Vertaald proza

BOEKEN NR. 7, JULI 2019

Lars Mytting: De Zusterklokken

door Ine Kiekens

Het fictieve Noorse dorpje Butangen, gesitueerd tussen Fåvang en Tretten in het Gudbrandsdal, laat zich het beste omschrijven als een typische landschapsidylle: een veertigtal boerderijtjes her en der verstrooid, een duizendtal inwoners en een typische staafkerk, opgetrokken omstreeks 1170. Een dorpje, waar op zich weinig bijzonder gebeurt: niemand van de bevolking haalt het in zijn hoofd weg te trekken en niemand van de buitenwereld denkt er ook maar aan om zich in dit afgelegen oord te vestigen. Dat vormt dan ook de reden waarom bijzonder weinig mensen van buitenaf het verhaal van de Zusterklokken kennen.  
 
Lang geleden werd er in het geslacht van Hekne een tweeling geboren die van hun heupen tot hun voeten met elkaar waren vergroeid. Deze Siamese tweeling, Halfrid en Gunhild, vormden weliswaar een bijzonderheid in het dorp, maar ze draaiden al snel mee in het leven op de Hekne-boerderij. Ze vervaardigden bijzondere wandtapijten die later voor veel geld werden verkocht. Op een bepaalde dag werd Halfrid ziek en vader Eirik Hekne vreesde dat Gunhild voor de rest van haar dagen met het lijk van haar zuster zou moeten rondlopen. Hij bad daarom opdat, indien het God zou vergunnen, beide zusters samen zouden mogen sterven. En zo geschiedde het: eerst verloor Halfrid het leven en kort daarna stierf Gunhild. Uit dankbaarheid liet Eirik twee kerkklokken gieten: de ene opgedragen aan Halfrid en de andere aan Gunhild. Beide klokken hingen in de dorpskerk en werden de Zusterklokken genoemd. Bij zeldzame gelegenheden van gevaar, bijvoorbeeld overstroming, waarschuwden ze zelfs de bevolking, maar over het algemeen luidden ze op de typische kerkelijke momenten.  
 
Aan het einde van de 19de eeuw kwam daarin echter verandering:  
 
‘De klokken hingen veilig in de toren tot het jaar 1880, toen ze, en met hen het dorp, het slachtoffer werden van plotselinge veranderingen en onbuigzame geesten. De ene klok zou zelfs onder water belanden en weer worden opgevist, en de enige die macht over het lot van de klokken bleek te hebben was een jong meisje uit het geslacht Hekne. Haar offer zou net zo groot zijn als dat van de ouders van de Hekne-zusters, maar zij moest haar offer in stilte brengen, en lange tijd was er slechts één man die wist wat ze had gedaan.’
 
Het relaas van die plotse veranderingen wordt verteld in De Zusterklokken, het eerste boek in een trilogie van Lars Mytting. Mytting is een Noorse auteur die eerder al De man en het hout en De vlamberken schreef. In al zijn boeken speelt Noorwegen, en in het bijzonder de Noorse natuur, een centrale rol.
 
Mytting schetst aan het begin van De Zusterklokken hoe Kai Schweigaard, een dominee, naar Butangen gestuurd wordt om er het woord van God te prediken en de dorpelingen in hun geloof bij te staan. Dat is aanvankelijk geen gemakkelijke taak: de inwoners van Butangen staan nauwelijks open voor de komst van een nieuwe dominee en ook voor Schweigaard is het aanpassen aan zowel het gure klimaat als de koudvochtigheid die hij bij zijn nieuwe toevertrouwden ervaart. Daarin komt verandering wanneer hij Astrid leert kennen: een jonge vrouw uit het geslacht van Hekne die bij hem in het huishouden komt werken. De vonk slaat bij beide over, maar door omstandigheden maken ze hun liefde niet openlijk aan elkaar bekend. Schweigaard is namelijk al verloofd en Astrid beschouwt zichzelf niet als de typische domineesvrouw die haar man in al zijn taken gedienstig kan bijstaan.  
 
