Vertaald proza

BOEKEN NR. 3, MAART 2022

Gustave Flaubert: Drie vertellingen

door Jan Baes

'De zinnen van een boek moeten bewegen als de bladeren in een bos, allemaal verschillend in hun gelijksoortigheid’, schrijft Gustave Flaubert (1821-1880) aan zijn geliefde Louise Colet, daarmee zijn streven naar narratieve en muzikale eenheid in stijl benadrukkend. Maar er is niet alleen perfectie in de schriftuur, ook de structuur houdt hem intensief en langdurig bezig. Perfectie bereiken naar inhoud en vorm is het doel van zijn literaire werk, dat alleen met eigen middelen wil overtuigen, in de eerste plaats het woord. Een doelstelling die waarschijnlijk nog het meest benaderd wordt in de Trois contes (Drie vertellingen) dat drie jaar voor zijn dood verscheen.  

Net als bij de romans getuigen deze vrij korte verhalen van eenzelfde diversiteit en een even grondige aanpak. Zo is er de vrije navertelling van een middeleeuwse legende (La légende de saint Julien l'hospitalier), het levensverhaal van de dienstbode Félicité (Un coeur simple) en het Bijbelse thema van de dans van Salomé voor Herodes Antipas (Hérodias).
 
Het verrassendst is ongetwijfeld ‘Een eenvoudig hart’, dat Flaubert opzette na een brief van George Sand.waarin ze hem verweet dat hij zo weinig mededogen voor zijn personages toonde. De veeleer objectiverende en onpersoonlijke aanpak van de schrijver, niet bedoeld als een afwijzing van de romantiek maar als een aanvulling of een correctie erop, paste maar moeizaam met de literaire opvattingen van Sand. Flaubert, die het zeer met haar kon vinden, wou met dit verhaal bewijzen dat ook hij tot medegevoel in staat was, maar dan wel in een tekst die 'niet verontreinigd was door zijn eigen emoties en ervaringen', zoals hij ooit aan Louise Colet schreef, toen hij met Madame Bovary bezig was. Het was in dezelfde periode dat hij in verband met het gebruik van metaforen, overvloedig gebezigd door de romantici, verzuchtte: 'Ik word opgevreten door vergelijkingen als door luizen en ik ben alleen maar bezig ze dood te knijpen'.
 
Het verhaal over Félicité omzeilt al deze romantische valkuilen en levert toch een ontroerend portret op van een simpel leven dat getuigt van oprechte empathie. Het is ook het verhaal waarin een opgezette papagaai verschijnt (die Julian Barnes zijn charmant boekje over Flaubert opleverde), met een krachtige 'entrée en matière': 'Een halve eeuw lang benijdden de dames van Pont l'Éveque mevrouw Aubain om haar dienstbode Félicité. Voor honderd frank per jaar deed zij het huishouden, kookte, naaide, waste, streek; zij kon een paard tomen, hoenders mesten, boter karnen, en bleef trouw aan haar meesteres - die toch geen aangenaam persoon was.'
 
In de teksten over de heilige Julianus en Herodias nemen de Flaubertiaanse principes opnieuw de overhand en dienen vorm en inhoud, gebaseerd op een documentatie van velerlei aard en los van persoonlijke ervaringen, uitsluitend om nagenoeg perfecte verhalen tot stand te brengen, die, om het met Sand te zeggen, ook wel een tikje weemoed hadden kunnen verdragen.
 
Gustave Flaubert: Drie vertellingen, Atlas/Contact, Amsterdam 2021, 155 p. ISBN 9789020416589. Vertaling van Trois contes door Hans van Pinxteren. Distributie VBK België

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 3, MAART 2024

Binnen in de aarde is een berg

Hester Knibbe

De zomers

Ronya Othmann

Het mensenschip

Autran Dourado

Onze James. De vrouwen van Ensor

Jan Bultheel, Eric Min (nawoord)

Woestijnpassages

Emmelien Kramer

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 3, MAART 2024

Een toren van tijgers

Lizette de Koning, Gareth Lucas (ill.)

Eenbeen

Thijs Goverde

Roofvogels. De mooiste en machtigste dieren in de lucht

Walter De Raedt, Joris De Raedt (ill.)

Salto

Arndís Thórarinsdóttir, Linde Faas (ill.)

Springlevend

Saskia de Bodt

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri