Poëzie

BOEKEN NR. 8, OKTOBER 2024

Guido Gezelle, Patrick Lateur (red.): De kleine Gezelle. Honderd gedichten

door Dirk De Geest

2024 wordt een Gezellejaar (de dichter overleed 125 jaar geleden), met tal van initiatieven. Zo wordt een fraaie website opengesteld waar Gezelles correspondentie met vrouwen is gepubliceerd: vele honderden brieven met kloosterlingen, met familieleden, met tal van vrouwen uit zijn kennissenkring. Het is een manier om de dichter uit zijn ivoren toren te halen en te tonen hoe bij Gezelle werk en leven nauw met elkaar verbonden zijn.
 
Naast die biografische en cultuurhistorische aanpak is er uiteraard ook de literaire nalatenschap zelf. De tijd dat ieder Vlaams gezin een verzameld werk of op zijn minst een bloemlezing van Guido Gezelle in de kast had staan, is al lang voorbij. De tijd dat heel wat van zijn verzen klassiekers waren die iedereen mee kon opzeggen uit het hoofd ligt eveneens achter ons. Toch blijven lezers geboeid, en zelfs wie geen enkele spontane affiniteit heeft met de dichter-priester uit het verleden raakt al snel onder de indruk van diens magische taalfinesse. Dat blijkt eens te meer uit de schitterende bloemlezing die Patrick Lateur onlangs samenstelde.
 
De kleine Gezelle
laat ons kennismaken met alle facetten van Gezelles dichterschap, maar doet dat op een heel eigen wijze. Lateur heeft immers doelbewust niet geopteerd voor de grote klassiekers maar voor minder bekende pareltjes uit het oeuvre van de dichter. Die verzen zijn (klassiek) chronologisch geordend zodat de lezer de groei en de voltooiing van Gezelles dichterschap mee kan volgen. Deels gaat het daarbij om gelegenheidsgedichten of ‘kleengedichten’, korte en puntige verzen waarin het technische meesterschap van de dichter vaak op briljante wijze wordt gedemonstreerd. In andere gevallen gaat het om teksten die voor hem duidelijk ambitieuzer waren en in zijn grotere dichtbundels werden opgenomen. Opmerkelijk is hoe de priester-leraar zijn poëzie gebruikt als een middel tot religieuze en morele les, maar tegelijk ook inzet op poëticale opvoeding door een groot arsenaal aan dichtvormen, aan stijlfiguren en metrische schema’s in te zetten. Dat alles gebeurt ogenschijnlijk met een overrompelend gemak, waardoor van veel bladzijden het plezier van het spel met klanken en betekenissen af te lezen valt.
 
Thematisch valt op hoe Gezelle zich allereerst door de natuur laat inspireren. Zowel het kleine als het grote in de omgeving boeit de dichter. Soms gaat het om haast wetenschappelijke observaties van insecten en planten, maar steevast staat die natuur in een algemeen kosmisch en religieus perspectief; de wereld is de spiegel van Gods schepping, van Zijn almacht en Zijn liefde. In die zin is Gezelles strijd voor het behoud van de natuur een waarschuwing voor de manier waarop mensen ingrijpen in de wereld en daardoor Gods plan dreigen te veranderen. Het conservatisme van Gezelles gedichten lijkt vandaag wel een pleidooi voor het behoud van de natuur; veel van de hier opgenomen gedichten klinken daardoor opvallend eigentijds. Dat geldt ook voor de manier waarop de dichter zich bezint op het bestaan, op de tijdelijkheid en de broosheid van onze existentie. Het zijn mijmeringen die bijzonder frappant en diepgaand zijn geformuleerd. Ze geven uiting aan Gezelles geloof maar ze vormen ook echo’s van zijn vertrouwdheid met filosofen en schrijvers uit de klassieke oudheid. Lateurs bloemlezing laat overigens ook zien hoe her en der de lectuur van de dichter sporen nalaat in zijn gedachten, zijn beeldentaal en concrete formuleringen.
 
De kleine Gezelle
laat bijgevolg de geniale dichter weerklinken en blaast zijn werk nieuw leven in. Daarbij is recht gedaan aan de veelheid van dat omvangrijke oeuvre maar ook aan de complexiteit ervan. Gezelle is tegelijk conservatief en een pleitbezorger van veranderingen, een moderne dichter maar tegelijk ook een moralist, een plezierdichter maar evenzeer een diepe denker. De veelheid van stijlen en beelden krijgt hier een fraai platform, en zeker de groei van dat dichterschap wordt overtuigend neergezet. Dit is een boek voor lezers van vandaag. Hopelijk komt er snel een tweede deel waarin toch ook wel de klassiek geworden meesterlijke gedichten op dezelfde aanstekelijke manier worden voorgesteld.  
 
Guido Gezelle, Patrick Lateur (red.): De kleine Gezelle. Honderd gedichten, P, Leuven 2024, 138 p. ISBN 9789464757439


deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 10, DECEMBER 2024

Dius

Stefan Hertmans

Kruisende lijnen

Junichiro Tanizaki

Memoires van een kip. Een Palestijnse fabel

Ishaq Musa Al-Husseini

We moeten ‘misschien’ blijven denken

Esther Jansma

Wij van de Ripetta

Thomas Lieske

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 10, DECEMBER 2024

De wens, of Het ware verhaal van Titi en Tony

Tereza Horvathova , Michaela Kukovicova (ill.)

Het is rood en rond…

Jan Jutte

Ludas en Bontje

Jan Paul Schutten, Sanne te Loo (ill.)

Wie heeft Steef opgegeten?

Susannah Lloyd, Kate Hindley (ill.)

Wij, ervoor en erna

Jenny Valentine

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri