Lisa Fittko (Oezjhorod, in het
huidige Oekraïne, 1909 - Chicago, 2005) komt uit een Joodse familie. Ze groeide
op in Budapest en Wenen. Later, in Berlijn, was ze actief in het
antifascistische verzet. Na Hitlers machtsovername in 1933 vluchtte ze naar
Tsjechoslowakije. Daar ontmoette ze in Praag Hans Fittko (1903-1960), een
Berlijnse journalist. Vanwege zijn fervente anti-Hitler stem was ook hij op de
vlucht. Om ogenschijnlijk als echtpaar naar veiliger oorden te kunnen reizen, lieten
ze zich door een rabbijn trouwen. Eerst trokken ze naar Zwitserland, vervolgens
naar Amsterdam en tot slot belandden ze in 1939 in Parijs.
In Vlucht over de Pyreneeën
beschrijft Lisa Fittko de ontstellende gebeurtenissen die haar leven bepaalden
in de jaren 1940/1941. Haar memoir verscheen pas in 1985. Nu, nog eens bijna
veertig jaar later, is het vertaald. Haar toon is bescheiden, maar de feiten
spreken voor zich en onthullen een heldhaftige, koelbloedige en groothartige
vrouw. De ondertitel ‘Mijn tocht met Walter Benjamin’ verwijst naar de
onderneming die als haar gloriemoment beschouwd wordt. Vlucht over de
Pyreneeën gaat echter over veel meer.
Wat voorafging: in mei 1940 trok
het Duitse leger België, Nederland en Frankrijk binnen. België en Nederland
capituleerden diezelfde maand nog. Tegen eind juni was ook Frankrijk in Duitse
handen, op uitzondering van de zogenaamde Vrije Zone in het zuiden. Die werd vanuit
Vichy bestuurd door de collaborerende regering onder leiding van de Franse maarschalk
Pétain.
Antifascisten
en vooral Joodse vluchtelingen uit Oost- en Midden-Europa waren door de Duitse
opmars ook in Frankrijk niet meer veilig. Vanuit Marseille hoopten velen van
hen Europa te verlaten. Onder diegenen die gevaar liepen, waren heel wat
schrijvers, kunstenaars en intellectuelen, zo bijvoorbeeld de auteurs Heinrich
Mann en Alfred Döblin, de kunstenaars Max Ernst en André Breton, en de
filosofen Hannah Arendt en Walter Benjamin. Zij konden rekenen op de
inspanningen van het Amerikaanse Emergency Rescue Committee (ERC) om hen in
veiligheid te brengen.
Dit ruimere historische kader is achteraan in het boek
geschetst. Het reddingswerk van het ERC en zijn spilfiguur Varian Fry is overigens
ook het thema van de fel geromantiseerde Netflix-reeks Transatlantic
(2023). In deze serie hebben ook Lisa en Hans Fittko een hoofdrol. In Vlucht
over de Pyreneeën zet Lisa Fittko zonder een zweem van sensatie haar eigen ontzagwekkende
verhaal neer.
Haar relaas begint in mei 1940.
Vanuit Parijs wordt ze als ‘ongewenste buitenlander’ op een transport naar het
vrouwenkamp in het Zuid-Franse Gurs gezet. Naarmate de Duitsers dichter komen, weten
de kampbewakers nauwelijks nog waaraan zich te houden. Eind juni maakt Lisa
Fittko van die verwarring gebruik om met een paar medestandsters zelf
ontslagbewijzen te fabriceren. Daarmee komt zijzelf samen met een zestigtal
andere vrouwen weg uit die beruchte ‘Hel van Gurs’. Tijdens haar vlucht naar het
zuiden raakt ze na tal van verwikkelingen herenigd met haar wederhelft, Hans.
Samen bereiken ze Marseille.
Hans Fittko heeft nochtans weinig vertrouwen in een
overzeese vluchtroute. Hij zou liever ergens op het platteland onderduiken. Toch
pluist Lisa Fittko onverminderd de emigratiemogelijkheden uit. Ze focust zich
op de opties vanuit Portugal. De grootste uitdaging daarbij is het oversteken
van de Frans-Spaanse grens. Vindingrijk als ze is, krijgt ze dankzij de
burgmeester van Banyuls-sur-Mer weet van een geheim smokkelaarspad, waarlangs
Spanje bereikbaar is.
Haar eerste verkenning van deze route is meteen haar meest
legendarische expeditie. Ze brengt daarbij namelijk de Joodse filosoof Walter
Benjamin en twee kennissen van hem over de bergkam naar de overkant. De
overtocht is een succes, maar helaas berooft de achtenveertigjarige Walter
Benjamin zich in het grensdorp Portbou van het leven, wanneer hij lucht krijgt
van onvoorziene administratieve complicaties. Hij was er dan ook geen kei in om
zichzelf te redden uit hachelijke situaties, dit in tegenstelling tot Lisa
Fittko: ‘Om het land uit te komen moest je leren door de gaatjes te kruipen en
met allerlei listen en kunstjes zien te ontsnappen uit het doolhof, dat steeds
maar weer een nieuwe vorm aannam’.
Haar doortastendheid komt Varian Fry van het ERC ter ore.
Hij slaagt erin haar en haar echtgenoot voor zijn kar te spannen. Onbaatzuchtig
en met gevaar voor eigen lijf en leden brengen ze voor hem maandenlang hulpzoekenden
via de Pyreneeën naar Spanje. Ze laten zich geenszins verlammen door de
voortdurende angst om gearresteerd te worden vanwege een ontbrekend of verlopen
legitimatiebewijs. Evenmin schrikken ze terug voor de bureaucratische
papiermolen, die vluchtelingen veroordeelt tot bang afwachten tot ze echte of
desnoods valse uitreisdocumenten in handen krijgen.
Voor het overgrote deel van haar
relaas dook Lisa Fittko in haar geheugen. Slechts een aantal passages zijn
gebaseerd op oude dagboeknotities. Het laatste hoofdstuk wijdt ze in
vogelvlucht aan de veertig jaar na haar vertrek met Hans Fittko uit Frankrijk. Ze
weken via Portugal eerst uit naar Cuba en ruilden het eiland in 1948 voor de
Verenigde Staten. Het einde is een tot nadenken stemmende gedachtewisseling over
fascisme en de Holocaust tussen Lisa Fittko en haar jongste nichtje. De
conclusie? Denk nooit: ‘Bij ons kan zoiets niet gebeuren. Degenen die dat
denken hebben niets geleerd’.
Lisa Fittko: Vlucht over de Pyreneeën. Mijn tocht met
Walter Benjamin. Cossee, Amsterdam 2023, 285 p. : ill. ISBN 9789464520743.
Vertaling van Mein Weg über die Pyrenäen. Erinnerungen 1940/41 door Michel
Bolwerk. Distributie Pelckmans Uitgevers
deze pagina printen of opslaan