Met
de oorspronkelijke titel De amazones
verwijst de roman naar de verbeelding waarmee drie zusjes stand houden in de
kinderkolonie waarin ze veel langer zullen verblijven dan de geplande drie
maanden zomervakantie. De geschiedenis die hier verteld wordt, begint in de
zomer van 1940 in Libië en verhaalt hoe drie zusjes uit een Siciliaans
kolonistengezin, Sara, Angela en Margherita, op de boot naar Italië worden
gezet om in een kinderkolonie van de PNF Gioventù Italiana del Littorio (Italiaanse
Jeugd van de Fascistische Partij) gevormd te worden tot ware fascisten. Manuela
Piemonte heeft zich voor haar debuut gedocumenteerd met behulp van getuige
Ernesto Susigan om een vergeten trauma aan het collectieve geheugen toe te
voegen, de ervaringen van de kinderen van de zogenaamde Vierde Kust, die door
de oorlog soms wel zeven jaar van hun ouders gescheiden bleven. In veel van
deze gevallen wisten de kinderen zelf hun achternaam niet meer en moesten ze na
de oorlog in vluchtelingenkampen worden opgevangen alvorens hun identiteit via
psychologische vraaggesprekken achterhaald kon worden.
De roman telt zeven
chronologisch opeenvolgende delen waarvan de drie middelste de titel ‘Oorlog’
dragen. De voorgeschiedenis met de titel ‘Eerst’ vertelt hoe de meisjes
opgroeien op het platteland bij Tripoli en via hun schoolmeesters al
geconfronteerd worden met twee contrasterende visies op hun leefomgeving, de
fascistische, waarin een racistisch onderbouwd onderscheid wordt gemaakt tussen
de Italiaanse kolonisten en de gekoloniseerde ander, en een visie van binnenuit
die verkregen is door kennis en ervaring. Deze conflicterende visies worden
concreet tastbaar voor de zusjes wanneer ze ’s nachts vanaf het dak een vrouw
te paard voorbij zien galopperen en vervolgens zien hoe het paard, zonder de
berijdster, terug rent achtervolgd door zwarthemden. Ondanks de campagne die
vervolgens door de fascisten wordt opgezet om deze gevaarlijke ‘amazone’ op te
pakken en te berechten, bewaren de zusjes hun geheim. Haar ronde medaillon dat
de oudste zus heeft opgeraapt wordt een talisman dat ervoor zal zorgen dat de
meisjes, ook wanneer ze in de vakantiekolonie worden blootgesteld aan
indoctrinatie, hun onafhankelijkheid van denken en handelen zullen bewaren.
De ronde ‘Toren’
(titel van het tweede deel) van zeventien verdiepingen waarin volgens het
verhaal de meisjeskolonie aan de Apuaanse kust is gehuisvest – tot model dient de
door Agnelli beschikbaar gestelde Torre FIAT, omgedoopt tot Torre Balilla, die nog
steeds dient als vakantiepark in Marina di Massa aan de Toscaanse kust – is gebouwd
als ‘een verticale slaapzaal, zonder muren om kamers af te scheiden, en zelfs
op het laagste punt konden oren alles horen’. Dit staaltje fascistische
architectuur leent zich bij uitstek om surveillance uit te voeren over de ‘georganiseerden’,
de kaalgeschoren meisjes die per leeftijd zijn opgedeeld in ‘manipels’ met
bijbehorende ‘groepshoofden’.
Al gauw verandert de vakantiepret aan zee in een gedwongen
verblijf zonder contact met de ouders, dat gepaard gaat met steeds schaarser
wordende middelen. In het zesde deel met de titel ‘Honger 1943’ zullen de
gedrilde kinderen in opstand komen tegen hun leidsters en zal hun opvoeding tot
soldaatjes wrede gevolgen hebben. De drie zusjes verkiezen hun vrijheid boven
de veiligheid van de toren en slaan op de vlucht. In het laatste deel, ‘De
toren voorbij 1943-1947’, volgt de lezer hen tot in het Opvang- en
Verdeelcentrum voor Vluchtelingen Cinecittà te Rome waar ze uiteindelijk met
hun moeder herenigd zullen worden.
