Tegelijk met de uitgave van De schrijver die over de soep vloog, de levensbeschrijving van de
illustere Nederlandse auteur Frans Pointl (1933-2015), verzorgde zijn biograaf David
de Poel ook diens Verzameld werk.
Natuurlijk is daarin zijn bestseller De
kip die over de soep vloog (1989) waarmee hij doorbrak, opgenomen. Ook
minder bekende werken als De hospita’s
(1996) en Poelie de verschrikkelijke (2008)
zijn aanwezig. Maar veel belangrijker is de verschijning van tot nog toe
ongepubliceerd materiaal, nagelaten werk en voor het grote publiek onbekend
gebleven gedichten. Het is overigens niet de eerste keer dat nagelaten werk
wordt geopenbaard; al in 2016 verscheen bij Nijgh en Van Ditmar nagelaten werk
onder de titel Zonder rampspoed valt er
niets te melden, eveneens bezorgd door David de Poel. Dankzij zijn
vriendschap met Frans Pointl in de laatste tien jaar van diens leven had de
Poel vrije toegang tot Pointls documenten.
De onderhavige uitgave biedt
aldus een compleet overzicht van de evolutie van de schrijver: van zijn
literaire probeersels, zijn eerste uitgaven (ver voor zijn bekendste werk de weg
naar het grote publiek vond), over zijn poëzie en losse verhalen die slechts in
obscure literaire tijdschriften gepubliceerd werden, tot persoonlijke gedachten
en gedichten die hem bezig hielden toen het einde in zicht was. Het is een
schat aan informatie voor de Pointl-liefhebber, die de sombere, maar toch kenmerkend
humoristische toon zal terugvinden in de verhalen, maar even goed voor de lezer
van de Poels biografie, die in het werk plots zoveel autobiografisch materiaal
zal herkennen. En tot slot is het een revelatie voor de literatuurliefhebber die
te jong is om de hausse die Frans Pointl trof, te hebben meegemaakt.
De Poel maakt met
zijn selectie duidelijk dat Pointl lang vóór zijn grote doorbraak al aan de weg
timmerde met verdienstelijke verhalen en gedichten, ook al werd hij aanvankelijk
door grote uitgevers als Geert van Oorschot afgewezen. De oudste teksten vond
de samensteller niet alleen in de achtergebleven documenten die Pointl hem zelf
ter beschikking stelde, maar ook in de archieven van schrijvers als A. Moonen,
Bert Schierbeek en zijn eerste uitgever Guus Bauer.
Moeiteloos herkent de lezer de
droge humor alsook de vaste thema’s van de schrijver: het eenzame bestaan, de
moederfiguur, katten, het Joods zijn. De verzamelde uitgave toont de
consistentie van het oeuvre van Frans Pointl. Bovendien zijn de verhalen en
gedichten ontegenzeggelijk autobiografisch: van de teksten uit Zonder rampspoed niets te melden – rake,
vaak pijnlijke observaties over het leven in het Sarphatihuis (het
verzorgingshuis waar hij noodgedwongen de laatste jaren van zijn leven
doorbracht) tot Terugfoto en Je drie namen, verzen over zijn vroege
jeugd. In dat laatste gedicht verwoordt Pointl de onbereikbaarheid van zijn
moeder, zo getroffen door de gruwelen van de Tweede Wereldoorlog dat het voor
haar onmogelijk is de toenaderingspogingen van haar zoon te beantwoorden.
Enerzijds verstikt ze hem met haar liefde en bezorgdheid, anderzijds laat ze
haar echte innerlijk niet zien aan de jonge Frans. Of Terugfoto waarin het feit aangehaald wordt dat de kleine Pointl van
zijn verder afwezige vader een fototoestel krijgt, zijn eerste eigen kostbare
bezit. Korte tijd later zal hij het – moeder en zoon leefden verder in diepe
armoede – moeten teruggeven omdat blijkt dat vader het toestel nog niet betaald
had.
Niet
alleen zijn eigen omgeving inspireert Pointl tot schrijven, ook
maatschappelijke gebeurtenissen, zoals de moord op treinconducteur Jan Wietze
Van der Meulen (1991) door een zwartrijder. Eveneens ontroerend zijn de
gedichten over de nakende dood – Pointl leed aan allerlei uitzichtloze en zich
verergerende lichamelijke kwalen en had om euthanasie gevraagd. Zo is er het
pakkende gedicht Nieuwe dag:
‘alsof ik ben gedwongen
de Mount Everest te
bedwingen
ervaar ik elke nieuwe dag
graag doodvallen
in een
kilometersdiepe afgrond
enorm pak sneeuw erop
ben hier nooit geweest.’
Opmerkelijk is wel dat niet álle
werk van Frans Pointl lijkt te zijn opgenomen. Zo ontbreekt Dagboek, een geestig kortverhaal
geschreven in 2007 voor een gelegenheidsuitgave met o.a. Gerrit Komrij, Herman
Koch en David de Poel zélf naar aanleiding van de verhuizing van de openbare bibliotheek
Amsterdam. Aangestipt dient ook te worden dat het voorafgaand, of gelijktijdig,
lezen van de biografie van Frans Pointl, het begrip van diens werk aanzienlijk
verbreedt en verdiept. Want ook al noemde hij zichzelf wel eens ‘het kleinste
schrijvertje van Nederland’, zijn stem mag blijvend gehoord worden. Een pluim
voor David de Poel om hiertoe bij te dragen.
Frans Pointl: Verzameld werk,
Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam 2019, 1084 p. ISBN 9789038804798. Distributie
L&M Books
deze pagina printen of opslaan