Een bijkomend obstakel vormt Schweigaards plannen met de staafkerk van Butangen. Hij verkoopt de oude vervallen kerk aan Duitsland in ruil voor een stevige som geld waarmee hij een nieuwe kerk kan bouwen. Astrid verzet zich tegen zijn plan, in het bijzonder omdat ze de Zusterklokken wil beschermen. Als telg uit het Hekne-geslacht heeft ze namelijk een bijzondere band met de klokken. Schweigaard drijft zijn zin evenwel door en biedt huisvesting aan Gerhard Schönauer, een Duitse architect in opleiding die de opdracht heeft gekregen om de staafkerk vanuit verschillende perspectieven te tekenen. De komst van Schönauer vormt een kantelpunt: Astrid en Schönauer krijgen gevoelens voor elkaar en plannen een nieuw leven in Dresden, de woonplaats van Schönauer. Schweigaard kan dit echter niet verkroppen en neemt enkele beslissingen die het leven van de inwoners van Butangen volledig op zijn kop zet.
 
De Zusterklokken vormt een origineel verhaal dat vanuit verschillende perspectieven wordt verteld. Hoewel de tekst op de achterflap van de roman de belofte van een veeleer traditionele domineeroman inhoudt, blijkt het verhaal veel spannender en onvoorspelbaar te zijn. Nergens krijg je als lezer het gevoel dat je weet hoe het verhaal verder zal verlopen. Mytting bouwt de spanning namelijk minutieus op zonder iets van de uiteindelijke verhaallijn prijs te geven, hoewel hij af en toe een subtiele vooruitwijzing introduceert.
 
Dit doet hij onder meer onder het mom van raadselachtige voorspellingen die pas hun volledige betekenis krijgen wanneer ze zijn uitgekomen. Mytting maakt daarbij handig gebruik van Oudnoorse legenden en vertellingen. Dat je als lezer daarbij tegelijk een en ander opsteekt over de Noorse geschiedenis en cultuur, is ook leuk meegenomen. Zo heeft Mytting het bijvoorbeeld over het interieur van de Noorse staafkerken, waarin christelijke elementen en Oudnoorse mythologische verwijzingen naadloos met elkaar zijn gecombineerd. De evocerende kracht die uit zijn woorden spreekt, doet de uitleg in toeristische gidsen dan ook verbleken.
 
Het is de bijzondere verdienste van de auteur om zijn beschrijvingen, in het bijzonder van Butangen alsook de Noorse natuur die het dorp omgeeft, zo trefzeker neer te pennen. Als lezer waan je jezelf een bevoorrechte toeschouwer die zich aan de zijden van de hoofdpersonages bevindt. Je ziet voor je ogen het Gudbrandsdal opdoemen en je ervaart als het ware wat de hoofdpersonages meemaken, met de bijtende kou en de gure wind als metgezellen. Myttings grote vertelkracht laat de lezer dan ook getuige zijn van een bijzonder sneeuwbaleffect: de geboorte van Halfrid en Gunhild aan het begin van de roman vormt een klein sneeuwvlokje dat zich via de schepping van de Zusterklokken, de onuitgesproken liefde tussen Astrid en Schweigaard, de bezegelde liefde tussen Astrid en Schönauer en de intriges van Schweigaard ontpopt tot een steeds sneller rollende sneeuwbal.
 
Deze lezer prijst zichzelf alvast gelukkig dat de vaart van de sneeuwbal nog niet ten einde is. Het is namelijk uitkijken naar het tweede en derde deel van de trilogie, waar het nageslacht van Astrid ongetwijfeld een belangrijke rol zal spelen.
 
Lars Mytting: De Zusterklokken, Atlas/Contact, Amsterdam 2019, 416 p., ISBN 9789025453954. Vertaling van Søsterklokkene door Paula Stevens. Distributie VBK België

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri