vrouwen die hem in Voornamelijk
vrouwen voorafgingen, niet wil en kan buigen voor de regels van fatsoen en
goede smaak, als die een hindernis vormen in zijn zoektocht naar waarheid.
Ze voert naast
Virginia Woolf, Vivian Gornick en Philip Roth nog Sylvia Plath, Joan Didion,
Janet Malcolm, en Olivia Laing op. Bij die laatste draait haar essay deels om genderidentiteit,
een thema dat doorloopt in ‘Lola’, over de popsong Lola van The Kinks,
waarin een jongeman in een
nachtclub een vrouw ontmoet die een man blijkt te zijn.
Aan elk van haar uitverkorenen
verbindt Connie Palmen een karakteriserend epitheton. Zo koppelt ze ‘Waarachtig’
aan Sylvia Plath, omdat zij huichelachtigheid zowel binnen als buiten zichzelf
vreesde als de dood. ‘Ongenaakbaar’, zo noemt ze Joan Didion, die in haar adembenemende
‘klaagzangen zonder klacht’ observerend en reflecterend rakelings langs
afgronden scheert. Of nog, ‘Meedogenloos’ is verbonden met Janet Malcolm, een journaliste
en biografe, die haar onderwerpen als personages te kijk zet in het theater dat
ze van hun leven maken, aldus Connie Palmen. Alle acht eigenschappen samen
maken de schrijver, die ze het liefst zelf zou willen zijn. Het is overigens
niet zo dat ze het met elk van haar gunstelingen over de hele lijn eens is.
Vivian Gornick (‘Vermetel’) leest ze bijvoorbeeld in gevechtsstand.
Deze acht essays
verschenen tussen 2020 en 2023 in een beknoptere versie in de Volkskrant.
Het tweede deel van het boek, ‘De
zonde van de vrouw’, is een herneming van het Boekenweekessay uit
2017. Daarin zoekt Connie Palmen naar
een verklaring voor het zelfdestructieve gedrag van nog vier vrouwelijke
coryfeeën: Marilyn Monroe, Marguerite Duras, Jane Bowles en Patricia Highsmith.
Ze groeiden op
zonder vader. De relatie met hun moeder verliep moeilijk. Drank, depressie en/of
de rand van de afgrond waren nooit veraf in hun levens. Hun zogenaamde zonde zat
hem in hun weigering om in de pas te lopen en zich te nestelen in de dienende
rol van een huiselijk bestaan. In de ogen van het minder ruimdenkende gedeelte
van de maatschappij overschreden ze daarmee de grenzen van de wellevendheid,
hun sekse en van de heersende moraal.
Connie Palmen blijkt een fervent
lezer van biografieën te zijn. Tegelijk komt ze meermaals terug op de
verraderlijkheid van het genre. Immers, de waarheid verliest het makkelijk van
een sterk verhaal, als de harde feiten ontbreken. Al sinds haar studies is ze geboeid
door hoe het lot van de mens verbonden is met de eigenaardige manier waarop
zijn eigennaam deel gaat uitmaken van rondzingende verhalen. De rol die hij
daarin toebedeeld krijgt, bepaalt namelijk mee zijn betekenis in de
werkelijkheid. De impact van ons figureren in andermans verhalen maakte deel
uit van haar scriptie, die gepubliceerd werd als Het weerzinwekkende lot van de oude filosoof Socrates (Prometheus 1992).
Ook haar debuutroman De
wetten, uit 1991 (Prometheus 2023), stoelde al op ideeën, die terugkomen in
Voornamelijk vrouwen. De wetten gaat over een jonge vrouw die in Amsterdam
filosofie studeert en in de loop van zeven jaar met zeven mannen een relatie begint.
Elk van hen bekijkt haar vanuit zijn invalshoek. De eerste is een oudere
astroloog. Zijn karakterschets van haar bestaat uit tekens en codes, die voor
haar onleesbaar zijn. Daardoor voelt ze zich bestolen, want ze heeft zelf geen
toegang tot dit verhaal dat nochtans het hare is. Verder doen zijn
conclusies vragen rijzen over haar toekomst. Is ze voorbestemd tot grootse
daden (lees tot soeverein schrijverschap)? Of kan ze zich maar beter meteen neerleggen
bij de ‘nachtmerrie van een banaal leven’?
Connie Palmen geeft aan dat de
door haar gelauwerde man en vrouwen haar leven ‘mooier, spannender, geestiger,
complexer en inzichtelijker’ maken, net zoals echte vrienden en geliefden dat
doen. Daarmee is Voornamelijk vrouwen best een intiem boek. Tegelijk is
het een bijkomende bouwsteen in haar oeuvre, omdat ze doorgaat op de thema’s
die haar altijd al na aan het hart lagen. Na deze prikkelende essays vol
fijngeslepen zinnen is het moeilijk kiezen wat eerst te doen: meer Connie
Palmen lezen, of (dieper) in de auteurs duiken die ze in de schijnwerpers zet.
Connie Palmen: Voornamelijk
vrouwen, Prometheus, Amsterdam, 2023, 179 p. ISBN 9789044653977. Distributie
L&M Books
deze pagina printen of opslaan