De Algerijnse Tahar Djaout (1954-1993) koos er na zijn
wiskundestudies voor om aan de slag te gaan als Franstalige journalist, dichter
en schrijver. Aan het begin van de jaren 1970 leverde dat meerdere
poëziebundels op. Mettertijd verlegde hij zijn focus naar proza. De wachters
is de vertaling van zijn roman Les vigiles uit 1991. Hij won er destijds
in Frankrijk de prix Méditerranée mee.
De wachters is een satirische roman, die zich afspeelt
aan het einde van de jaren 1980 in Algerije. In het boek staan twee
figuren diametraal tegenover elkaar. De eerste, Menouar Ziada, is een veteraan
van de onafhankelijkheidsoorlog, die de Algerijnen van 1954 tot 1962 uitvochten
tegen de Fransen. Hij kijkt vooral terug op het verleden en is gehecht aan zijn
privilegies. Die dankt hij aan zijn rol aan de kant van de winnaars tijdens die
onafhankelijkheidsstrijd van weleer. De tweede, Mahfoudh Lemdjad, is een 34-jarige
leraar natuurkunde en uitvinder. Hij wil zich vrij kunnen bewegen en is vooruitstrevend
in liefde, leven en werk. Deze twee hoofdpersonages treffen elkaar op geen
enkel moment, maar hun doen en laten beïnvloedt niettemin het leven van de
ander, met een dramatische ontknoping als uitkomst.
Hoe het allemaal begint? Mahfoudh
Lemdjad, broedt al vijf jaar op een idee voor een eigentijds, compact en handig
weefgetouw. Met zijn uitvinding wil hij een eeuwenoud apparaat dat in onbruik
geraakt is, nieuw leven inblazen. Hij ziet het ook als een eerbetoon aan zijn
grootmoeder, die hij fenomenaal vond, als ze achter haar weefgetouw ging zitten:
‘De jonge Mahfoudh Lemdjad volgde gebiologeerd de bewegingen van de lange
houten balken die op en neer gingen terwijl het tapijt in lengte toenam en de
geometrische figuren tevoorschijn kwamen’.
Onverwacht krijgt hij een huis met
een timmermanswerkplaats ter beschikking in Sidi-Mebrouk, een fictieve voorstad
van Algiers. In alle rust wil hij daar de laatste hand leggen aan zijn apparaat,
om er vervolgens mee uit te pakken op de uitvindersbeurs in Heidelberg. Voortdurend,
ook ’s nachts, is hij in de weer om zijn ontwerp te perfectioneren.
Mahfoudh Lemdjads
nachtelijke bedrijvigheid wekt de argwaan van zijn stadsgenoot, Menouar Ziada,
de gewezen verzetsstrijder. Die vindt het niet pluis dat het licht ganse
nachten brandt bij de nieuwkomer in zijn buurt. Het zou hem niet verbazen dat een
dubieus gezelschap in de woning plannen smeedt voor een opstand. Met een paar vertrouwelingen
bespreekt hij zijn vermoeden. Dit leidt ertoe dat er wachters postvatten bij
Mahfoudh Lemdjads woonst.
Door de bal die Menouar Ziada aan het rollen brengt, stuit de
uitvinder daarenboven op ernstige tegenkanting, wanneer hij zijn weefgetouw bij
de gemeente wil laten patenteren. Zo krijgt hij af te rekenen met een stelletje
bureaucratische ambtenaren, die begrippen als creatie en uitvinding associëren
met ketterse praktijken: ‘Onze religie verwerpt scheppers vanwege hun ambitie
en gebrek aan nederigheid; ja, onze religie verwerpt hen om onze samenleving te
beschermen tegen de bezoekingen die innovatie met zich meebrengt’.
De wind van religieuze
devotie, die ten tijde van De wachters in Algerije opstak, heeft Tahar
Djaout overigens het leven gekost. In december 1991 werden de verkiezingen in Algerije gewonnen
door het fundamentalistische FIS. Het leger pleegde daarop een staatsgreep,
waarna het FIS verboden werd. Dit resulteerde in een acht jaar durende
burgeroorlog, waarin onder meer intellectuelen door de moslimextremisten geviseerd
werden. Tahar Djaout was een van hun eerste slachtoffers: in 1993 kreeg hij vlak
voor zijn huis, zittend in zijn auto, twee kogels door het hoofd. Naar verluidt,
wilden zijn tegenstanders hem uitschakelen, om te voorkomen dat hij met zijn angstaanjagend
goede pen moslims van hun geloof afbracht. In het pakkende nawoord bij de roman
maakt Asis Aynan, auteur en ook bedenker van de Berberbibliotheek, zich een levendige voorstelling van
de laatste minuten van Tahar Djaout.
Twee korte hoofdstukken in De wachters zijn poëtischer
van inslag dan de rest van de roman. In elk ervan wordt een scharniermoment uit
de jeugd van de twee hoofdpersonages belicht. In deze terzijdes plooien de twee
zich nog niet naar de opvattingen, waarden en idealen waar hun volwassen versies
voor staan.
Er
zit ook poëzie in het idee van het verbeterde weefgetouw, een beeld voor de
moeilijke evenwichtsoefening van een land in ontwikkeling: de moderniteit
omhelzen en tegelijkertijd tradities in ere houden. Tahar Djaouts dichterlijke
kant in combinatie met zijn pen die scherp is maar niet tot op het bot bijt,
maakt dat De wachters ondanks de beklemmende politiek-maatschappelijke
lading een zekere lichtheid uitstraalt. Dit neemt niet weg dat uit deze
Algerijnse klassieker duidelijk naar voren komt hoe mensen onder een bewind van
intimidatie, willekeur en onderdrukking permanent in angst en wantrouwen leven.
Tahar
Djaout: De wachters, Jurgen Maas, Amsterdam 2024. 191 p. ISBN 9789083344102.
Vertaling van Les vigiles door Hester Tollenaar. Distributie EPO
deze pagina printen of opslaan