Nederlands proza

BOEKEN NR. 6, JUNI 2021

Jacob van Lennep, Geert Mak, Marita Mathijsen: De zomer van 1823. Het dagboek van zijn voetreis door Nederland

door Jo Vanderwegen

Onlangs verscheen de moderne bewerking van De zomer van 1823, een dagboek dat de latere schrijver Jacob van Lennep (1802-1868) bijhield tijdens een wandeling door Nederland. In feite is het een herziene en aangevulde uitgave van Lopen met van Lennep, dat Geert Mak en Marita Mathijsen al in 2000 uitgaven.  

We hebben te maken met een onderdeel van een groot project, waarin de wandeling twintig jaar geleden verbeeld werd in een prachtige televisieserie van Geert Mak en Theo Uittenbogaard. Nu is er de knap geïllustreerde heruitgave van de in modern Nederlands vertaalde versie van het dagboek. Dat werd tijdens het leven van Jacob van Lennep niet uitgegeven. Wel werd hij beroemd met de uitgave van de teksten van Vondel en Multatuli’s Max Havelaar. De roman De lotgevallen van Ferdinand Huyck (1840 – Veen 2019) wordt als zijn meesterwerk beschouwd.
 
Jacob van Lennep ondernam als twintiger de wandeling samen met zijn medestudent Dirk van Hogendorp en hield een reisverslag bij van wat ze onderweg zagen. Het was de tijd van voor de grote industriële veranderingen. De wegen waren nog niet bestraat, later zullen kanalen, spoortreinen en stoommachines Nederland onherkenbaar maken voor de negentiende-eeuwer.
 
Van Hogendorp en Van Lennep werden tot hun tocht geïnspireerd door hun leraar Willem Bilderdijk, maar ze gingen niet naar Italie zoals toen usance was. Van Hogendorp nam in een brief aan zijn vriend het initiatief. Doel was ‘om den landaart en den zeden en gewoontens der ingezetenen te leeren kennen’. Zich terdege bewust van het standenverschil met het ‘gewone volk’ lieten ze zich niet onbetuigd deze en gene terecht te wijzen naar eigen goeddunken. Zo betitelden ze de latere planetarium-bouwer Eise Eisinga als ‘simpel’, wellicht louter omdat hij afkomstig was van een familie van wolkammers.
 
Dagelijks legden de twee vrienden gedurende drie maanden gemiddeld zo’n veertig kilometer te voet af. Ze logeerden in herbergen en plaatselijke gelegenheden, bij studievrienden van hun vaders, of bij familieleden. Onderweg leerden ze ook nieuwe mensen kennen. Hun meest noordelijke bestemming was Delfzijl, in het zuiden bereikten ze Goes en Bergen op Zoom (‘men gaat van het ene dorp naar het andere langs smalle dijkjes waarop men als de ganzen loopt en die als brij wegzakken onder de voeten’). Het verslag is levendig, gedetailleerd en met humor geschreven. Ook vandaag is het dankzij de bewerking van Mak en Mathijsen zeer goed leesbaar.
 
De zomer van 1823 is een prachtige uitgave, voorzien van een verhelderend voorwoord, verrijkende voetnoten, een kaart en mooie kleurenillustraties. Dankzij het moderne taalgebruik kan ook de hedendaagse lezer proberen zich een voorstelling te maken van hoe Nederland er bijna tweehonderd jaar geleden uit zag.
 
Jacob van Lennep, Geert Mak, Marita Mathijsen: De zomer van 1823. Het dagboek van zijn voetreis door Nederland, Atlas/Contact, Amsterdam 2020, 304 p. : ill. ISBN 9789045044156. Distributie VBK België

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 3, MAART 2024

Binnen in de aarde is een berg

Hester Knibbe

De zomers

Ronya Othmann

Het mensenschip

Autran Dourado

Onze James. De vrouwen van Ensor

Jan Bultheel, Eric Min (nawoord)

Woestijnpassages

Emmelien Kramer

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 3, MAART 2024

Een toren van tijgers

Lizette de Koning, Gareth Lucas (ill.)

Eenbeen

Thijs Goverde

Roofvogels. De mooiste en machtigste dieren in de lucht

Walter De Raedt, Joris De Raedt (ill.)

Salto

Arndís Thórarinsdóttir, Linde Faas (ill.)

Springlevend

Saskia de Bodt

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri