Deze catalogus,
die verschijnt naar aanleiding van een tentoonstelling in het Maastrichtse
Bonnefantenmuseum, heeft een buitengewoon boeiende insteek. De focus ligt op
een reeks panelen met de Kruisdraging uitgevoerd door Pieter Brueghel II naar
modellen van zijn vader, Pieter Brueghel de Oude. Dat is interessant omdat de
zoon met name bekend is geworden door het produceren van kopieën en variaties
op het werk van zijn vader. Maar omdat het werk van Brueghel de Oude ook heel
veel maatschappijkritische elementen bevat, stelt zich meteen de vraag of
diezelfde kritische ondertonen dan ook meespelen in het werk (de kopieën) van
de zoon, en of bepaalde iconografische details in de latere (jongere) werken
dezelfde betekenis mogen krijgen. Wat gebeurt er met betekenisdetails die
actualiteitsgebonden zijn maar die toch worden overgenomen in een kopie die pas
een paar decennia later op de markt komt? Wat betekenen de variaties die de
latere kopie aanbrengt? Hoe werd dat toen gelezen? Werd dat gelezen? En wat
moeten wij, eeuwen later, daarmee aanvangen wanneer wij willen begrijpen hoe
deze werken in hun eigen tijd functioneerden?
Die vraagstelling is aanleiding
voor een interessante duik in de geschiedenis van schilderkunstige motieven,
het belang van banieren en vlaggen in massa-scènes, de rol van de kopie in de
schilderkunst (en de vraag naar het artistieke statuut van een dergelijke kopie
en zijn maker), maar ook naar vragen die heel actueel zijn, bijvoorbeeld rond
het circuleren van memes in de digitale cultuur en het aanwenden van bekende kunstwerken
voor nieuwe doeleinden (toeëigening of appropriation), of rond de rol
van kunst als sociale kritiek. Vanuit deze diverse invalshoeken schetsen de
auteurs een boeiend panorama van de manier waarop verschillende betekenislagen
doorheen verschillende versies van schilderijen variëren – waarbij regelmatig
ook wordt aangestipt dat de precieze duiding van een motief onduidelijk blijft
en bepaalde werken in zekere mate versleuteld blijven.
De catalogus bestaat uit twee
delen. Eerst zijn er twee langere essays die de kwesties schetsen, en die van
de lezer wel wat aandacht vergen: er zijn uiteenzettingen bij over de
Bruegheldynastie, maar ook over de complexe religieuze en politieke context van
de lage landen en omliggende contreien, en dat materiaal is niet altijd even
simpel. De auteurs (aangevuld door Sarah Babin, die in het tweede essay een
omstandige casestudy presenteert) hebben echter hun best gedaan om de knoop zo
goed mogelijk voor ons te ontwarren en her en der ook de sporen van allerhande
interessante motieven bloot te leggen.
Het tweede deel van het boek is
de catalogus van de tentoonstelling, die op heel interessante wijze een beeld
schetst van de inspiraties, referenties, visuele bronnen, maar ook kopieën en
culturele resonanties die het bredere veld vormen waarin de panelen van
Brueghel II cultuur- en kunsthistorisch moeten worden gesitueerd. Niet alleen
schilderijen komen daarbij aan de orde, maar ook houtsculpturen, gravures,
tekeningen, kaarten en getijdenboeken. Op die manier krijgt de lezer mee hoe
kunsthistorici naar objecten kijken en hoe objecten aan elkaar worden gelinkt,
maar wordt meteen ook een beeld geschetst van de vele manieren waarop de
Kruisdraging als onderwerp en motief functioneerde in de kunst van de zestiende
en vroege zeventiende eeuw.
De catalogus is boeiend en verhelderend, en is bovendien
prachtig geïllustreerd met vele belangwekkende werken van bij het brede publiek
minder bekende meesters (zoals Herri met de Bles), maar ook anonieme stukken
(of werk van meesters die slechts als monogrammist bekend zijn). Dit is
kunstgeschiedenis in de diepte, voorzien van een volwaardig kritisch apparaat
voor de specialist, maar naar een breed geïnteresseerd publiek vertaald door de
teksten zo toegankelijk mogelijk te houden zonder in te boeten op
wetenschappelijke precisie. Het is alleen jammer dat we met name in het
catalogusdeel toch regelmatig op een paar storende zetfouten stoten, wat erop
duidt dat de eindredactie mogelijk iets te snel is moeten verlopen. Maar dat
doet niets af aan het feit dat de lezer hier omstandig bij de hand wordt
genomen om met een frisse en breed geïnformeerde blik naar vertrouwde werken te
kijken en er nieuwe dingen in te zien.
Lars Hendrikman en Dorien Tamis:
Brueghel en tijdgenoten. Kunst als verborgen verzet?, Waanders, Zwolle 2021,
232 p. : ill. ISBN 9789462623156
deze pagina printen of opslaan