Het
schrijversechtpaar Jos Verlooy en Nicole van Bael publiceert
– onder het schrijverspseudoniem Elvis Peeters -- met De tijden een
roman die een soort mentaliteitsgeschiedenis omvat van de voorbije eeuw, met
een opstap naar het eerste kwart van onze eenentwintigste eeuw. Van vader
Emiel, diens dochter Hannelore en kleinzoon Matteo wordt een
familiegeschiedenis in kaart gebracht die de zoektocht moet verbeelden naar
houvast in een snel evoluerende maatschappij. Met binnen de drie delen
afwisselend ik-delen en auctorieel opgevatte fragmenten wordt een spel
gecreëerd van directe betrokkenheid en een afstandelijkere benadering en beschouwing.
Opvallend daarbij is dat het openingsdeel, waarin wordt gefocust op Emiel, het
breedst wordt uitgewerkt: aan hem worden ruim honderd pagina’s gewijd, de
overige leden van de familie moeten het stellen met elk de helft daarvan.
Hoe Emiel zich
– als lezer denk je vaak: ‘tegen beter weten in’ – staande zoekt te houden in
de grote veranderingen die de voorbije eeuw hebben getekend, is het verhaal van
de kleine man die het moet opnemen tegen wat hem gaandeweg meer en meer
isoleert binnen zijn eigen omgeving. Geboren in 1929, heeft Emiel keer op keer
te maken met tegenslagen: als kind werd hij getroffen door een blikseminslag,
die maakte dat hij geen kleuren meer kan onderscheiden. Voor hem speelt dan
verder nadrukkelijk mee dat iemand als Gisèle, zijn eerste en niet te evenaren
aanbedene, zich totaal engageert in haar inzet voor het lot van de onderdrukte
arbeiders – zij zal het tot parlementariër schoppen – en onbereikbaar wordt en
blijft voor hem. Hij moet op zijn boerderijtje in Hoeigem het hoofd boven water
zien te houden, zijn huwelijk met Odette blijft in wezen vlak en kleurloos.
Uiteindelijk verliest hij zijn hoeve, omdat hij die borg had gesteld voor zijn
zus die naar Congo was uitgeweken, maar daar alles kwijtspeelde en berooid naar
België moet terugkeren. Emiel wordt magazijnier, de strijd lijkt gestreden voor
hem:
’Hij had
elke dag tegen de elementen gevochten, niet tegen regen en wind en droogte en
vrieskou, daar wist hij zich naar te plooien en buigen, daar leefde hij mee,
nee, de elementen waren de nietsontziende zucht naar efficiëntie, naar
rendement waartegen hij veldslag na veldslag had verloren.’
Peeters slaagt er wonderwel de
empathie van waaruit het levensrelaas van Emiel wordt verteld, tastbaar ter
maken voor de lezer.
Overkoepelend leidmotief in de drie delen is de muziek. Aan elk fragment
gaat een excerpt vooraf uit een song die voor de tijd die beschreven wordt, als
exemplarisch geldt. Voor Emiel is dat de jazz, voor Hannelore en Matteo is het
de beat en discosound. Hannelore ontvlucht het huis, komt in Londen terecht en zal
zich gaandeweg – zie de parallellie met het leven van haar vader – meer en meer
‘eenzaam in een verschroeide wereld’ gaan voelen. Uiteindelijk zal ze na de
bankencrisis met het faillissement van de Lehmann-brothers, berooid terugkeren
naar Brussel.
Zo
wordt de overgang gemaakt naar kleinzoon Matteo, die het tot jurist schopt,
maar in zijn relatie al even weinig hoopvols te bieden heeft. In een in wezen
weinigzeggende uitweiding heeft Peeters het over zijn vriendin Myrthe, met wie
hij een soort knipperlichtverhouding heeft die, als het op intimiteit aankomt,
niet verder reikt dan het punt waarop hij haar, als ze een diarree-aanval heeft
gehad, kan en mag schoonvegen. Opvallend ook hoe Peeters hier in de figuur van
Myrthe de opkomst van het extreemrechtse ideeëngoed te berde brengt. Maar al
bij al lijkt het de auteurs minder goed af te gaan in de beschrijving van ‘de
tijden’ van Hannelore en Matteo. Een zekere verkramping staat de
geloofwaardigheid in de weg.
Het kan dan ook geen toeval zijn dat proloog en epiloog
teruggrijpen naar het personage van Emiel. Hij is het die het sterkst naar
voren treedt binnen het geheel. En hij is die maakt dat De tijden dan
toch weet te boeien.
Elvis Peeters: De tijden, Manteau, Antwerpen 2023, 223 p. ISBN 9789022340387.
Distributie Standaard Uitgeverij
deze pagina printen of opslaan