In het leven van de Franse antropologe en schrijfster
Nastassja Martin (°1986) bestaat er een voor en een na 25 augustus 2015. Op die
dag kwam ze namelijk in het Russische verre oosten in aanvaring met een beer.
Dit gebeurde tijdens een tocht naar de hoogste vulkaan van het schiereiland
Kamtsjatka, in het noordoosten van Siberië. Urenlang wachtte ze daarna op een
reddingshelikopter van het Russische leger. Haar gezicht is verscheurd en toch
denkt ze dan al over het voorval in termen van een ‘geboorte, want van dood is
duidelijk geen sprake’.
Tijdens haar herstel, eerst
in een Russisch ziekenhuis, daarna in het hospitaal Salpêtrière in Parijs, zit
de beer dag en nacht in haar hoofd: zijn ‘kus’ op haar gezicht, zijn tanden die
zich om haar gelaat sluiten, haar kaak en schedel die kraken, zijn bek waarin
het aardedonker is, zijn klamme warmte en zijn beladen adem, de onverwacht
verslappende greep van zijn tanden gevolgd door zijn besluit om haar toch niet
te verslinden.
Na vier maanden waarin ze
operatie na operatie onderging, keert ze terug naar Kamtsjatka. Ze is er van
overtuigd dat haar verdere innerlijke genezing er alleen kan komen bij degenen
die de problemen met beren kennen en nog met ze praten in hun dromen. Ze trekt
opnieuw in bij de Eveense familie die haar al jarenlang onderdak geboden heeft
tijdens haar onderzoek naar hun animistische levenswijze.
De Evenen, een inheems volk van jagers en vissers, geloven
dat de mens niet het enige levende wezen is met een bewustzijn. Voor hen
bestaat er een wil buiten de mensen om. Niets gebeurt toevallig en levenspaden
kruisen elkaar altijd om heel precieze redenen. Volgens Nastassja Martins
gastfamilie is het dan ook belangrijk dat ze begrijpt dat de beer haar niet
heeft willen doden. Hij wilde haar slechts van zijn merkteken voorzien. Daardoor
is ze nu voor hen een ‘medka’: ze is getekend door de beer en daardoor half
beer, half mens. De confrontatie heeft de grenzen tussen hun twee werelden doen
imploderen en een onverbrekelijke band gesmeed.
Nastassja
Martin is doctor in de antropologie en dus gewijd in de wetenschappelijke kerk.
Voorheen schreef ze al over het grensgebied tussen mens en natuur, waar je een
andere macht kan ontmoeten en daardoor niet langer dezelfde blijft. In eerder
werk benaderde ze haar onderzoeksdomein als een objectieve waarnemer. De omslag
die de beer in haar leven veroorzaakt heeft, doet haar in Geloven in het
wild anders schrijven: in dit relaas laat ze ruimte voor haar persoonlijke
affiniteit met het idee dat er meer is tussen hemel en aarde dan wat de meesten
in het Westen bereid zijn te geloven.
In de
hoofdstukken ‘Herfst’ en ‘Winter’ heeft ze het zonder een greintje zelfbeklag
over haar lichamelijke en geestelijke hellevaart na de berenbeet. In ‘Lente’
volg je haar terugkeer naar de Eveense familie bij wie ze zich tracht te
heroriënteren. Ze ziet uiteindelijk slechts één uitweg: de verderzetting van
haar antropologische onderzoek en het schrijven erover. Het laatste deel,
‘Zomer’, is ultrakort. Daarin geeft ze aan dat ze het stadium van notities over
haar ontmoeting met de beer voorbij is. Ze zet zich aan het boek, dat in 2019 Croire
aux fauves geworden is. Geloven in het wild werd in Frankrijk
meermaals bekroond. Het kent inmiddels ook al een opvolger, À l’est des
rêves (2022), waarin Nastassja Martin de draad van het feitelijke weer
oppikt.
Koppernik publiceert trouwens
gelijktijdig met Geloven in het wild een nieuwe uitgave van Beer,
de controversiële roman waarmee de Canadese Marian Engel in 1976 hoge toppen
scheerde. Daarin beleeft een jonge archiefmedewerkster een intieme relatie met
een beer tijdens een zomer in een landhuis op een afgelegen eiland in het
noorden van Ontario. Het gaat weliswaar om een tamme beer, die haar een duwtje
in de rug geeft om zichzelf heruit te vinden. Toch voel je ook bij Marian Engel
onder de waterlijn nog een zweem van de wildernis, het terrein van de inheemse
bevolking in het onherbergzame Noorden van Canada.
Bij Nastassja Martin is er geen sprake van fictie. De
ontmoeting met haar beer was rauwe realiteit in een wildernis pur sang. Wel is
haar autobiografisch verslag een meerstemmig verhaal geworden waarin het naar
binnen en het naar buiten gerichte samenkomen. Aan het woord is een beheerste
wetenschapper, die het ongetemde niet ontkent. Die dualiteit maakt van Geloven
in het wild een indrukwekkend en bezield verhaal over de relatie tussen
mens en natuur.
Nastassja Martin: Geloven in het
wild, Koppernik, Amsterdam 2023, 152.p. ISBN 9789083237091. Vertaling van Croire
aux fauves door Peter Bergsma. Distributie De Wolken
deze pagina printen of opslaan