Mattis D. Hansen is de naam waarnaar het hoofdpersonage uit
Dimitri Verhulsts nieuwste roman luistert. Hoewel er aanvankelijk eigenlijk niet
veel mensen zijn die zijn naam überhaupt uitspreken, want Mattis leeft als een
kluizenaar in een afgelegen hutje aan een meer in een dunbevolkt gebied in
Zweden. Het riep in interviews meteen de oeroude, maar weinig relevante vraag op
in hoeverre De pruimenpluk een
autobiografisch verhaal was, een vraag die Verhulst consequent – en terecht –
nooit heeft beantwoord.
Mattis is het soort
personage dat bij Verhulst in bijzonder goede handen is. Een eenzaat die
zichzelf haat, maar daar ook wel van geniet. Een grommende mompelaar, die ook
de rest van de wereldbevolking eigenlijk haat, maar die tegelijk te veel van
het leven lijkt te houden om van die haat een echt punt te maken.
Tot hij op een mooie dag besluit zijn huisje te verkopen.
Het bezoek van de mevrouw van het immobiliënkantoor levert hilarische pagina’s
op. Ze probeert er wat van te maken, van Hansens huis, het is de aard van het
beestje: elke eigenaardigheid probeert ze om te toveren tot een voordeel, maar
ze moet toch telkens vaststellen dat het wel heel erg moeilijk gaat worden om
iemand te vinden die hier zou willen wonen – iemand anders dan Mattis zelf,
tenminste.
Echt aan de orde komt dat
probleem gelukkig niet, want ondanks het feit dat het eerste bezoekende koppel
het huis al meteen lijkt te willen kopen, keert Mattis zijn kar. Dat is de
schuld van Elma, Mattis’ buurvrouw, op wie hij smoorverliefd wordt. Een
vanzelfsprekende liefde is het niet, want ook al is ze wederzijds, Elma zit nog
steeds met Erik, haar overleden ex, in het achterhoofd, meer dan wat je nog
gezond zou kunnen noemen. Mattis, kortom, krijgt een vrouw in zijn leven die zo
mogelijk nog meer dan hijzelf kampt met eenzaamheid en de fundamentele
onmogelijkheid om daarmee om te gaan, ook al wentelt Elma zich minstens even
graag als Mattis in die bodemloze put van tristesse.
Mattis zet alles in het werk om Elma helemaal voor zich te
winnen, want deze twee verloren zielen lijken inderdaad voor elkaar geschapen
te zijn. Zijn plannen worden steeds snoder, tot ze flirten met het pathetische,
maar goed, het minste dat je kan zeggen is dat Mattis opnieuw ergens voor
vecht, met al zijn hebben en houden gaat voor wat hij echt begeert. Wanneer de
twee Venetië bezoeken slaat, hoe kan het ook anders, uiteindelijk toch alweer
de twijfel toe.
De pruimenpluk is daarmee een vintage Verhulst: geen groot verhaal,
maar wel een roman die dooraderd is van geestigheid en die tegelijk een
meesterlijk gevoel voor tristesse ademt.
Dimitri Verhulst: De
pruimenpluk, Pluim, Amsterdam 2019, 151 p. ISBN 9789492928504
deze pagina printen of opslaan