Wanneer in
Italië in een gesprek ‘caporetto’ valt, dan weet iedereen meteen dat er
verwezen wordt naar een verpletterende nederlaag. Het woord verwijst naar de
Slag bij Caporetto (24/10-12/11/1917) waarbij de Italianen verslagen werden
door de Oostenrijks-Hongaarse troepen die werden bijgestaan door de Duitse. Het
is precies die nederlaag aan het Italiaanse front (nu ligt Caporetto in
Slovenië) die de aanleiding vormt voor Giorgio Fontana’s tweede roman, Aan ons vooraf. In het incipit lees je
namelijk hoe Caporetto de jonge voetsoldaat Maurizio Sartori ertoe aanzet om te
deserteren uit het Italiaanse leger. Maurizio is moegestreden. Hij weet allang
niet meer waarom er oorlog wordt gevoerd en besluit dat hij voldoende zinloos
geweld en leed heeft gezien. Hij vindt onderdak op een boerderij in Friuli, waar
hij zich zo onzichtbaar mogelijk maakt, tenzij voor de zestienjarige dochter
Nadia. Hun korte dagelijkse gesprekken leiden al snel tot meer. Wanneer Nadia
zwanger raakt, vlucht Maurizio opnieuw, maar Nadia’s vader grijpt in en dwingt
Maurizio om zijn verantwoordelijkheid op te nemen. Samen krijgen Maurizio en
Nadia drie kinderen, waarvan de jongste, Domenico, als krijgsgevangene zal
sterven in een gevangenenkamp in Algerije. De eerste twee, Gabriele en Renzo,
worden vader en grootvader. In Aan ons
vooraf volgt de lezer de geschiedenis van dus wel vier generaties
Sartori’s, die in de knappe vertaling van Jan van der Haar zo’n 800 pagina’s
bestrijkt.
Het
label ‘familiesaga’ klinkt niet meteen aanlokkelijk, maar volgens Italiaanse
critici, blaast Fontana samen met een handvol andere auteurs, onder wie de
welbekende Marcello Fois, het wat verouderde genre nieuw leven in. In navolging
van de onlangs overleden Tsjechische auteur Milan Kundera zoomt de nog jonge
Fontana (1981) in op de individuele levens en niet zozeer op de familie als
geheel. Maurizio is een rusteloos ‘blondje’ – zo noemt Nadia hem liefkozend,
die niet goed weet hoe lief te hebben noch te communiceren. Zijn échte oorlog
lijkt pas aan te vangen na de Groote Oorlog. Die rusteloosheid verbindt ook
zijn mannelijke nazaten die Friuli achter zich willen laten. De tweede
generatie wijkt dan ook uit naar de periferie van Milaan. Daar zal zijn tweede
zoon Renzo zich uiten via zijn daden, terwijl, de eerstgeborene Gabriele, op
een kleine crisis na, het leven alleen maar ervaart via woorden. Gabriele’s
zoon trekt naar het buitenland en zal zich dan weer uitdrukken via fotografie,
Renzo’s kleinzoon zal in Ierland belanden en na een omweg via de filosofie
striptekenaar worden (op pagina’s 676-7 brengt Fontana de rede en de negende
kunst op een hilarische wijze samen wanneer hij een cheddar etende bever tekent
op de titelpagina van Wittgensteins Tractatus).
De meeste vrouwelijke personages lijken dan weer wat beter gewapend tegen het
leven, te beginnen met Nadia, iets wat ook de Italiaanse critici niet ontgaan
is bij de oorspronkelijke publicatie in 2020. Zonder stamboom zou het enigszins
verwarrend zijn alle vrouwelijke personages op te sommen, maar ik vermeld er
hier twee. Zo is Renzo’s dochter Diana,
een talentvolle zangeres, die zich in haar te korte leven moedig zal outen.
Letizia is Nadia’s achterkleindochter, het enige vrouwelijke personage dat het
zichtbaar moeilijker heeft. Letizia slaagt er echter wel in om in het laatste
en elfde deel de verschillende generaties te verbinden.
Voor die ‘ontknoping’ volgt de
lezer niet alleen die vier generaties die ondanks hun omzwervingen Friuli met
zich meedragen, maar ook meer dan 100 jaar van Italiës recente geschiedenis.
Let wel: Aan ons vooraf is geen
historische roman. Fontana koos er bewust voor om de geschiedenis vanuit de
marge te bekijken of die feiten te belichten die vaak tussen de plooien van de
geschiedschrijving dreigen te vallen. Domenico’s krijgsgevangenschap in
Algerije illustreert perfect dat laatste, terwijl de voor Italië lange en
complexe 68-beweging wordt belicht vanuit de anarchistische groeperingen – de
ontvoering van en de moord op Aldo Moro komt maar heel even ter sprake. De
lezer krijgt een originele kijk op de Italiaanse geschiedenis mee, die mede
door de heldere noten van vertaler Van der Haar geduid wordt.
Ondanks het stoffige label van
familiesaga leest Aan ons vooraf erg
vlot weg. Fontana, die de meest uiteenlopende literaire leermeesters citeert,
las zich nochtans gedurende vijf jaar in en schaafde vervolgens vijf jaar aan
de opbouw en formulering. Het is wellicht die zin voor precisie en typering die
van de roman zo sterke vertelling maakt. Fontana doseert zijn vertelling in
kleine hoofdstukken, hij switcht daarbij behendig tussen zijn personages en hun
wedervaren, is spaarzaam met dialogen, maar gedetailleerd in de beschrijvingen
van de (Friulische) landschappen of ruimtes waarin de personages zich bewegen.
Fontana is een rake observator die gedurfde levenslessen meegeeft. Aan de lezer
om die te ontdekken en zich door de saga te laten vervoeren…
Giorgio Fontana: Aan ons vooraf,
De Arbeiderspers, Amsterdam 2023, 708
p. ISBN 9789029548106.
Vertaling van Prima di noi door
Jan van der Haar. Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan