Poëzie

BOEKEN NR. 8, OKTOBER 2021

Jo Govaerts: Ik dans me weer bijeen. Verzamelde gedichten

door Dirk De Geest

Uitgeverij Davidsfonds probeert weer een literaire poot uit te bouwen, nadat de jongste jaren vooral werd ingezet op essays en non-fictieboeken. Poëzie is daarbij niet langer taboe, zo blijkt uit deze uitgave. Dat uitgerekend de verzamelde gedichten van Jo Govaerts worden uitgegeven, is zowel verbazingwekkend als voor de hand liggend. Jo Govaerts was indertijd een literair fenomeen. Toen haar debuutbundel Hanne Ton in 1987 verscheen, was de dichteres nauwelijks vijftien jaar oud. Haar gedichten waren tegelijk onbevangen en erg volwassen van toon, en heel wat recensenten zagen in haar de troonopvolger van de ongemeen populaire Herman de Coninck. Zo’n vaart liep het niet, want na nog een drietal bundels droogde de poëziestroom blijkbaar op. De dichteres studeerde Slavische talen, ging professioneel andere wegen op maar bleef actief als vertaler.    

Nu zijn er de verzamelde gedichten, waarin het eerdere werk wordt gecombineerd met een nieuwe bundel, die de titel Morgen ga ik met je trouwen meekreeg. Daarmee hinkt deze uitgave duidelijk op twee benen. Aan de ene kant wordt een nieuwe dichter voor het voetlicht gebracht, maar aan de andere kant wordt duidelijk gerekend op de vroegere populariteit en de naambekendheid van de dichter. Om dat laatste in het zonnetje te zetten is er een voorwoord van Maud Vanhauwaert (de Govaerts van deze tijd, zou men oneerbiedig kunnen stellen), die echter vreemd genoeg enkel spreekt over het oude werk en blijkbaar de nieuwe bundel niet onder ogen heeft gekregen. Achteraan in het boek is dan weer een informatief interview opgenomen van uitgever Toon Horsten met de auteur, waarin wordt teruggeblikt op een leven van poëtische activiteit.  
 
Hoofdbrok blijkt echter de poëzie zelf. Een hernieuwde kennismaking met de piepjonge Jo Govaerts laat bij de hedendaagse lezer een halfslachtige indruk na. Veel van de charme van deze gedichten klinkt ondertussen bedaagd, naïef, en ook de thema’s zijn nogal huiselijk. Het is de slijtage van de tijd die ook het vroege werk van Herman de Coninck voor sommige lezers gedateerd doet klinken. Daartegenover staan echter een grote verbale veerkracht en een boeiend verbeeldend vermogen. Het dichterlijke ik neemt uiteenlopende perspectieven aan, en daardoor wordt het grote beeld fraai verbonden met dagelijkse details. Datzelfde geldt ook de beeldspraak waarin veel aandacht uitgaat naar kosmische motieven, die dan weer verrassend verbonden worden met producten uit ons banale leven van alledag. Typerend is ook hoe de dichter zichzelf graag associeert met een tovenaar of een toverheks, waardoor het gedicht magische proporties aanneemt. Het zijn alle strategieën om de grote romantische thema’s van deze debuutbundel – liefde, dood en leven – tot herkenbare gestalten terug te brengen. Die charme blijft onmiskenbaar overeind, al is de soms belerende commentaar van de dichter aan het einde van het vers niet meer van deze tijd.
 
De daaropvolgende bundels zetten die toon verder, maar de dichter wint duidelijk aan maturiteit. De overbodige uitweidingen en de bewust poëtische passages vallen grotendeels weg, en in plaats daarvan komt een versoberd taalgebruik dat de intensiteit van het vers ten goede komt. Ook het dichterlijke ik verliest zijn aanvankelijke ‘onschuld’. Het twijfelt veel meer, en die onzekerheid in het bestaan wordt zelfs een centraal thema. Herinneringen worden tastbaarder en intenser, terwijl de blik op de toekomst vooral een voorlopig en hypothetisch karakter krijgt. In elke bundel dringt het ouder worden sterker door, en ook de liefde wordt een stuk dieper en realistischer. De lezer krijgt de indruk dat het leven steeds meer op de voorgrond komt, maar dat daardoor de droom en zelfs de poëzie gedeeltelijk naar de achtergrond worden verdrongen. Het lange stilzwijgen van Jo Govaerts lijkt daarop zelfs een logisch vervolg.  
 
Maar nu is er Morgen ga ik met je trouwen, een bundel vol nieuwe gedichten. ‘Nieuw’ lijkt nochtans overdreven, want het materiaal voor deze bundel is samengeraapt uit een lange periode. Ook al zijn de gedichten ongetwijfeld geredigeerd en geselecteerd in functie van de nieuwe samenhang, toch valt de diversiteit in toon en lengte op; daardoor lijkt het alsof de dichteres hier haar hele poëtische loopbaan in een notendop overdoet. Die chronologie lijkt trouwens in de bundel zelf aanwezig. De eerste reeks heeft het bijvoorbeeld over de geboorte van kinderen, een cruciale gebeurtenis die de vanzelfsprekendheid van het bestaan fundamenteel in vraag stelt: zorg draagt bij tot zorgen, en de vraag naar de grenzen van de verantwoordelijkheid en de opvoeding wordt in de loop der jaren steeds prangender.  
 
Dezelfde onzekerheid is ook een leidmotief in de daaropvolgende liefdesgedichten. De romantische droom heeft mettertijd plaats geruimd voor een meer realistische kijk, en daaruit volgt een vaak paradoxale ervaring van intimiteit en vervreemding. Over het algemeen staat de dichter veel meer met haar voeten in de wereld, maar de droom is daarmee niet verdwenen. De romantiek van de mogelijkheden bij de piepjonge auteur heeft daarbij plaats gemaakt voor een romantiek die haar voedingsbodem heeft in de herinnering. Hoe dan ook blijft deze poëzie allereerst een psychologisch portret, genuanceerd en met tal van schakeringen maar onveranderlijk herkenbaar.  
 
Jo Govaerts: Ik dans me weer bijeen. Verzamelde gedichten, Davidsfonds, Leuven 2021, 232 p. ISBN 9789002269295. Distributie Standaard Uitgeverij

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 3, MAART 2024

Binnen in de aarde is een berg

Hester Knibbe

De zomers

Ronya Othmann

Het mensenschip

Autran Dourado

Onze James. De vrouwen van Ensor

Jan Bultheel, Eric Min (nawoord)

Woestijnpassages

Emmelien Kramer

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 3, MAART 2024

Een toren van tijgers

Lizette de Koning, Gareth Lucas (ill.)

Eenbeen

Thijs Goverde

Roofvogels. De mooiste en machtigste dieren in de lucht

Walter De Raedt, Joris De Raedt (ill.)

Salto

Arndís Thórarinsdóttir, Linde Faas (ill.)

Springlevend

Saskia de Bodt

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri