Vertaald proza

BOEKEN NR. 9, NOVEMBER 2021

Raffaella Romagnolo: Antonio’s oog

door Inge Lanslots

Na Een verloren vriendin kon auteur en lerares Italiaans-geschiedenis, Raffaella Romagnolo (1971), Italiës geschiedenis niet loslaten. Even overwoog ze een sequel of een verhaal dat zich opnieuw in de eerste helft van vorige eeuw zou afspelen, maar uiteindelijk keerde ze nog iets verder terug in de tijd, meer bepaald naar de eenmaking van Italië. Zo komen personages ook weer even in het Piëmontese dorpje Borgo di Dentro aanwaaien.  

In ‘Aantekening van de auteur’ verwijst Romagnolo overigens expliciet naar die bronnen die haar hielpen bij het doorgronden van de complexe ‘historische werkelijkheid’. Net zoals voor haar andere roman verrichtte ze heel wat onderzoek. Italiës eenmaking benadert ze hierbij niet vanuit het voorspelbare perspectief van de hoofdrolspelers, zoals Giuseppe Garibaldi, maar vanuit wie in de marge van de grote Geschiedenis stond, zoals de fotograaf Alessandro Pavia. Die vatte het ambitieuze plan op om een album samen te stellen met foto’s van Garibaldi en zijn ‘mille’. Die 1000 strijders hadden de nationalistische generaal begeleid op zijn rebelse expeditie die tot de eenmaking van het hele Italiaanse schiereiland zou leiden, en niet alleen van Noord-Italië zoals Victor Emanuel II en staatsman Camillo Benso di Cavour oorspronkelijk hadden bedacht. Pavia wilde niet alleen hun rol in de geschiedenis vereeuwigen, maar er meteen ook een flinke duit aan verdienen.
 
De fotograaf zou zijn ambitieuze project echter nooit afronden, maar hij haalde er wel de geschiedenisboeken mee. Ook het leven van die ene fotograaf in de marge van de geschiedenis beschrijft Romagnolo trouwens zijdelings, namelijk door de ogen van zijn veel jongere pupil, Antonio Casagrande, een vondeling die Pavia uit het weeshuis Pammatone in Genua wegplukt. Een hele opluchting voor de dan twaalfjarige Antonio, die flink gepest wordt door zijn lotgenoten omwille van zijn beperking – Antonio is blind aan een oog. Desondanks gaat er voor Antonio een nieuwe wereld open, die hij leert vast te leggen voor het nageslacht. Gedetailleerde beschrijvingen leren ons hoe Antonio zich het métier van fotograaf eigen maakt en hoe hij politici, vrijheidsstrijders, soldaten, burgers en manifestanten op de gevoelige plaat vastlegt, maar ook dames van lichte zeden. Uit die erotische foto’s kon je indertijd behoorlijk munt slaan…
 
Zijn blinde oog lijkt Antonio bij het fotograferen helemaal niet te hinderen, maar hij ervaart het toch als een vloek. Dat oog geeft hem immers visioenen, een gedetailleerde vooruitblik op de dood van wie hij observeert. Antonio leert gaandeweg dat het noodlot onvermijdelijk is en toch wil hij zich daar niet bij neerleggen, zeker niet als het om zijn naasten gaat – Antonio’s zoektocht naar het geluk en de liefde was al zo hobbelig verlopen. Het leven van de fotograaf laat zich samenvatten zoals in het gedicht van Antonia Pozzi, de eerste epigraaf van Antonio’s oog, gevolgd door twee andere over fotografie:
 
‘Misschien is het leven wel echt
zoals je gewaarwordt in je jonge dagen:  
een onsterfelijke levensadem
van hemel naar hemel
op zoek naar ongekende hoogten.’
 
In interviews hamert Romagnolo erop dat precies in dat gedicht Antonio’s avontuurlijke leven en de geboorte van zijn vaderland samenvallen, die ‘jonge dagen’, zoals de roman oorspronkelijk zou heten. Op zich brengt ze met Antonio’s oog een hele mooie en boeiende parallel, waarin ze ook nog de opkomst van de fotografie verweeft. Dat is een beproefde techniek die wel vaker voorkomt in historische romans en die mits correcte verhoudingen gehanteerd worden ook heel beklijvende vertellingen kan opleveren. Laat Romagnolo’s gefictionaliseerde geschiedschrijving hierin nu wat teleurstellen. Als lezer voel je duidelijk dat de auteur zich gepassioneerd heeft ingewerkt – in diezelfde interviews heeft ze het vaak over de complexe fotografietechniek die haar toch wel wat hoofdbrekens kostte, maar in bepaalde passages komt Romagnolo hierdoor te belerend over. De roman vervoert je dus maar bijwijlen. Komt daarbij dat Antonio’s zienersoog wat vergezocht lijkt. Italiaanse recensenten labelen Romagnolo’s roman als een edutainend boek voor jongere lezers. Door mijn leeftijd behoor ik niet meer tot die doelgroep…
 
Raffaella Romagnolo: Antonio’s oog, Signatuur, Amsterdam 2021, 320 p. ISBN 9789056726980. Vertaling van Di luce propria door Hilda Schraa. Distributie Standaard Uitgeverij

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 3, MAART 2024

Binnen in de aarde is een berg

Hester Knibbe

De zomers

Ronya Othmann

Het mensenschip

Autran Dourado

Onze James. De vrouwen van Ensor

Jan Bultheel, Eric Min (nawoord)

Woestijnpassages

Emmelien Kramer

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 3, MAART 2024

Een toren van tijgers

Lizette de Koning, Gareth Lucas (ill.)

Eenbeen

Thijs Goverde

Roofvogels. De mooiste en machtigste dieren in de lucht

Walter De Raedt, Joris De Raedt (ill.)

Salto

Arndís Thórarinsdóttir, Linde Faas (ill.)

Springlevend

Saskia de Bodt

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri