Vertaald proza

BOEKEN NR. 9, NOVEMBER 2023

Ann Quin: Drie

door Katja Feremans

Ann Quin (1936-1973) liep op haar zevenendertigste in haar geboortestad Brighton, ter hoogte van Palace Pier, de zee in. De dag erna werd haar levenloze lichaam een tiental kilometer verderop gevonden. Algemeen wordt aangenomen dat ze zelfmoord pleegde.  

Ze liet vier romans na: Berg (1964), Three (1966), Passages (1969) en Tripticks (1972). Van haar debuut Berg (Oevers 2022) wordt wel eens gezegd dat het een ‘seaside noir’ is. Het gaat over Berg, een handelsreiziger in haarproducten. Na zijn naam te hebben veranderd in Breg, trekt hij naar een badplaats (lees Brighton), om er zijn vader te vermoorden. Het is zijn manier om zich te wreken op de man, die uit zijn leven verdween, toen hij nog maar een kind was. Aan zee raakt Berg/Breg verwikkeld in een driehoeksrelatie met zijn vader en diens minnares. Zowel deze intriges als zijn moordpogingen zijn bij momenten kolderiek absurd. Het duistere uitgangspunt van Ann Quin resulteert daardoor niet in een door en door donkere roman.
 
In de opvolger, Drie, voert Ann Quin opnieuw een driehoeksverhouding op, maar dan zinnelijker en aftastender. Ruth en Leonard zijn om en bij de veertig. Kinderen hebben ze niet. Hij is vertaler en een gedreven orchideeënkweker. Zij lummelt maar wat rond, drinkt thee, verbijt hoofdpijn en ontfermt zich over de kat Bobo. Ze verblijven afwisselend in hun flat in de stad en in een buitenverblijf aan zee. Gedurende een halfjaar woonde de jonge vrouw S. bij hen in. Drie begint kort na haar dood. Ze is op een herfstdag namelijk in haar eentje in een roeiboot gestapt en verdwenen op zee. De gekapseisde boot is teruggevonden, net als haar jas. Er zat een brief je in. Alles wijst op zelfmoord.
 
Er was Ruth en Leonard voorgespiegeld dat S. herstelde van een ziekte en behoefte had aan wat geborgenheid. Van hun kant lijkt het erop dat ze haar in huis haalden in de hoop om door de aanwezigheid van een derde persoon weer heel te worden. Want feit is dat ze onder hun tweeën langs elkaar heen leven en praten, waarbij ze slalommen om wat onder ogen gezien moet worden. Hun talent om weg te kijken spat bijvoorbeeld af van de volgende bedenking rond hun eventuele aandeel in de dood van S.: ‘Er valt ons niets te verwijten vergeet niet dat niemand verantwoordelijk is voor de daden van een ander – is er trouwens nog thee?’
 
S. heeft dagboeken en audio-opnames nagelaten, waar Ruth en Leonard gretig in snuisteren op zoek naar antwoorden op hun vragen rond haar dood. Vooral tot Ruths verbazing blijkt uit alles dat S. ook hén grondig onder de loep genomen heeft: ‘Gek hoe ze ons observeerde heel eerlijk gezegd zou ik onszelf nooit hebben herkend in haar beschrijvingen. Aspecten alleen maar aspecten Ruth koud liefste? Nee. Je rilde ik dacht …’ Kenmerkend aan Drie zijn dialogen als deze zonder regieaanwijzingen en ritmische komma’s. Dit is in het begin wat wennen, maar eens je mee bent in de cadans werkt het wel.
 
Ann Quin switcht ook tussen de eerste en de derde persoon, waardoor ze beschrijving, dialoog en innerlijke monoloog vlot met elkaar verweeft. Dit spel met perspectieven zorgt voor een versplinterde weergave van de werkelijkheid. Dit gefragmenteerde beklemtoont ze nog door ook heden, verleden, flashbacks, dagboeknotities, audio-opnames en droomsequenties met elkaar af te wisselen. Soms licht een detail heel precies op, om meteen weer plaats te maken voor het volgende, waardoor het geheel ook weer uiteenvalt. In het volgende fragment werkt Ann Quin deze verbrokkeling nog verder in de hand door haar stacccatostijl:
 
‘Praat over reïncarnatie. Jammert als je een spin doodt. Die wel een familielid kon zijn geweest. Zet zijn gehoorapparaat uit. Wanneer er schuldeisers aanbellen. Had de slaapkamer afgesloten. Na de dood van zijn vrouw.
Zit de hele zondag slablaadjes te kauwen. Laat de kinderen ouderwetse deuntjes spelen. Schudt zijn vuist naar de andere. Die zijn appels
jatten
op zijn landje
vol molshopen
spelen. Is op zijn zolder gestorven. Tussen boeken.
Lag
een hele week
dood. Zeiden ze. Die arme ouwe Hume.’
 
Onder de oppervlakte van deze modernistische roman kabbelt een intense emotionele en seksuele lading. Elk van de drie hoofdpersonen wordt erdoor in de greep gehouden. Nu eens komen ze nader tot elkaar, dan weer schroeien ze zich aan elkaars nabijheid, lopen ze vast, worstelen ze met hun demonen, waarna ze hun verlangen naar geborgenheid weer de overhand laten krijgen. En op de achtergrond is er bijna altijd de zee, met de vissers die achter de golfbreker hun boten het water op duwen en de golven die bij volle maan als sneeuw breken op de rotsen.
 
Ann Quin: Drie, Oevers, Amsterdam 2023, 215 p. ISBN 9789493290501. Vertaling van Three door Barbara de Lange. Distributie De Wolken 

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri