Nederlands proza

BOEKEN NR. 9, NOVEMBER 2021

Kees ’t Hart: VICTORIEN, ik hou van je

door Carl De Strycker

Kees ’t Hart is een van de geestigste en tegelijk slimste Nederlandstalige schrijvers. Met zijn romans Teatro Olimpico (Querido 2014) en Wederzijds wist hij tegelijk op de lachspieren te werken en een aantal hedendaagse maatschappelijk thema’s aan de orde te stellen. In zijn nieuwe bundel Verhalen en ontboezemingen, zoals de ondertitel luidt, krijgen we een inkijk in het leven van de schrijver, tenminste, zo presenteert hij dat, want dat het hier om autofictie gaat, is wel duidelijk.
 
Het hoofdpersonage is in de meeste verhalen een schrijver die erg goed lijkt op ’t Hart zelf. In het titelverhaal keert die terug naar zijn jeugd in Nijmegen. Daar stond in witte letters ‘VICTORIEN, ik hou van je’ op een brugpijler te lezen, en de ik-verteller gaat op onderzoek uit naar dat meisje. Uiteindelijk zal hij dicht in de buurt komen van de oplossing van het mysterie wie deze zin voor wie geschreven heeft, maar dat net niet helemaal ontraadselen. Ondertussen heeft hij wel een trip down memory lane gemaakt. In het hilarische tweede verhaal, een ontsporende correspondentie met een studente die een proefschrift over de schrijver wil maken, blijkt ’t Hart zelf de auteur van de liefdesverklaring uit het eerste verhaal… En meteen ben je als lezer gewaarschuwd: feit en fictie zijn hier niet van elkaar te onderscheiden.
 
Een van de opvallendste teksten in deze bundel is het verslag van ’t Harts passage in Ieper op zoek naar sporen van de Eerste Wereldoorlog. Dat blijkt al gauw heel persoonlijk te worden en zich te ontwikkelen tot een verhaal over de eigen jeugd. Grappig is ook de stream of consciousness-achtige tekst waarin we een (de?) auteur zien worstelen met een lezing die hij moet schrijven, en heel komisch is ‘Na afloop’, waarin telkens in één zin het vervolg van het leven van beroemde personages en schrijvers wordt geschetst: ‘Frits van Egters werkte tot 1978 in een meubelwinkel.’ Of: ‘Vader Abraham is in 2028 bij een poging door een waterkraan te kruipen overleden.’
 
Maar er zitten ook serieuzere verhalen in, zoals de reportage over een avond waarop ’t Hart meereist met het tourbusjes van Toon Tellegen en diens muzikanten, of de teksten die over literatuur gaan, zoals de opstellen over Madame Bovary, Bordewijk of Gorter (waarbij ’t Hart een pleidooi houdt om diens obsessie met sport te verdisconteren in de wijze waarop wij naar de dichter kijken). Het zwakst zijn waarschijnlijk de gedichten ‘Het vogelkerkhof’ en ‘Vincent op Ameland’, die door de technische gebreken de ze vertonen, nogal houterig overkomen. Maar misschien is dat dan weer bewust, want in de briefwisseling met de promovenda maant de schrijver haar ergens: ‘Ik vind je gedichten trouwens niet erg goed, veel te veel satire, je moet jezelf wat serieuzer nemen en je bent veel te veel bezig met het leven van Nederlandse schrijvers.’ Nou, dat geldt dus blijkbaar voor de schrijver zelf ook…
 
Een beetje uit de toon springt ‘Het hoofddoekje’, dat als enige weinig met de schrijver zelf te maken lijkt te hebben, maar tegelijk een van de ontroerendste verhalen in de bundel is. Een moslimmeisje gaat in het geheim een jongen voor wie ze wat voelt opzoeken in een instelling. De worsteling met de vraag of ze haar hoofddoek moet afdoen, maakt deze ontvlambare discussie erg tastbaar. Aan de hand van een anekdotisch particulier verhaal maakt ‘t Hart de problematiek invoelbaar. En werkt goede literatuur niet altijd op die manier: dat je je kan inleven in de situatie van een ander en zo gedwongen wordt een onvermoed standpunt in te nemen?
 
Op het eerste gezicht lijkt deze bundel een allegaartje van schijnbaar vermakelijke penneproeven en restjes die in de lade van de schrijver zijn blijven liggen. Maar door de onderlinge verbanden tussen al deze teksten, blijkt dit een uitgekiend en samenhangend boek dat de kracht van literatuur bezingt én toont.
 
Kees ’t Hart: VICTORIEN, ik hou van je, Querido, Amsterdam 2021, 264 p. ISBN 9789021429441. Distributie L&M Books


deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 3, MAART 2024

Binnen in de aarde is een berg

Hester Knibbe

De zomers

Ronya Othmann

Het mensenschip

Autran Dourado

Onze James. De vrouwen van Ensor

Jan Bultheel, Eric Min (nawoord)

Woestijnpassages

Emmelien Kramer

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 3, MAART 2024

Een toren van tijgers

Lizette de Koning, Gareth Lucas (ill.)

Eenbeen

Thijs Goverde

Roofvogels. De mooiste en machtigste dieren in de lucht

Walter De Raedt, Joris De Raedt (ill.)

Salto

Arndís Thórarinsdóttir, Linde Faas (ill.)

Springlevend

Saskia de Bodt

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri