Zowat vijftig werken moet Yoko Ogawa al op haar conto
hebben staan. Ondanks haar grote populariteit in Japan (ze won elke literaire
prijs van betekenis in haar geboorteland) en haar bekendheid in de rest van de
wereld, werd tot nog toe slechts een fractie van haar romans vertaald in het
Nederlands. Gelukkig verschijnt nu Het onvergetelijke jaar van Tomoko in
een uitstekende vertaling van Luk Van Haute. Het gaat hier om een al wat ouder
werk, oorspronkelijk gepubliceerd in 2006 en destijds gelauwerd met de
Tanizaki-prijs.
De halve wees Tomoko wordt voor een jaartje naar haar rijke oom en tante
gestuurd, zodat haar moeder een broodnodige naaiopleiding kan volgen – dit moet
het gezin toelaten de komende jaren wat beter het hoofd boven water te houden.
Tomoko valt tijdens haar verplichte verblijf van de ene verbazing in de andere,
want de leefwereld van haar nichtje Mina verschilt radicaal van de hare. Niet
alleen is er de opvallende rijkdom (oom en tante wonen in een groot landhuis op
een reusachtig terrein), ook vormen de inwonende keukenhulp, de klusjesman/tuinier
en de oma extra verwanten, die een voor Tomoko onbekende familiedynamiek
genereren. Daarbij komt nog een sprookjesachtige, bij momenten zelfs
surrealistische atmosfeer: haar ziekelijke nichtje Mina wordt overbeschermd
grootgebracht en heeft een dwergnijlpaard als huisdier dat ze zelfs elke dag
berijdt. Nog sterker: eigenlijk maakte het hele landgoed voor de oorlog deel
uit van een dierentuin annex pretpark.
Yoko Ogawa gebruikt een lange
aanloop van pakweg honderd pagina’s om alle thema’s uit te zetten en de
personages uitgebreid te introduceren. Gaandeweg lijkt het verhaal dan verder
te kabbelen, ogenschijnlijk zonder al te veel ontwikkelingen. Pas halverwege Het
onvergetelijke jaar van Tomoko komen de gebeurtenissen terug in een
stroomversnelling. Het op het eerste gezicht ontbreken van spanning is geen
manco, maar biedt Ogawa net de ademruimte om heel wat subtiele veranderingen
langzaam te beschrijven. Tomoko en Mina groeien op, maar de ontwikkelingen zijn
zó subtiel dat ze in eerste instantie haast volledig verborgen blijven. Pas op
het einde van het boek wordt het duidelijk dat er tijdens Tomoko’s logement van
één jaar wel degelijk heel wat gebeurd is. Het is een bijzonder knappe
verdienste van Ogawa de lezer zo onopgemerkt mee te voeren, haast op dezelfde
wijze als waarop het opgroeien van eigen kinderen ook onzichtbaar blijft op
dagelijks niveau. Ook kon Ogawa de passie voor literatuur en het vertellen van
verhalen naadloos integreren in de verhaallijn: Mina is een echte boekenwurm,
die graag kortverhaaltjes bedenkt, en door Tomoko als een boodschappenjongen
naar de openbare bibliotheek te sturen, wakkert ze ook bij haar nichtje de
passie voor lezen aan.
Maar de grootste krachttoer van Yoko Ogawa is toch dat Het
onvergetelijke verhaal van Tomoko evengoed kan gelezen worden als een
spiegel van de evolutie van de Japanse maatschappij in de twintigste eeuw. De
vooroorlogse droom van een groot Aziatisch rijk spat met het verlies van de
Tweede Wereldoorlog definitief uit elkaar, net zoals het onhoudbare sprookje
van een exotische privédierentuin met aapjes als medewerkers tot een plotse
stilstand komt. Na de oorlog worden vrouwen zelfstandiger, net zoals Tomoko,
Mina en Tomoko’s tante gaandeweg meer controle krijgen over het eigen leven.
Het leven in grote families moet door de toenemende industrialisatie en
urbanisatie plaats ruimen voor het leven in kerngezinnen. De dagelijkse routine
wordt ook ernstiger, minder fantasievol, parallel aan het volwassen worden van
Tomoko en Mina. Ogawa geeft de lezer nét genoeg aanwijzingen in handen – zoals
bijvoorbeeld de Duitse nationaliteit van de oma – om zelfstandig tot een
mogelijke ontcijfering van dieperliggende bedenkingen te kunnen komen: het
kenmerk van grote literatuur.
Yoko Ogawa: Het
onvergetelijke jaar van Tomoko, Cossee, Amsterdam 2023, 298 p. ISBN
9789464520866. Vertaling van Mina no koshin door Luk Van Haute. Distributie
Pelckmans Uitgevers
deze pagina printen of opslaan