De Rijmbijbel is een van de teksten
die is overgeleverd van Jacob van Maerlant, een koster die als schrijver actief
was in de tweede helft van de dertiende eeuw en die bij het huidige grote
publiek wellicht vooral bekend is door Frits van Oostroms boek Maerlants
Wereld (Prometheus 2018). Van Maerlant kennen we zo’n 12 grote dichtwerken
die in totaal 300.000 verzen beslaan. Die zijn overgeleverd in circa 200
handschriften, wat aangeeft dat Maerlant in zijn tijd veel gelezen werd.
Naast ridderromans
zoals de Historie van den Grale (ca. 1261), schreef hij ook informatieve
teksten zoals Der naturen bloeme (ca. 1270), een natuurencyclopedie, en de
Spiegel Historiael (ca. 1285), een wereldgeschiedenis vanaf de schepping
tot de eerste kruistocht (1095-1099). Ook de Rijmbijbel (1271) past in
dit rijtje. In tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden, is dit geen
directe vertaling van de Bijbel op rijm. Maerlant baseert zich op de Historia
scholastica (ca. 1170) van Petrus Comestor, een handboek voor Bijbelse
geschiedenis. Hij eindigt zijn Bijbel met de geschiedenis van de Joodse opstand
tegen de Romeinen. Dit deel staat ook wel bekend als de Wrake van Jerusalem
en is gebaseerd op het laatantieke werk Bellum Judaicum van Flavius
Josephus.
De
Rijmbijbel is overgeleverd in 15 complete exemplaren en meerdere fragmenten.
Het handschrift Brussel, KBR, ms. 15.001 is een bijzonder luxe exemplaar met
159 miniaturen en 4 margedecoraties. De tekst van dit luxehandschrift is in 1983
diplomatisch uitgegeven door Maurits Gysseling. Hij besteedde echter geen
aandacht aan de miniaturen, terwijl die een integraal deel uitmaken van het
middeleeuwse handschrift. Onder invloed van de New Philology gaat er
inmiddels veel meer aandacht uit naar het handschrift zelf. Dit is meer dan een
tekstdrager, maar ook een cultuuruiting in se. Een Bijbel
van Philippe Lechmeier en Rébecca Dautremer zou ook heel anders zijn zonder de
schitterende afbeeldingen, en dat geldt net zo goed voor het Brusselse
handschrift.
De
nieuwe editie van de Rijmbijbel onder redactie van Bram Caers en Jan
Pauwels sluit aan bij deze ontwikkeling. In dit boek staan namelijk juist wel
de miniaturen centraal. Het boek begint met een uitgebreide inleiding met
artikelen geschreven vanuit verschillende wetenschappelijke disciplines. Zo
zijn er onder andere bijdragen over het boekarcheologisch en
laboratoriumonderzoek, de lombarden, de illustratiecyclus en de voormalige
bezitters van het handschrift. De inleiding biedt hiermee veel extra kennis
over het handschrift en maakt het boek voor zowel specialisten als
niet-specialisten toegankelijk.
Het enige wat ik hier mis, is meer informatie over de door
Maerlant gebruikte bronnen. Zoals gezegd is de Rijmbijbel geen vertaling
van de Bijbel, maar van de Historia scholastica en de Bellum
Judaicum. Hoewel er bij de miniaturen soms kort aangestipt wordt hoe
Maerlant omgaat met zijn bronnen, had ik er ook in de inleiding graag meer
informatie over gezien: wat zijn deze bronnen precies en hoe gaat Maerlant in
grote lijnen te werk met het bewerken ervan? Dit is ook het uitgelezen punt om
te verduidelijken dat Maerlants weergave van het Nieuwe Testament in
feite een evangeliënharmonie (of diatessaron) is. Hierbij worden de vier
evangeliën tot een doorlopend verhaal gemaakt. Dit was in het Middelnederlands
een gebruikelijke manier om het evangelie te boek te stellen, denk maar aan het
Luikse diatessaron (1275-1300). Dit wordt echter niet aangestipt in de
uitgave.
Na
een uitgebreide inleiding presenteert het boek de 159 miniaturen, telkens
voorzien van uitleg en gepaard met de tekst die beschrijft wat er in de
miniatuur te zien is. Het gaat hierbij zowel om de tekst van de editie van
Gysseling als om een moderne vertaling. Voor de Wrake van Jerusalem, het
afsluitend deel van de Rijmbijbel, is er speciaal voor deze editie een transcriptie
gemaakt. Verder wordt er per miniatuur aangegeven op welke folio van het
handschrift die te vinden is, op welke versregels het bijpassende fragment
staat en op welke Bijbelpassage afbeelding en tekst betrekking hebben.
Deze manier van
presenteren is erg prettig. De afbeelding van de miniatuur en de bijbehorende
Middelnederlandse tekst bieden voldoende studiemateriaal voor wie zich zelf
verder in de Rijmbijbel wil verdiepen. Uitleg en vertaling zorgen er echter
voor dat ook geïnteresseerden een duidelijk beeld kunnen krijgen van de
betekenis van tekst en illustraties. De toelichting omschrijft niet alleen wat
er te zien is op de miniatuur, maar maakt ook duidelijk hoe zowel traditie als
Maerlants tekst de afbeeldingen beïnvloed hebben. De vertaling ontsluit de
tekst voor wie het Middelnederlands niet machtig is en voorkomt dat voetnoten
bij de tekst nodig zijn en houdt daarmee de bladvulling rustig.
Deze nieuwe uitgave
is een aanvulling op de bestaande editie van Gysseling. Door beide uitgaves
naast elkaar te lezen is het mogelijk om een volledig beeld te krijgen van
tekst én illustratiecyclus van het handschrift. Hoewel ik volkomen onderschrijf
dat deze aanvulling nodig is, ligt hier ook mijn tweede punt van kritiek.
Alleen tekstfragmenten bij miniaturen zijn opgenomen in de nieuwe uitgave.
Daardoor is er nog steeds geen volledige uitgave van de Rijmbijbel met
tekst én afbeeldingen. Ik snap echter dat ik een Rupsje Nooitgenoeg ben met
deze eis en dat er veel praktische bezwaren kunnen zijn om de uitgave te
beperken tot het missing piece van eerdere edities; de miniaturen.
Deze uitgave
is mede tot stand gekomen door het werk van studenten van de universiteiten van
Antwerpen, Utrecht en Leiden. Zij hebben onder andere de miniaturen van
toelichting voorzien, de moderne vertaling gemaakt en de Wrake van Jerusalem
geëditeerd. Ik wil dit graag extra benadrukken, omdat studentenwerk hier op
waarde wordt geschat én omdat het coördineren van zo’n groot
samenwerkingsproject ook pluimen mag verdienen.
Kortom, de uitgave van de
miniaturen van De Rijmbijbel van Jacob van Maerlant is en erg mooi en
toegankelijk boek. Het boek is een schatkamer met schitterende afbeeldingen die
de gewone lezer kunnen verwonderen, maar die ook vanuit kunsthistorisch
perspectief erg interessant zijn. Denk bijvoorbeeld aan de beeldmotieven bij
veldslagen die ook terugkeren in miniaturen in wereldlijke bronnen. De
miniaturen zijn door de toevoeging van toelichting, tekst en vertaling van
voldoende context voorzien en dat maakt het ook interessant om de
Bijbelverhalen van Maerlant te vergelijken met de Bijbel.
Bram Caers en Jan
Pauwels (Red.): De Rijmbijbel van Jacob van Maerlant. Het oudste geïllustreerde
handschrift in het Nederlands, Amsterdam: Amsterdam University Press 2023, 280
p. : ill. ISBN 9789462988545
deze pagina printen of opslaan