Poëzie

BOEKEN NR. 4, APRIL 2021

Lucebert, Graa Boomsma (sam.): Vaarwel. Achtergelaten gedichten

door Dirk De Geest

Dat de legendarische experimentele dichter Lucebert in de loop der jaren her en der ‘verloren’ verzen had nagelaten, viel te verwachten. Sommige gedichten verschenen occasioneel in een of ander tijdschriftnummer of in een gelegenheidsuitgave; zelfs de voorbeeldige editie van zijn poëzie uit de jaren zeventig bleek niet geheel foutloos of volledig. Andere gedichten waren enkel beschikbaar in manuscript: zo doken er de afgelopen tijd enkele boekjes op die maar in één exemplaar waren vervaardigd (doorgaans voor een geliefde), unica die door De Bezige Bij na het overlijden van de dichter publiek werden gemaakt. Het zijn verzen die ons verder informeren over de grote productiviteit van de dichter in de vroege jaren 1950, over zijn mateloze drang om een volstrekt eigen wereld te verbeelden, in het spoor van de grote voorbeelden uit de (vooral) internationale poëziegeschiedenis.    

Toch is deze uitgave alsnog een verrassing van formaat. Graa Boomsma, die aan een biografie werkt van Bert Schierbeek, vond in diens nalatenschap een groot aantal ongepubliceerde verzen van de hand van Lucebert. Lucebert had namelijk een tijdlang een relatie met de vriendin van Schierbeek (zelfs een soort driehoeksverhouding), maar na verloop van tijd moest hij overhaast verhuizen. Ook bij een andere vrouw bleken nog manuscripten te zijn achtergebleven. Vaarwel brengt (een gedeelte van) dat materiaal bij elkaar; Boomsma heeft zich in deze publicatie beperkt tot alle verzen die in een vergevorderde staat van afwerking waren. Kladjes en voorlopige aanzetten zijn niet opgenomen, ook al zullen Lucebert-fanaten benieuwd zijn naar los slingerende versregels en afzonderlijke fragmenten. De ondertitel, Achtergelaten gedichten, alludeert mooi op die nalatenschap maar tegelijk ook op het feit dat de dichter ze in de loop van zijn leven letterlijk heeft achtergelaten om ze in de daaropvolgende decennia te vergeten.
 
De gedichten in deze forse bundel zijn stuk voor stuk wonderlijke experimenten van taal. Sommige fragmenten liggen in de lijn van later gepubliceerde verzen, maar voor een groot deel betreft het ontdekkingen. De lezer wordt daardoor bruusk terug gekatapulteerd in de tijd, want het lijkt alsof wij opnieuw in de nasleep van de oorlog staan. In die chaotische ervaring – waarvan wij ondertussen weten dat ze ook voor een persoonlijk trauma in het leven van de dichter staat – lijkt de ruimte van de traditionele literatuur volstrekt uitgeput. De dichter maakt weliswaar doorlopend gebruik van retorische middelen, van beelden en zelfs rijmende verzen, maar tegelijk lijken die sjablonen voor hem erg problematisch. Bij wijze van contrast wordt het vers daartoe overladen met beelden en indrukken, een bombardement van fragmenten dat als het ware weerstand moet bieden aan de clichés van romantiek en conservatisme.  
 
Lucebert manifesteert zich als een barokke schrijver voor wie het altijd nog net iets ‘meer’ mag zijn. Zijn verzen stapelen de beelden op, mikken op gewaagde associaties en onvermoede verbanden, met veel herhalingen en contrasten. Het is een vuurwerk van taal waaraan een bijzonder kritische instelling van de dichter ten grondslag ligt. De buitenwereld wordt vaak afgeschilderd als onherbergzaam, totalitair, burgerlijk en anoniem. Het is een klimaat dat in feite geen ruimte biedt voor individuele creativiteit, maar dat omgekeerd net die rebellerende houding van de dichter versterkt en motiveert. Die dichter verschijnt in deze gedichten als een acrobaat van taal, maar ook als een hedendaagse incarnatie van de magische zanger Orpheus, en net als dat voorbeeld wordt hij gedreven door de liefde: passie is het belangrijkste lichtpunt in die visie, en de poëzie is daarvan de rechtstreekse (haast ongecontroleerde) uitdrukking.
 
Liefhebbers van Luceberts poëzie zullen in deze bundel vooral het vertrouwde geluid van de experimentele hoogtepunten herkennen; heel wat motieven en frasen keren later inderdaad terug. Toch biedt elke bladzijde verrassingen van formaat, en daarenboven is de bundel verlucht met een aantal Cobra-tekeningen. Lucebert leeft door dat alles opnieuw, vitaler dan ooit, en alvast deze lezer is daarover bijzonder enthousiast.  
 
Lucebert, Graa Boomsma (sam.): Vaarwel. Achtergelaten gedichten, De Bezige Bij, Amsterdam 2021, 96 p. ISBN 9789403124216. Distributie Standaard Uitgeverij

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 3, MAART 2024

Binnen in de aarde is een berg

Hester Knibbe

De zomers

Ronya Othmann

Het mensenschip

Autran Dourado

Onze James. De vrouwen van Ensor

Jan Bultheel, Eric Min (nawoord)

Woestijnpassages

Emmelien Kramer

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 3, MAART 2024

Een toren van tijgers

Lizette de Koning, Gareth Lucas (ill.)

Eenbeen

Thijs Goverde

Roofvogels. De mooiste en machtigste dieren in de lucht

Walter De Raedt, Joris De Raedt (ill.)

Salto

Arndís Thórarinsdóttir, Linde Faas (ill.)

Springlevend

Saskia de Bodt

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri