Poëzie

BOEKEN NR. 9, NOVEMBER 2024

Jan M. Meier: Verstrengelingen

door Dirk De Geest

De poëzie van Jan M. Meier is de jongste jaren duidelijk in een stroomversnelling geraakt. Waar de dichter (toen nog als Jean-Marie Maes) vroeger slechts sporadisch een bundel publiceerde, verschijnt nu om de twee jaar een nieuwe verzameling gedichten. Na Grote gevoelens en Schetsboek (2022) ligt nu Verstrengelingen op de leestafel. Het lijvige boek is in feite een combinatie van twee aparte bundels: enerzijds Taalslag, anderzijds Verstrengeling. Daarbij omkaderen de gedichten over taal de andere, waardoor ook op het niveau van de constructie een zekere verstrengeling tot stand komt.
 
Taalslag
bevat, zoals de titel aangeeft, gedichten waarin de taal en de poëzie het centrale thema vormen. De taal is voor de hedendaagse dichter echter geen vanzelfsprekend gegeven: de tijd dat de muze het vers simpelweg dicteerde, ligt lang achter ons. De meeste verzen in deze reeksen trachten de problemen onder woorden te brengen waarmee de dichter worstelt. Er is allereerst de breuk tussen werkelijkheid en taal. De dichter wordt geconfronteerd met een kloof tussen wat hij wil zeggen en wat hij daadwerkelijk zegt. Daarom neemt hij zijn toevlucht tot suggestieve beelden, die de werkelijkheid transformeren. Dat poëtische universum is voor Meier enorm belangrijk, omdat het mogelijkheden biedt om verder te reiken dan de doordeweekse mededeling, om op uitzonderlijke ogenblikken door te dringen tot de bijzonder samenhang van de dingen. Dat creatieve proces wordt in deze verzen keer op keer opgeroepen, maar vaak blijft het halverwege steken: meermaals laat het gedicht het falen zien en tracht het dat te verklaren. Daarbij valt op hoe in feite, ook na jaren ondervinding, geen enkel recept voor een geslaagd gedicht sluitend is: de unieke ervaring en het onverwachte blijven doorslaggevend voor het uiteindelijke vers.  
 
De gedichten uit Verstrengeling liggen in feite in dezelfde lijn. Ook hier gaat het vaak om het schrijven van poëzie, en opnieuw neemt de dichter zijn toevlucht tot een groot aantal beelden, ontleend aan uiteenlopende sferen, om zijn eigen versie te construeren en uit te werken. Wel lijkt het erop dat de dichter hier nadrukkelijker elementen uit zijn persoonlijke leven een rol geeft, ook al maakt Meier vaak gebruik van de derde persoon om een al te directe identificatie uit de weg te gaan. In deze gedichten gaat het herhaaldelijk ook over de jeugd en belangrijke figuren uit die levensfase, waardoor een toon van romantische onbereikbaarheid niet ver weg is. Hoewel ook hier veel elementen en motieven worden herhaald (misschien wel wat veel voor de occasionele lezers van gedichten)  bevat dit lange luik ook wel heel wat variatie: de reeks ‘Monnikengang’ is bijvoorbeeld in zijn ingehouden zegging ronduit indrukwekkend.  
 
Jan M. Meier heeft met deze nieuwe bundel niet meteen grenzen verlegd maar zijn poëtische universum heeft er wel een aantal boeiende gedichten bijgekregen.
 
Jan M. Meier: Verstrengelingen, P, Leuven 2024, 136 p. : ill. ISBN 9789464757385

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 1, JANUARI 2025

De laatste dag van de veerman

Frode Grytten

Grenskolonialisme

Albina Fetahaj

Het paradijs van slapen, of Iemand die met bloemen fietst

Joost Oomen

Nachtvrouwen

Maja Haderlap

Rimpeling

Bibi Dumon Tak, Annemarie van Haeringen (ill.)

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 1, JANUARI 2025

Altijd samen

Bette Westera, Leo Timmers (ill.)

Hanna en Hamza

Janneke Schotveld, Arevik d’Or (ill.)

Je hond en jij

Elena Bulay

Kom op, we gaan!

Edward van de Vendel, Floor de Goede (ill.)

Wij zijn de nacht. De tofste dieren van het donker

Matthijs Meeuwsen en Paco Vink (ill.)

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri