Nog maar vijf jaar geleden verscheen Achter de muur, Marga Minco’s verzamelde verhalen, dat nu verramsjt
wordt. Desondanks komt Van Oorschot, eigenzinnig als steeds, met deze nieuwe,
uitgebreide keuze uit haar werk, in een prachteditie. Als je niet weet waar de
titel vandaan komt, zou je de verklaring ervan enigszins lastig kunnen vinden.
Volgens de uitgever zag Minco de eervolle uitgave (‘Gedundrukt door Van
Oorschot’, la Pléiade in Holland!) als echt eentje na die van haar twee grote
voorgangers in de reeks: Simon Carmiggelt en Annie M.G. Schmidt, de echte
sterren. Maar je mag, zeker bij deze schrijfster, ook aan andere sterren
denken.
Achter de muur was een tamelijk slordige
verzameling zonder verantwoording en volledigheid. Niet erin staan drie
verhalen die we hier wel aantreffen. Eentje, ‘Het lelijke knikkertje werd mooi’
staat gek genoeg, verschenen in 1940, aan het eind van het eerste deel van deze
bloemlezing, die loopt tot 1969. Waarschijnlijk moeten we het, niet erg
originele, sprookjesachtige verhaaltje symbolistisch interpreteren. Zeker in
deze nieuwe, kale versie, waarin de personages geen namen meer hebben. Volgens
de schrijfster is het ooit slechts in een dagblad verschenen. Het kwam echter
ook al terecht in deel 6 van de reeks ‘De Trapeze’ van Wolters-Noordhoff. Ook ‘De
wandelende struik’ komt uit ‘De Trapeze’ deze verzameling binnen. Het derde,
‘Namen’, zou je kunnen kennen uit het Floroskoop-deeltje 3 van uitgeverij Het
Spectrum. In dat boekje heet het ‘Maarts viooltje’. Kennelijk beschouwde men
dit niet als een verhaal, maar als een autobiografisch stuk en belandde het dus
niet in Achter de muur. Het staat in Na de sterren misschien om dezelfde
reden helemaal achteraan, na een bladzij wit: na alle fictie geeft het enkele
feiten. Hoe en waarom de schrijfster na Sara, Selma, Saartje, Hus, via
Margaretha en Fimkje, Marga ging heten, de naam onder wie de lezers haar
massaal kennen.
Tot nu toe moest je voor opname in Van Oorschots ‘Gedundrukt’ dood zijn,
maar Minco mag er bij leven al in. Ze maakte ook zelf de keuze. Eens kijken of
mijn favoriet opgenomen is. Jawel: ‘Het adres’, een meesterwerkje van korte
vertelkunst, over het ‘passen op’ eigendommen van joodse gezinnen die
vertrekken of weggevoerd worden. Het gegeven zit ook in Het bittere kruid, in het hoofdstukje ‘In bewaring’, dat eenzelfde
suggestiviteit, maar ook een schrijnende luchtigheid en humor heeft. De
klassieker ‘Het dorp van mijn moeder’ ontbreekt verrassend genoeg. Maar
integraal opgenomen is de roman Een leeg
huis, een goeie keus. Het is naar mijn idee een in literair opzicht
interessanter boek dan Het bittere kruid,
dat bovendien ál te bekend is, wat waarschijnlijk voor de auteur ook een
argument was. Het geeft ijzersterk weer hoe leven en sfeer waren in de jaren
direct na de oorlog en welke keuzes je moest maken om verder te kunnen.
In Achter de muur werden de schutbladen
gevormd door een foto van een piepjonge Minco (voorin) en die van een oude
(achterin). In Na de sterren, dat
werk opneemt tot 2007, staan slechts foto’s van lang geleden, eentje voorin en
eentje op de buikband. De indruk wordt er, misschien onbedoeld, mee gewekt dat
haar mooiste teksten gepubliceerd werden tussen eind jaren vijftig en begin
jaren zeventig. Ik denk dat dat ook wel klopt. Maar er zullen ongetwijfeld
lezers zijn die een pareltje ontdekken in het latere werk. Misschien het
laatste verhaal, ‘Werkdrift’. Een niet al te aardige vrouw wordt erin met
literaire middelen trefzeker weggezet, net als in ‘Het adres’. Het heeft
eenzelfde suggestiviteit en heden en verleden lopen er bijna even mooi door
elkaar als in dat klassieke verhaal.
Amsterdam : Van
Oorschot, 2015, 303 p.
ISBN 9789028261112
deze pagina printen of opslaan