Nederlands proza

BOEKEN NR. 5, MEI 2024

Bart Moeyaert: Een ander leven

door Frauke Pauwels

Opnieuw en opnieuw duik ik in Een ander leven, Bart Moeyaerts recentste werk in de mooie, bibliografische reeks Privé-domein. Ook wie niet de jongste van zeven broers is, in de jaren 1980 zocht naar aanvaarding toen ‘uit de kast komen een daad, een sprong, en vooral: een gevaar’ was, of ‘zo overduidelijk een auteur’ is, komt in Een ander leven thuis. In wat veel meer is geworden dan een egodocument schudden Moeyaerts scherpe observaties en beeldende taal herinneringen en emoties wakker. Het boek legt een warme deken om al wie wel eens worstelt met de plek in een gezin, in de wereld. Dat die deken ook nu en dan prikt, herinnert eraan hoe echt en puur deze levensschets is.  

Een ander leven
moest er komen voor hij met ander werk verder kon, vertelt Moeyaert in interviews. Het is een poging om het verhaal van zijn moeder te vangen, maar wellicht meer nog om zijn eigen verhaal alsnog met zijn ouders te delen. Al is het maar de vraag of hij dit boek had kunnen schrijven zolang zij nog in leven waren. Mocht ze alles hebben geweten van haar zonen, ‘Kzoen zot geword’n zien,’ zegt ze, ik zou gek zijn geworden’. Met die dialoog raakt Moeyaert treffend de verhouding die wellicht veel ouder-kindrelaties typeert. ‘De ene anekdote hoorde ik voor de andere, een detail van gisteren voegde ik toe aan een herinnering die ik bijna kwijt was,’ schrijft Moeyaert over het verleden van zijn moeder. Dat heeft hij ‘nooit chronologisch meegekregen’. Zo vergaat het ook zijn lezers: in Een ander leven is een schrijver aan het werk die zich bloter dan bloot schijnt te geven, maar tegelijk de touwtjes strak in handen heeft.
 
Moeyaerts vernuftige compositie volgt een muzikaal stramien. De opmaat tot Een ander leven, de drie rusten en het slotakkoord die zijn relaas ritmeren, worden bepaald door 2015 en de daaropvolgende jaren, getekend door de toenemende zorgen voor en uiteindelijk het overlijden van zijn ouders. Daarbinnen schikt hij zijn coming of age-jaren rond het weekendje Parijs dat hij bijna twee decennia geleden met zijn moeder beleefde. Elk deel daarvan opent met een passage uit een brief van haar, herschikt tot vrije verzen. Zo ogen de passages als een gedicht en ben je geneigd het vele wit te lezen als alles wat nooit is gezegd. De trage verkenning van een stad die hij ‘veel beter ken[t] dan ze ook maar vermoedt’, leidt telkens weer tot nieuwe ontboezemingen, alsof hij met dit boek vertelt wat tijdens dat weekend in Parijs onuitgesproken bleef.
 
Dat onuitgesprokene geldt net zozeer voor het leven van zijn moeder, dat hem blijkt te zijn ontglipt. Het besef weegt dat hij ‘toen ze nog leefde [z]ijn kans [heeft] verkeken om vraagtekens te gebruiken. […] Daar sta ik nu te wuiven naar iemand die allang is weggereden.’ De wens het verhaal van zijn moeders leven te schrijven en ‘haar te eren met een boek’ houdt Moeyaert al in de jaren 1990 in zijn greep, maar hij botst op haar onwilligheid. ‘Als ze iets vertelt, meestal verhalen die ze herhaalt – hetzelfde vertellen doet minder pijn dan een nieuwe herinnering aan te boren – verraadt haar adem wat ze voelt. De muziek verdwijnt uit haar stem. Het begin van een zin verlangt naar het einde.’
 
De ongrijpbaarheid van zijn moeder wordt ook de ongrijpbaarheid van de schrijver: er zijn foto’s en er zijn verhalen, maar veel blijft ongekend. Met Een ander leven zorgt Moeyaert ervoor dat een belangrijk deel van zijn leven niet onverteld blijft. De homoseksualiteit die hij thuis jaren verborgen hield omdat ze voor zijn vader ‘een ziekte’ was, brengt hij vol in beeld. Hij slaagt er overtuigend in de gretigheid van ontluikende seksualiteit in woorden te vangen – of juister, in beelden. Moeyaert maakt de lezer als altijd tot de observator die hij zelf is: hij leidt je blik naar de details die ertoe doen, helpt je te voelen hoeveel er speelt, zoals in de prachtige, schurende vertelling van zijn vriendschap met Dirk, die ‘niet door [heeft] dat hij stenen in mijn zakken stopt, terwijl er al erg veel is wat me bezwaart’. Ook de evolutie van Moeyaerts schrijverschap borrelt en bruist in dit boek — al beantwoordt dat eveneens niet aan de toekomst die zijn vader voor hem in gedachten had. Een ander leven wordt daarmee ook een tijdsdocument van de wereld van de jeugdliteratuur, de spanningen die spelen tussen visies, uitgeverijen, Vlaanderen en Nederland.
 
Behoorlijk veel van wat hij schrijft, gaf hij eerder prijs, in anekdotes die hij tijdens interviews of lezingen deelde of in de podcasts die hij maakte. Die snippers herkenbaarheid zullen voor vele lezers voelen als thuiskomen, net als zijn typische vertelstijl – de zinnen lopen alsof hij ze met zijn zorgvuldige, trage dictie naast je zit voor te lezen. In interviews geeft Moeyaert wel eens aan dat hij vrijer is gaan bewegen, niet meer zo strak in het hoofd zit. Dat hij niet alleen maar ‘die schrijver’ wil zijn, maar ook iemand die van dansen houdt. Die vrijheid is te voelen, net als de uitdrukkelijke wens anderen te zien voor wie zij zijn en wat er in ze omgaat.
 
‘Een ander leven’ is te lezen op talloze manieren: als het andere leven dat zijn moeder had kunnen leiden als haar vader niet zo vroeg was gestorven, of als ze geen zeven zonen op de wereld had gezet, als het leven dat zijn vader niet voor zijn zoon in gedachten had, als iets waar ook de zoon zelf zijn weg in moest vinden, als het leven dat de schrijver zijn lezers voorhoudt en altijd, onvermijdelijk ‘een ander leven’ is dan wat de schrijver écht leeft. In Een ander leven is het dat allemaal, en die veelzijdigheid getuigt van Moeyaerts buitengewone talent als schrijver – en als mens.  
 
Bart Moeyaert: Een ander leven, De Arbeiderspers, Amsterdam 2024, 353 p. : ill. ISBN 9789029544900. Distributie L&M Books 

deze pagina printen of opslaan



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri