Lange
tijd was Hans Dorrestijn vooral bekend omwille van zijn knappe, humoristische
teksten voor onder meer de Stratemaker-op-Zeeshow en tal van andere kinderprogramma's.
Daartegenover stonden de zelfgeschreven liedjes voor volwassenen die hij dan
weer hij bij zijn eigen optredens zong. Die kenmerkten zich door een
misantropisch wereldbeeld, niet zelden geïllustreerd aan de hand van schetsen
uit het huwelijkse leven.
Dat hij ook een gepassioneerd
vogelaar was, bleef tot zijn verschijning op televisie als één van de Baardmannetjes (twee oudere mannen gewapend met een
verrekijker op zoek naar vogels) veelal ongeweten. Nu is een ruime selectie van
de vogelverhalen die hij eerder publiceerde in bundels als Dorrestijns vogelgids (2007), Dorrestijns natuurgids (2010) en Dudeljo!(2014) verzameld in de
vuistdikke Dorrestijns volkomen vogelgids.
Het is een prachtig, duidelijk en interessant overzichtswerk geworden,
geschreven volgens Dorrestijns eigen levensvisie. Dat wil zeggen: hij kijkt met
lede ogen om zich heen, maar weet de ellende die hem te beurt valt met een
ruime dosis humor in te kleden. Het resultaat is een boeiend verhaal van een
man nu weer op reis in Polen, dan weer op stap in Spanje met
collega-tekstdichter Rob Chrispijn op zoek naar de maïsparkiet, de bijeneter of
de kuifkoekoek. Vaak neemt zijn verhaal een zijweg richting het schrijven van
een cowboylied, zijn mislukte huwelijk of herinneringen aan Fetze Pijlman, een ander
lid van Het Schrijverscollectief waar ook Dorrestijn jarenlang deel van
uitmaakte.
Zo is de vogelgids veel meer dan alleen een
alfabetisch overzicht van de vogels die Hans Dorrestijn op zijn tochten
ontmoet. Het is tegelijkertijd een persoonlijk relaas waarin we de schrijver
beter leren kennen; de vogeltjes zijn een leuke kapstok hiertoe. De beestjes
passeren de revue in korte anekdotes. De lezer leert wat over de specifieke
eigenschappen van het dier en ziet het afgebeeld op een kleine, kleurrijke
foto. Sommige vogels, zoals de wielewaal, worden zeer ruim met aandacht
bedeeld; anderen zijn dan weer amper een (weliswaar grappig) versje waard,
zoals bv. de duif. Dat alles maakt Dorrestijns
Volkomen vogelgids tot
een niet-klassiek handboek: de liefhebber zal tevergeefs zoeken naar lijsten
van kenmerken, afmetingen, broedgebieden of beschrijvingen van de roep van de
betreffende vogel. Daarvoor raadt Hans Dorrestijn overigens zelf aan
een 'echte' gids zoals
die van Lars Jonsson.
De Volkomen vogelgids is echter een prima aanvulling op de
traditionelere overzichtswerken. De liefhebber van de schrijver Dorrestijn zal
zich kunnen laven aan de beschreven fauna en flora en al snel herkenningspunten
vinden in het leven en schrijven van Hans Dorrestijn. Het boek is uiterst geschikt om mee te
gaan op een (bos)wandeling – het biedt zoveel aan humor en kennis dat het
zonder probleem in kleine stukjes gelezen én herlezen kan worden. Een zeer
mooie en handzame uitgave, verplichte literatuur voor elke ornitholoog en/of
Dorrestijn-liefhebber. Het bevat tevens een boeiend hoofdstuk over vogels in de
Nederlandse literatuur. En een afbeelding van het kleurige baardmannetje en de
kleine kneu ontbreken niet. Een must.
Amsterdam : Nijgh & Van
Ditmar 2016, 574 p. ISBN 9789038802428. Distributie:
L&M Books
deze pagina printen of opslaan