Is het mogelijk om over jongeren en hun vreemde gewoontes
te schrijven, om terug te verlangen naar een overzichtelijke wereld met minder
schermen, om het kant-en-klare vermaak te verwerpen en een lofzang af te steken
op de pure fantasie, zonder daarbij als een ouderwetse zeurpiet over te komen?
Het antwoord is ja, zo weet de lezer van Olga Tokarczuks De tedere verteller.
In deze bundel zijn enkele essays en lezingen van de Poolse winnares van de
Nobelprijs voor de Literatuur 2018 opgenomen. Bovenaan en in dikgedrukte
letters op de achterflap prijkt de vraag: ‘Wat vermag de literatuur in een
wereld die zowel kleiner lijkt te worden als oneindig lijkt uit te dijen?’ Die
vraag vat de inhoud van het boek behoorlijk goed samen.
Het boek vangt aan met de
beroemde gravure
uit L’atmosphère: météorologie populaire (1888) van Camille Flammarion:
een reiziger met wandelstaf steekt zijn hoofd door het hemelruim naar buiten en
aanschouwt verwonderd de wielen en raderen van de mechanismen achter de
werkelijkheid. Tokarczuk gebruikt dit beeld van de metafysische reiziger als
metafoor voor de 21ste-eeuwse mens: ‘We kunnen vermoeden dat we hier
op de gravure het laatste moment van een lange reis zien, hem is gelukt wat
velen voor hem niet is gelukt, hij heeft het einde van de wereld bereikt. En
wat nu?’ Waaruit kan de hedendaagse mens nog betekenis en verwondering putten,
nu de volledige aarde is verkend en uitgetekend? En welke rol kan de literatuur
daarbij spelen?
De schrijfster pleit voor kruisbestuivingen en -verbindingen, voor
onverwachte bruggetjes, voor intellectuele wildgroei. Zelf noemt ze haar ideaal
‘ognosie (Eng. ognosia – een narratief ingesteld, ultrasynthetisch
cognitief proces waarmee bij de weergave van voorwerpen, situaties en
verschijnselen getracht wordt er een sterker onderling betekenisverband tussen
aan te brengen.’ De op Jungiaanse leest geschoolde oud-psycholoog Tokarczuk breekt
dus een lans voor een herwaardering van de mythologische zingeving, voor een
soort hypermoderne variant van ‘het wilde denken’ van Levi-Strauss: ‘Laten we
een bibliotheek van nieuwe begrippen vormen’, schrijft ze met amper verholen
geestdrift. ‘We zullen nieuwe kaarten nodig hebben en de moed en de humor van
reizigers die niet aarzelen hun hoofd buiten de sfeer van de huidige wereld te
steken, voorbij de horizon van de huidige woordenboeken en encyclopedieën. Ik
ben benieuwd wat we daar zullen zien.’
In de rest van het boek neemt
Tokarczuk het voortouw en steekt ze zelf haar hoofd buiten de sfeer van de
hedendaagse werkelijkheid. De twaalf hoofdstukken hebben ieder een min of meer
eigen thema, maar zijn onderling hecht verbonden door Tokarczuks
hartstochtelijke eerbied voor de menselijke fantasie, de literatuur en die
wonderlijke handeling die we ‘lezen’ noemen. Een eenduidig antwoord op die
prangende vraag op de achterflap geeft de schrijfster niet, maar ze schrijft
wel met dusdanig veel passie en speelsheid over haar schrijversberoep en haar
liefde voor boeken, dat de lezer ervan overtuigd raakt dat lezen altijd
belangrijk zal blijven en nooit zal (of in ieder geval mag) verdwijnen.
De tedere
verteller leest als een filosofische verkenningstocht, waarbij de fictie
(of de menselijke verbeeldingskracht in het algemeen) als gids dient en wordt
vertegenwoordigd door Jules Verne, Indiana Jones, Elizabeth Costello (het
personage van J.M. Coetzee), de films van de gebroeders Quay, Stanisłas Lem,
Hermes, Sigmund Freud, George Orwell en vele anderen. Zeker voor liefhebbers
van Tokarczuks oeuvre is deze essaybundel een absolute aanrader, mede vanwege
de interessante lezing over het ontstaansproces van haar magnum opus De
Jacobsboeken (2014 -- De Geus, 2019), maar ook beginnende schrijvers zullen
er veel inspiratie vinden, evenals taalleerkrachten, filosofen, psychologen en
literatuurwetenschappers. De tedere verteller is niet alleen het werk
van een echte schrijfster, maar ook van een echte lezeres, van iemand die het
haar lezers gunt evenzeer in vervoering te raken door literatuur als zij.
Tokarczuks vurigheid laat zich amper inperken door haar vlekkeloze stijl. De
passie druipt ervan af.
Olga Tokarczuk: De tedere verteller, De Geus, Amsterdam
2023. 277 p. ISBN 9789044547993. Vertaling van Czuly narrator door Charlotte
Pothuizen en Dirk Zijlstra. Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan