Mijn eerste
kennismaking met het werk van Wim T. Schippers was toen ik als tiener toevallig
op de dramedy We zijn weer thuis stootte die op de VPRO liep. De
avonturen van Nel van der Hoed-Smulders en haar verschillende zonen, elk
verkregen bij een andere vader, werden daar zo chaotisch, gewild amateuristisch
en anarchistisch verteld dat ik meteen verkocht was. Het decor stortte ineen,
of werd omgegooid, de verhaallijn klopte aan geen kanten, de acteerprestaties
waren houterig, de taal was verrukkulluk bloemig, en de acteurs wandelden op
gezette tijden naakt door het beeld. Het was televisie zoals je het elders
nooit zag.
Op
dat moment had kunstenaar, televisie- en theatermaker Wim T. Schippers er reeds
een lange carrière op zitten. Na zijn eerste stappen in de ironische
conceptuele kunst, waarbij hij een flesje prik in de zee ledigde, had hij eind
jaren 1960 op televisie furore gemaakt met het zeer beperkt lopende programma Hoepla,
berucht voor het opvoeren van de eerste naakte dame op de Nederlandse
verrekijk, een reeks opzienbarende radio- en televisieshows, en de
legendarische theatervertoning Going to the Dogs, volledig opgevoerd
door herdershonden. Daarnaast bedacht hij stripavonturen, onder meer voor Jef
van Oekel (gebaseerd op een televisiefiguur die hij had gecreëerd), en was hij
uiteraard wereldberoemd bij minderjarigen van alle leeftijden als de zoetgevooisde
stem van Bert in Sesamstraat.
En, laat ons dit niet vergeten,
Schippers verrijkte de Nederlandse taal met talloze wendingen, tussenwerpsels,
en zegswijzen – zoals bijvoorbeeld het woord gekte, daarzonder wij reeds lang
niet meer kunnen.
Nu Schippers de kaap van de tachtig heeft gerond, verschijnt dit
rijkelijk geïllustreerd overzicht van ’s mans oeuvre. Het is een overzicht,
geen biografie, en dat betekent dat er relatief weinig wordt vernomen over het
persoonlijk leven van Schippers. Wat we wel krijgen is een reeks thematische
hoofdstukken die elk in vogelvlucht een aspect van Schippers’ creativiteit belichten.
Onder meer de beeldend kunstenaar, televisiemaker, radiomaker, stemkunstenaar
en liedjesschrijver komen aan bod. Zo ontstaat een vrij volledig overzicht van
Schippers’ werk, toegelicht met een aantal anekdotes en inkijkjes achter de
schermen, en bovendien uitgedost met vele afbeeldingen uit de archiefdoos. Er
zijn ook handige overzichten van zijn tentoonstellingen, muziekopnames en
boekpublicaties, waardoor dit boek een zeer handig naslagwerk is voor wie het
oeuvre van Schippers wil verkennen.
Dat betekent meteen ook dat met
dit boek de vraag naar een biografie zeker niet is vervuld, en er zijn nog veel
aspecten van het oeuvre die om verdere uitdieping vragen. De
productiegeschiedenis van sommige televisiewerken wordt bijvoorbeeld heel
summier behandeld, maar ook een aantal markante medewerkers, zoals de filmmaker
Wim van der Linden (met wie Schippers onder meer de legendarische fluxus-film Tulips
maakte), komen niet helemaal uit de verf – in het geval van Van der Linden is
eigenlijk ook een eigen biografie (inclusief overzicht van zijn diverse
filmwerk) wenselijk. Ook Dolf Brouwers (de eveneens legendarische belichaming
van Sjef van Oekel) verdient een groter eigen voetlicht, net als echtgenote,
regisseur en artistieke partner-in-crime Ellen Jens.
Kortom, het is zeker voor de
bewonderaars van Schippers heel fijn dat dit boek er is, want het bevat veel
informatie, veel beelden, en heel veel referentiemateriaal (inclusief een
omvangrijke bronnenlijst achterin), en het is bovendien in een vlotte
journalistiek stijl geschreven (die hier en daar wel wat slordige haast
verraadt). Tegelijk is er nog heel veel werk voor de boeg om dit bijzonder
productieve creatieve leven, waarbij Schippers soms aan een hectisch tempo
creëerde in de verschillende media, volledig in kaart te brengen en te
vertellen. Het laatste woord is dus zeker vooralsnog niet reeds gezegd.
Ru de Groen: Jammer,
maar helaas. 29.585 dagen Wim T. Schippers, Bertram + de Leeuw, s.l. 2023, 272 p.
ISBN 9789461562944
deze pagina printen of opslaan