Frankrijk heeft
een nieuwe literaire held. Zijn naam is Edouard Louis, hij moet nog 25 jaar
worden, en met Geschiedenis van geweld,
zijn tweede roman, heeft hij de Franse letteren al voor de tweede keer in
enkele jaren tijd op haar nochtans stevige grondvesten doen daveren. Hij doet
dat met het verhaal van hoe een liefdesnacht zich ontpopt tot een gruwelijke
nachtmerrie. Maar vooral met de manier waarop hij die nacht, en de dag die erop
volgt, verwoordt: Geschiedenis van geweld
is immers een massieve en fundamenteel onverteerbare brok gestolde woede en
verbijstering. Elke vezel van dit boek geeft het trauma weer waar Edouard Louis
komaf mee wil maken.
De kerstnacht waar het allemaal om
draait, begint nochtans goed. Het hoofdpersonage komt thuis met Reda, een
Algerijnse jongeman. Opwinding giert door de lucht, alles wijst in de richting
van een liefdesnacht. Maar gaandeweg neemt de werkelijkheid een brute bocht van
honderdtachtig graden. De ik-persoon wordt bestolen, verkracht, geslagen en
gewurgd. Wat begon als een onschuldig vluggertje, vormt al snel een bedreiging
voor zijn leven, en hij ontsnapt maar net aan de dood.
Hij
wil zo snel mogelijk alles wegwassen. Hij wast zijn lakens, schrobt zijn
appartement, staat eindeloos lang in de douche. Maar dat is slechts een eerste
reflex en buiten de wetten van de bureaucratie gerekend. Want daags na de
feiten zal hij zijn verhaal zo vaak moeten vertellen dat hij er kotsmisselijk
van wordt. Eerst aan een agent, dan aan een rechercheur, dan nog eens en nog
eens.
‘Hij vroeg
het zo vaak, tussen andere vragen in, of ik het wapen had gezien, dat ik er
uiteindelijk aan begon te twijfelen, niet meer wist of ik het echt had gezien,
of Reda echt een wapen had gehad, ook al wist ik het nog, de werkelijkheid werd
ondergraven door het herhalen.’
Als gruwel al recalcitrant zou kunnen
worden, dan heeft Edouard Louis de manier bij uitstek gevonden. Maar net door
de herhaling, door steeds op dezelfde spijker te slagen, slaagt Louis erin om
het geweld niet alleen te beschrijven, maar ook te laten voelen. Maar naast
herhaling beheerst én bedrijft Edouard Louis nog een kunst in Geschiedenis van geweld. Onder andere de
wetten van de interpunctie flagrant met de voeten te treden, slaagt hij erin
het trauma van zijn hoofdpersonage, opnieuw, te laten voelen in plaats van het
te beschrijven. De gejaagdheid en het trauma van het slachtoffer wordt niet
alleen weergegeven in wat hij zegt, maar ook in hoe hij dat doet.
In
die zin doet het boek bijwijlen denken aan Een
klein leven van Hanya Yanagihara, een boek dat bewees dat literatuur zo
performant kan worden dat ze pijn en verdriet op den duur daadwerkelijk laat
voelen, in plaats van het alleen te beschrijven. Ook in het geval van Geschiedenis van geweld levert het een
krachttoer op, een roman die je niet zomaar naast je neer kan leggen.
Edouard Louis: Geschiedenis van geweld, De Bezige Bij, Amsterdam 2017,
206 p. ISBN 9789023466918. Vertaling
van Histoire de la violence door Jan Pieter Van der
Sterre en Reintje Ghoos. Distributie: WPG Uitgevers
deze pagina printen of opslaan