Vertaald proza

BOEKEN NR. 2, FEBRUARI 2023

Fleur Jaeggy: De waterstandbeelden

door Katja Feremans

De waterstandbeelden voert je langs een schimmenwereld waarin een aantal teruggetrokken figuren om elkaar heen bewegen. Half verbaasd en dankbaar, maar ook half bedroefd zoeken ze hun weg en volgen daarbij het toeval en vaak al ten dele vervaagde herinneringen.  

Het staat Beeklam, de hoofdpersoon, wel nog bijzonder helder voor de geest hoe hij als kind door zijn vader op de hoogte werd gebracht van de dood van zijn moeder: ‘Gewoon eerder dan wij heengegaan door de deur naar die wereld van licht, waar alles straalt.’ Verder geen blijk van troost of warmte, alleen nog enkele hoogdravende woorden over hoe ze op een dag gedrieën opnieuw verenigd zouden zijn.
 
De band tussen vader en zoon werd nooit innig. Vaak bewandelde Beeklam daarom ‘de wegen der conversatie, als een dame die op een modderig pad haar rokken optilt’. Die afstandelijkheid dreef hem op jonge leeftijd naar andere oorden, weg van zijn vader. Hij trok zich terug in de kelder van een donker huis in een doodlopende steeg, niet ver van de haven van Amsterdam. Daar leefde hij samen met zijn verzameling standbeelden, die er met hun voeten in het water stonden. De sculpturen verbeelden zijn pijn en stilte, twee grondtonen in Beeklams bestaan. Ook staan ze voor hem symbool voor een verloren gegane wereld, waar volmaaktheid nog bestond.
 
Soms ging hij de straat op en gluurde dan binnen in woonkamers van anderen. Als hij daarbij al eens een zweem van ‘huiselijke vertroosting’ zag, dan vond hij die schokkend. Toch ging zijn eenzelvige aard in zijn jeugd gepaard met een vage hunkering naar een dubbelganger, naar iemand met wie hij samen dezelfde weg kon afleggen. Een glimp van zo’n evenbeeld zag hij als vroegoude jongen in de hovenier van de botanische tuin. Beeklam vermoedde meteen dat hij te maken had met iemand die de omgang met zijn medemensen even vermoeiend vond als hijzelf. En inderdaad, ze waren het erover eens: gezelschap was ‘niet als de bloemen die punctueel de dag afsluiten’.
 
Beeklam benoemde deze Victor op staande voet tot zijn bediende. Er ontstond tussen hen een wederzijdse afhankelijkheid, die voorzichtig ook ruimte liet voor onuitgesproken genegenheid. Samen zaten ze de tijd in Amsterdam uit, tot Beeklam op zeker ogenblik besliste om zijn kelder voorgoed te verlaten. Hij ontdeed zich van zijn beelden en keerde met Victor terug naar waar hij vandaan kwam. Daarop begint het tweede deel van het boek, dat als een soort weerspiegeling werkt van wat voorafging.
 
Nu is Katrin de centrale figuur. Ze woont in een paviljoen dicht bij de zee. Het eigenzinnige bouwwerk verenigt ideeën uit het Oosten en uit de Zwitserse Alpen. In de zomer oogt het omliggende landschap vriendelijk, in de donkere maanden is het een eerder gure plek, die ‘enkel verhaalde van dode zeelieden en schipbreuken’.
 
Katrin deelt het paviljoen met de weduwnaar Kaspar. Is hij haar vader? Als het zo is, dan wil hij het niet met zoveel woorden gezegd hebben. Bij hen is Lampe in dienst. In het eerste deel maakten we al kennis met hem als bediende van Beeklams vader. Ook twee vriendinnen van Beeklams overleden moeder waren hier rond. Dit gezelschap blinkt eveneens uit in karige, avondlijke conversaties. Het is dan ook met enig ongemak dat ze het bezoek van Beeklam en Victor tegemoetzien.
 
De Zwitsers-Italiaanse Fleur Jaeggy (Zürich, 1940) schreef De waterstandbeelden in 1980. Twintig jaar later zoomde ze in SS Proleterka opnieuw in op een kaal bestaan. Deze roman gaat over een naamloze vrouw die ook van kindsbeen af geoefend is in onthechting en in haar latere leven verstoken blijft van geloof, hoop en liefde. Eenzelfde soort gemis speelt de karakters parten in de schrijnende verhalenbundel Ik ben de broer van XX. Daarin zijn sommige personages fictief en komen andere uit Fleur Jaeggy’s eigen entourage, zoals Joseph Brodsky, Oliver Sacks en de Oostenrijkse schrijfster Ingeborg Bachmann (1926-1973). Met die laatste raakte Fleur Jaeggy in de jaren zestig in Rome hecht bevriend. Aan haar heeft ze De waterstandbeelden overigens opgedragen.
 
De waterstandbeelden is deels verhalend en deels gestructureerd als een theaterstuk. In dit breekbaar getoonzette boek verlost Fleur Jaeggy figuren uit een bevreemdend scala van poëtische beelden en herinneringen. Ze speelt met spiegeleffecten die zowel voor verwarring als voor herkenning zorgen. Zo creëert ze een tijdloze droom waarin teruggetrokken zielen slechts aarzelend de betovering van de eenzaamheid durven op te schorten.
 
Fleur Jaeggy: De waterstandbeelden, Koppernik, Amsterdam 2022, 109 p. ISBN 9789083262116. Vertaling van Le statue d'acqua door Hilda Schraa. Distributie De Wolken

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 10, DECEMBER 2024

Dius

Stefan Hertmans

Kruisende lijnen

Junichiro Tanizaki

Memoires van een kip. Een Palestijnse fabel

Ishaq Musa Al-Husseini

We moeten ‘misschien’ blijven denken

Esther Jansma

Wij van de Ripetta

Thomas Lieske

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 10, DECEMBER 2024

De wens, of Het ware verhaal van Titi en Tony

Tereza Horvathova , Michaela Kukovicova (ill.)

Het is rood en rond…

Jan Jutte

Ludas en Bontje

Jan Paul Schutten, Sanne te Loo (ill.)

Wie heeft Steef opgegeten?

Susannah Lloyd, Kate Hindley (ill.)

Wij, ervoor en erna

Jenny Valentine

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri