Vertaald proza

NR. 1, JANUARI 2015

Schrijven als overlevingsstrategie: Toeval en illusie bij Paul Auster (1947-2024)

door Kris van Zeghbroeck

Het leek wel of de recent overleden joods-Amerikaanse postmodernist Paul Auster (1947-2024) als zeventiger zijn schrijverscarrière aan het aftellen was. 4321 (2017) luidt de titel van zijn voorlaatste roman. De kroon op een ‘levenswerk’? Levenswerk is niet toevallig de titel van de Nederlandse vertaling van zijn Collected Prose (2010), Austers verzamelde non-fictie. Het globale Austeriaanse oeuvre stoelt in hoge mate op herkenbaarheid: de hand Austers.

‘Bij Auster bestaan geen scheidslijnen tussen de genres, zijn fictie zit vol non-fictie, zijn non-fictie heeft alle trekken van fictie, zijn proza klinkt als poëzie, zijn poëzie leest als een essay.’ Het bindmiddel bij uitstek van zijn oeuvre is het begrip ‘toeval’. Toeval dat als het noodlot de mens in een neerwaartse spiraal stort voor een nieuw bestaan opgebouwd kan worden.

En leven en schrijven zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden bij Auster, zoals autobiografische schrijfsels als ‘Het rode notitieboekje’, ‘Van de hand in de tand’, ‘Het spinsel van de eenzaamheid’ en het programmatische essay ‘Hongerkunst’ gebundeld in Levenswerk onderstrepen. Onder het motto ‘ik schrijf dus ik besta’ lijkt Auster aan een nihilistisch magnum opus te werken waarin alles in een ingewikkeld netwerk van illusies, allusies en toevalligheden samenkomt, zonder enige duiding of richting te geven.

'Auster beschrijft innerlijke landschappen: verkenningen van het wezen van de identiteit, de voortdurende druk van het geheugen en het verleden op het heden, de hoop op transcendentie en verlossing [en] het 'aanvaarden van de ambiguïteit''.

Elk werk wordt per definitie ondermijnd en in vraag gesteld, zodat een nieuw boek telkens weer als een feniks uit de as kan herrijzen: steeds weer een nieuwe variatie op hetzelfde thema. Tegelijkertijd spint Auster zich in zijn oeuvre in als in een cocon, waar auteur en werk met elkaar versmelten. Schrijven op zich wordt zo een overlevingsstrategie die, met het oog op een geboeide lezer, steeds ingewikkelder wordt.

Ondanks de soms verregaande spielerei blijven zijn boeken uitdagende leeservaringen, zeker omdat de worsteling van de lezer met de geloofwaardigheid van de opvoering een onderdeel wordt van het concept. Austers typische kale, wat koudbloedige maar toch poëtische manier van schrijven wordt wel eens omschreven als een kruising tussen Samuel Beckett en Nathaniel Hawthorne, twee invloeden waarvan zijn oeuvre sterk doordrongen is.

In 4321 volgen we in de loop van zeven hoofdstukken telkens vier versies van hetzelfde personage (bijvoorbeeld 1.1, 1.2, 1.3, 1.4) die op verschillende wijze de weg naar volwassenheid bewandelen. Met andere woorden vier bildungromans voor de prijs van één. De eerste, formatieve twintig jaren waarin de mens zich ontwikkelt, staan gekaderd binnen de tijdgeest van de jaren vijftig en zestig in de regio New York (Newark, New Jersey en New York City).

Hoofdpersonage Archibald Ferguson is niet biografisch maar deelt een groot aantal kenmerken met Auster. Ze hebben dezelfde Joodse familieachtergrond, zijn in hetzelfde jaar geboren, wonen op dezelfde plaatsen en delen een aantal levensfeiten. Hoewel er duidelijke verschillen blijven wordt door de overlappingen de versmelting van auteur, personage en boek in de verf gezet. Uiteindelijk dirigeert Auster als auteur toevalligheden die hij als personage ondergaat:

‘It has been called a novel about chance, but I prefer to use the idea of ‘the unexpected’. ‘Accident’ is another word that could apply. In philosophical terms, an accident is something that need not occur, a contingent fact, and yet of course we are all involved in accidents of one kind or another and continually meet up with the unexpected throughout our lives.’ (The Guardian)

Naar eigen zeggen is het de eerste keer dat Auster historische gebeurtenissen een centrale plaats geeft in zijn fictie. In een tumultueuze politieke periode met onder meer de Vietnamoorlog, de moord op JF Kennedy en de Civil Rights Movement ondergaat Archibald zijn verschillenden reizen naar volwassenheid. Het caleidoscopische spel van toevalligheden, de voor Auster ongebruikelijk gedetailleerde beschrijvingen en de onvermijdelijke viervoudige herhalingen, maken dat de auteur zijn doorgaans minimalistische aanpak inruilt voor een epische dimensie.

Ondanks de schijnbare toegankelijkheid van zijn proza, kan je Paul Auster best als een writer’s writer bestempelen die met uitgepuurde finesse en zin voor de details van de alledaagse werkelijkheid zijn materie eindeloos herkauwt in steeds nieuwe variaties. Zijn teleurstelling over het uitblijven van reacties op zijn beschrijvingen van racisme uit die periode, geeft aan dat hij op het einde van de rit met zijn postmoderne taalspel dan toch een maatschappelijke boodschap ambieert.

Toch werd 4321 niet het uiteindelijke testament van Auster. De jaren 2021/2022 profileerden zich als zijn spreekwoordelijke annus horribilis. Als kind nog ontsnapt aan een dodelijke blikseminslag die op kamp de jongen naast hem raakte, wordt Auster als bejaarde man geconfronteerd met de diagnose van longkanker. De toevalligheden des levens kunnen echter nog harder toeslaan.

Nog voor de diagnose verloor Auster achtereenvolgens zijn kleindochter Ruby (tien maanden oud) en zoon Daniel (uit zijn eerste huwelijk met de auteur Lydia Davis) aan drugs. Naar verluidt slikte de baby fentanyl nadat de verslaafde Daniel in slaap viel na een shot heroïne. Daniel werd voor de feiten veroordeeld en overleed op borgtocht na een overdosis in de metro.

Hoewel een nieuw boek jaren voorbereiding kent, getuigt het van sterke veerkracht om in het spoor van het noodlot nog een paar nieuwe titels te publiceren. 'The patron saint of literary Brooklyn' weet met Bloodbath Nation (2023, Bloedbadnatie) zijn steentje bij te dragen aan het maatschappelijke debat rond wapengeweld in de Verenigd Staten. Inherent aan het (koloniale) bloedbad waarop de Amerikaanse Natie van het prille begin gebouwd is.

Tevens een samenwerking met fotograaf en schoonzoon Spencer Ostrander, die een aantal van de bloedbadlocaties in het nieuwe millenium in beeld brengt. Samen met Austers dochter Sophie (zangeres en actrice uit het tweede huwelijk met auteur Siri Hustvedt) brengt het koppel op de valreep (01.01.2024) nieuw leven in Austers bewogen familiegeschiedenis met kleinzoon Miles Auster Hustvedt Ostrander.

Zijn laatste literaire telg bracht Paul Auster in 2023 met de roman Baumgartner, waarin hij voor een laatste keer zichzelf, zijn thematiek en vertelstijlen vol literaire referenties tot een ontroerend geheel verweeft. Hoofdpersonage, zeventiger en quasi alter ego Seymour Tecumseh Baumgartner moet zich door een schier eindeloze reeks van tegenslagen worstelen om weer greep te krijgen op zijn ontspoorde leven...

Hoewel romans als The New York Trilogy (1987), Moon Palace (1989), The Music of Chance (1990), Leviathan (1992), The Book of Illusions (2002), The Brooklyn Follies (2005) en Invisible (2009) tot de hoogtepunten uit zijn oeuvre gerekend worden, is het Paul Austers 'Gesamkunstwerk' dat een blijvende stempel drukt op de postmoderne Amerikaanse literatuur.

Paul Auster: Baumgartner, De Bezige Bij Amsterdam 2023, 205 p. ISBN 9789403128849. Vertaling van Baumgartner door Ronald Vlek. Distributie: WPG Uitgevers

Paul Auster: Bloedbadnatie, De Bezige Bij Amsterdam 2023, 159 p. ISBN 9789403118826. Vertaling van Bloodbath Nation door Ronald Vlek. Distributie: WPG Uitgevers

Paul Auster: 4321, De Bezige Bij Amsterdam 2017, 941 p. ISBN 9789023454878. Vertaling van 4321 door Ronald Vlek. Distributie: WPG Uitgevers

Paul Auster: Levenswerk, De Bezige Bij Amsterdam 20154, 684 p. ISBN 9789023487692. Vertaling van Collected Prose door Annelies Eulen, Mea Flothuis, Ton Heuvelmans, Johannes Jonkers en René Kurpershoek. Distributie: WPG Uitgevers

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri