Grondtonen
verzamelt dertig portretten van muzikanten die zich in de loop van hun carrière
waagden aan een literaire worp zoals een roman, een theatertekst of een
dichtbundel. Samensteller Francis Mus wil naar eigen zeggen nagaan of het hier
gaat om toevallige uitstapjes, of om een manifestatie van een dieperliggende
ambitie. De dertig artikels die Grondtonen
bundelt, zijn daarbij geschreven door verschillende auteurs die bereid
waren het werk van één artiest nader onder de loep te nemen. Dat levert alvast
een prettige afwisseling op, want alle bijdragen hebben hun eigen invalshoek: hoogleraar
Rudi Laermans’ tekst heeft een heel ander karakter dan pakweg de inbreng over
John Darnielle, die geschreven lijkt door een gepassioneerde fan (Cin Windey) –
en dat is dan in de meest positieve zin van het woord bedoeld.
Een duidelijke foto en een korte vermelding van zowel het
belangrijkste muzikale statement als het relevantste literaire werk opent elk
hoofdstuk. Erg prettig is ook dat alle muzikanten zonder uitzondering op tien
tot elf pagina’s aandacht krijgen, zodat geen enkele schrijver aan de haal gaat
met overdreven veel aandacht voor zijn subject. Kortom, de eindredactie van Grondtonen getuigt van veel zorg en
strikte discipline.
De schrijfstijl is – zoals eerder vermeld – wisselend, maar de kwaliteit
van de stukken zonder uitzondering bijzonder hoog. Zo is de tekst over Adamo
heel informatief, nuchter en eenvoudig geschreven; de lezer komt bijzonder veel
te weten. Het zou zó in een weekendbijlage van een kwaliteitskrant hebben
kunnen staan. Het stuk over Leonard Cohen, door samensteller Francis Mus zelf
geschreven, is dan weer duidelijk van de hand van iemand die meer vertrouwd is
met een academische schrijfstijl.
Voor de lezer valt in elk geval veel te ontdekken dankzij
de wisselende invalshoeken: zo leert hij bv. over de invloed van het milieu
waarin Les Claypool (drijvende kracht achter Primus) opgroeide en vertoefde,
het doorwerken van diens achtergrond in zijn artistieke producten, en
dergelijke meer. Of wat te denken over de enthousiaste bijdrage van Bart
Dreesen, die de lezer kennis laat maken met het werk van de Italiaanse cantautore (singer-songwriter) Fabrizio
De Andre en hem aanspoort naar zijn oeuvre op zoek te gaan.
Met de keuze als samensteller en
niet als unieke auteur op te treden, trekt Francis Mus de kaart van de
expertise en de afwisseling. Alle bijdragen getuigen van een speciale
belangstelling voor de gevolgde muzikant. Grondtonen
mist wel een conclusie en een betere omkadering. Zo richt het boek zich
uitsluitend op westerse artiesten uit de tweede helft van de 20ste
eeuw in populairdere genres, maar wordt nergens duidelijk gemaakt waarom voor die beperking is gekozen. Ook
het belang van sommige artiesten is twijfelachtig: Bruce Dickinson (zanger Iron
Maiden) vindt zijn eigen boeken geeneens literatuur en de jeugdgedichtjes van
Tupac Shakur zouden zonder diens muzikale carrière wellicht nooit enige
belangstelling hebben genoten. Tussen sommige artiesten zijn parallellen te
trekken; bij anderen zijn het net de merkwaardige tegenstellingen die opvallen.
Met die vaststellingen doet samensteller Francis Mus helaas niets: het trekken
van conclusies wordt aan de lezer overgelaten. Maar de lezer die over dit
schoonheidsfoutje heen kan zien, wacht een interessante bundel van dertig heel
leesbare en verzorgde portretten.
Francis Mus: Grondtonen. Als muzikanten schrijvers worden, Het Spectrum, Amsterdam 2020, 384 p. : ill. ISBN 9789000368822. Distributie Lannoo
deze pagina printen of opslaan