Van Sarah Wagemans verscheen onlangs haar tweede dichtbundel ‘De diva
die ge zijt’. Haar debuut ‘Loopgravenonderbreking’ (Mammoet 2021) liet
al zien dat we hier te maken hebben met een uitgesproken sociaal geëngageerde
dichteres, die vecht met de werkelijkheid en die het vanuit haar revolte
opneemt voor de kleine man, tegen het onrecht in de wereld. Dat is in de nieuwe
bundel niet anders. In 46 genummerde gedichten worden de mankementen van mens
en maatschappij in stervelingen op hun plaats gezet:
‘de pijntjes
van
ministers
die heel rijk zijn
zijn wat kleintjes
wanneer gemeten
aan
het fijntjes laten
stikken van wie
klein of arm of
zwak is.’
Voilà,
dat is goed gezegd. De toon is meteen gezet. Maar het blijft niet bij protest
alleen. De sensibiliteit en verbeelding van Sarah Wagemans helpen om de
alledaagsheid in de spreektaal –‘ge zult gij wel nieuwe slaafjes vinden’ en
‘wij kloppen wij daar wel rap een muurke door’ - tot een belevenis te
verheffen. Daarbij komt ze niet zelden tot percutante vaststellingen. Het
hanteren van die spreektaal houdt het realiteitsbesef laag bij de grond, dicht
bij de gewone mens, al tonen de gedichten aan dat ze de vrucht zijn van heavy
belevenissen/emoties. Ruzie, alcohol en glasscherven springen van het blad, en
het kind dat een oplawaai krijgt omdat het een vlindertje achterna loopt bij
een aanstormende trein schokt de lezer. Even groot is echter haar generositeit
als het gaat om de hoop voor eenieder op een betere wereld. En meisjes die
zeggen:
‘houdt
uw broek maar aan
ik wil alleen wat liefde
maar gij beton vol bier
en opgefokt
testosteron
grolt ah nee en all the way
of
niks gij vod gij sletje
met uw rokje op half zeven’
De vrouw wordt als
een gebruiksvoorwerp behandeld. En dat is niet het enige malheur. Migranten
verdrinken in de Noordzee, asielzoekers slapen onder de blote hemel en gij zijt
de verlichte beschaving. Het is allemaal uw eigen schuld. En dat komt omdat ge
Mawda heet en omdat ge in de weg loopt van kogels, als de Palestijnse
journaliste Shireen Abu Akleh. Ge moet maar dit en ge moet maar dat. Neoliberalisme
heet dat.
Het
zijn her en der gesprokkelde citaten uit haar verzen, die de onmondigheid van
de ellende pardaf neerzetten:
‘34.
het is allemaal uw eigen schuld
uw waanzinnig hoge facturen
uw overvolle klaslokalen
uw vermoeidheid
uw ziektes
uw mislukte oogst
uw veel te laag inkomen
ge moest maar
wat meer isoleren
zonnepanelen steken
warmtepompen
installeren
ge
moest maar wat meer ambiëren
uw kop vierendelen
uw
hersenen flexeren
ge moest maar wat minder moe zijn
powernapjes simuleren
een koffie-binge organiseren
ge moest maar wat meer citroenen
eten
glutenvrij souperen en van ohm vibreren
op
yogamatjes van gerecycleerde teddyberen
ge moest maar wat meer geld
genereren
flexijobs combineren en tijdens uw slaap
en
ziekteverlof nog wat meer solliciteren
ge moest maar wat minder
proberen
zelf voor bus of tram te spelen
drie uur
vroeger thuis vertrekken
en gewoon uw kampeermatje
en
uw pyjama
op uw werk leggen
het ligt allemaal
helemaal
en
compleet aan uzelf
en aan uw negatieve ingesteldheid
over uw leven
en dat
van de planeet en al
ge moest maar
wat
positiever
denken over
alles
gewoon,
mijn schat
neoliberalisme
heet dat.’
Onder aan de bladzijde en onder de tafel denkt ge: ‘Heer,
verlos ons van de alledaagse miserie’ maar de essentie van haar poëzie is dat wat
er staat ook zo alledaags-écht klinkt. Het doet een beroep op empathie en op
revolte.
Hoe schrijnend het allemaal beschreven
wordt en hoe teder-intiem. Maar evenzeer hoe snel soms - holderdebolder door de
taal - naar het eindresultaat gekoerst wordt. De conclusie klinkt dan
teleurstellend-gewoon of iets te gemakkelijk.
Moet ik zeggen dat haar poëzie
bij momenten niet vrij is van behaagzucht ? Dat het spelen met de taal af en
toe leidt tot ietwat artificiële en/of gezochte beeldspraak en tot
gemeenplaatsen ? Zoiets als ‘wilde krokodillen / die als druipnatte gordijnen /
voor mijn venster hangen’ in gedicht nummer 16. Of : ‘met obers en hun
knipmessen’.
Over
het geheel genomen getuigen de gedichten van Sarah Wagemans evenzeer van haar
kwetsbaarheid en grote gevoeligheid als van haar talent om het onrecht dat
mensen treft sprekend weer te geven. Ongetwijfeld zal dit haar toelaten in de
toekomst nog mooie poëzie te schrijven.
Ze besluit haar bundel met het combatief-triomfantelijke ‘à
bas le patriarcat’, wat ons onwillekeurig aan de ‘Nana’s aan de macht’ doet
denken van Niki de Saint Phalle. Het feminisme is nog lang niet dood.
Sarah Wagemans: De
diva die ge zijt, Mammoet, Berchem 2023, 102 p. ISBN 9789462674622.
Distributie EPO
deze pagina printen of opslaan