Toen de
wereldwijd geroemde Colombiaanse verhalenverteller en Nobelprijswinnaar Gabriel
García Márquez de zeventig naderde, vroeg zijn oudste zoon Rodrigo hem waar hij
’s avonds zoal aan dacht nadat hij de lichten had uitgedaan. ‘Dan denk ik dat
het bijna afgelopen is’, antwoordde hij; om daar meteen aan toe te voegen:
‘Maar er is nog tijd…’. Dat lezen we op de eerste bladzijde van dit bescheiden
boekje dat door diezelfde Rodrigo bij wijze van eerbetoon werd gewijd aan de
laatste levensdagen van zijn beroemde vader. Tijd is er nadien nog wel geweest,
bijna twintig jaar, meer en meer binnen de vertrouwdheid van de eigen
familiekring, maar in maart 2014 bleek die helemaal opgebruikt.
Over die
laatste levensdagen brengt zoon Rodrigo nu een pakkend getuigenis. Daarvoor
putte hij uit de eigen jeugdherinneringen, zijn observaties tijdens de moeilijke
periode voorafgaand aan het overlijden, en de reflecties over leven en dood die
het heengaan bij hem losweekten. De lege gaten in de tussentijd van werkeloos
wachten op wat onontkoombaar stond te gebeuren nam hij te baat om alle beetjes
leven van vóór en tijdens die aangrijpende levensfase in notities te bewaren, aanvankelijk
voor zichzelf, zonder precies te weten wat ermee aan te vangen. Pas toen zijn
moeder Mercedes, Gabriels oersterke echtgenote (aan wie het laatste hoofdstuk van
het boek is gewijd), in 2020 zelf ook overleed, voelde hij zich geroepen om dat
materiaal te gebruiken voor een hommage, een laatste vaarwel aan allebei zijn
ouders en de wereld waarin hij als kind opgroeide. Dat leidde tot het
structureren van zijn notities tot de laudatio
die we nu onder ogen krijgen onder de vorm van een liefdevol verhaal – ter ere
van de verhalenverteller bij uitstek.
Het verhaal –
want dat is het dus uiteindelijk geworden – neemt een aanvang ergens in maart
2014, op de dag dat Rodrigo, die voor zijn (film)werk samen met zijn familie in
Los Angeles woont, de verontrustende melding krijgt dat ‘Gabo’ zoals de
schrijver in familiekringen wordt genoemd, met een verkoudheid in bed ligt. Dat
gebeurt wel vaker maar nu, zo beseft Rodrigo, zijn de tekenen anders. Gabo’s
voortschrijdend geheugenverlies van de laatste jaren maakt dat hij enkel nog in
het hier en nu leeft, ‘verlost van het verleden, niet gehinderd door
verwachtingen voor de toekomst’. Maar nu blijkt hij ook nog apathisch te zijn,
lusteloos. Na een korte opname in de kliniek wordt zijn vader naar de
vertrouwde thuis teruggebracht, en van dan af gaat het snel – een stuk sneller
dan aanvankelijk gedacht. Rodrigo pendelt tussen Los Angeles en het ouderlijk
huis in Mexico-stad, de pers raakt op de hoogte, familieleden en vrienden maken
hun opwachting, het onvermijdelijke dient zich aan.
Al van bij het
eerste alarmsignaal rond de toestand van zijn vader beseft Rodrigo dat hij
getuige is van wat het laatste hoofdstuk lijkt te worden in het leven van een
man, wereldvermaard omwille van zijn ongeëvenaarde vertelkunst, maar bovenal
iemand die volledig aardde in het mens- en vader-zijn. Iets zegt hem dat het
momentum van diens overlijden niet mag verloren gaan en dus noteert hij, bijna
filmisch en aanvankelijk doelloos, de brute feiten rond ziekteverloop,
overlijden, uitvaart; tegelijkertijd fixeert hij ook een aantal existentiële bespiegelingen
die de episode bij hem oproept. Het zijn deze snapshots die uiteindelijk het kader leveren voor zijn boek.
Alles in het eerlijke
relaas dat daarvan de neerslag is, draagt ertoe bij om een blijvend memoriaal
te creëren ter ere van de overleden schrijver, zijn vader. Het verhaal dat aan
de huid blijft kleven in de eerste plaats. Logisch is ook dat een chronologie
van García Márquez’ leven en diens bibliografie worden opgenomen. Maar daar
bovenop wordt het relaas ook aangevuld met een reeks oude foto’s uit het
familiearchief, worden de onderscheiden delen doorsneden door zinvol gekozen
fragmenten uit zijn romans, en krijgt ten slotte Gabo’s voorkeur voor gele
rozen extra aandacht in een attente vormgeving. Het geheel is zodoende uitgemond
in een doorvoeld gedachteniscadeau waar García Márquez’ fans wát blij mee zullen
zijn.
Rodrigo
García: Er is nog tijd, Meulenhoff, Amsterdam 2022, 160 p. ISBN 9789029095198. Vertaling
van A farewell to Gabo and Mercedes door Ton Heuvelmans. Distributie Lannoo
deze pagina printen of opslaan