De op historische feiten gebaseerde plot laat zich vrij
makkelijk samenvatten. Welke stijlmiddelen gebruikt de auteur om de lezer meer
dan 300 pagina’s lang aan het lot van de meisjes te verbinden? Allereerst is er
het kindperspectief dat inzoomt op de rivaliteiten tussen de meisjes, hun
relaties met de verschillende leidsters en de zuigende kracht van de zusterband.
Ook wanneer het drietal gescheiden is in drie verschillende manipels houdt deze
stand dankzij het ‘eerst’ dat is voorafgegaan aan hun verplaatsing. Mooi
uitgewerkt is het verschil tussen de oudste Sara en de middelste Angela, Sara
de revolutionair en Angela die zich vastklampt aan het reglement als middel tot
hervorming van het systeem. De jongste, Margherita, lijkt aanvankelijk
makkelijk beïnvloedbaar, totdat blijkt dat ze al snel door heeft hoe ze
gehoorzaamheid kan veinzen.
Dat we alles door kinderogen zien, maakt ook dat de
beleving van de werkelijkheid sterk gevoed wordt door de verbeelding. Naast de
fantasie van de amazone speelt in de roman ook de droomwereld van de
fascistische filmindustrie een belangrijke rol. Als ze aankomen bij de Toren
ziet Angela het woord Pisorno opdoemen, een ‘naam als een toverformule’, en
ontdekt ze dat de Tirrenia-studio’s waar Cabiria
is opgenomen binnen handbereik zijn. Ze zal in de vakantiekolonie worden
opgeleid om de filmprojector te bedienen. Bij de opvoeding tot fascist wordt
ook film ingezet, de Luce- journaals voor de fascistische propaganda, een
bioscoopbezoek aan de avonturenfilm La
figlia del Corsaro Verde ter vermaak, en de projectie van De verloofden ter stichtelijke
opvoeding. Het filmmotief wordt door Piemonte, die ook scenarioschrijver is,
vakkundig uitgewerkt en ze zet er zelfs de historische feiten voor naar haar
hand, zoals ze toegeeft in de ‘Noot van de schrijfster’.
Het derde element dat de
spanning vasthoudt is een subplot die zo uit een film noir zou kunnen komen: binnen de kolonie
blijken niet alle leidsters recht in de leer te zijn, en dat juist de rebelse
zusjes dit op het spoor komen is geen toeval.
Alles bij elkaar geeft deze
roman niet alleen op een haast filmische manier inzicht in de dramatische
gevolgen van een fascistisch idee over heropvoeding, maar leest hij ook als een
avonturenverhaal dat associaties oproept met neorealistische intriges, maar ook
met kostschoolromans of sociale experimenten zoals beschreven in Golding’s Lord of the flies. Zijn deze referenties
naar fictie impliciet, Piemonte zegt in de ‘Noot’ de geciteerde artikelen uit
de reglementen van de kinderkolonie direct ontleend te hebben aan het Regolamento per le colonie per i bambini
della Libia e dell’Africa Orientale. Bovendien laat ze haar hoofdstukken
voorafgaan door krantenkoppen uit die tijd die het vertelde verhaal kaderen in
de kroniek van de oorlog. De auteur lijkt zo schatplichtig te zijn aan Antonio
Scurati’s M, de succesvolle historische
trilogie over Mussolini waarin de auteur het visionaire realisme van zijn
narratief heeft verankerd in de taal waarin de documenten destijds het publiek
bereikten.
Manuela
Piemonte: De kinderkolonie,
Ambo/Anthos, Amsterdam 2021, 331 p. ISBN 9789026351044. Vertaling van Le amazzoni door Saskia Peterzon-Kotte. Distributie
VBK België
deze pagina printen of opslaan