Bij Nijgh en Van Ditmar is een heruitgave van het Verzameld Proza van J.J. Slauerhoff
(1898-1936) verschenen. Ruim twee jaar geleden verschenen ook al, in een
gelijkaardige mooie hardcover, de verzamelde gedichten van de scheepsarts. Ook
toen waren Menno Voskuil en Hein Aalders de samenstellers.
Na zijn studie geneeskunde
monsterde J.J. Slauerhoff aan als scheepsarts op de lange omvaart. Hij reisde
de hele wereld rond en werd vooral befaamd om zijn verhalen en gedichten,
waarvoor hij nog tijdens zijn korte leven bekroond werd met de C.W. Van der
Hoogtprijs (1934, voor de bundel Soleares).
Zijn taal is sprankelend en fris, en ook vandaag nog zeer goed leesbaar. Hij
vertaalde Portugese lyriek, en werd op zijn beurt getoonzet door fadista
Cristina Branco. Ook in het Frans, Italiaans, en Fries is werk van Slauerhoff
beschikbaar; Nynke Laverman (1980) zette hem al zingend op plaat.
Dankzij het Verzameld proza kunnen we dus opnieuw
genieten van pareltjes als Schuim en as
en Het verboden rijk. Nochtans
verscheen in de jaren tachtig al, op gezag van Kees Lekkerkerker en door hem
voorzien van zeer precieze toelichting, het overgrote deel van het ook hier
opgenomen proza. Van deze kloeke bundel is het grootste deel eerder al uitgegeven,
waarbij de samenstellers dus zwaar leunen op het enorme werk dat Kees
Lekkerkerker (1910-2006) gedurende zijn hele leven uitvoerde. Samen met onder
meer D.A.M. Binnendijk, Jan Greshoff, H. Marsman, Menno ter Braak en A. Roland
Holst nam hij zitting in de commissie die zich na de voortijdige dood van
Slauerhoff ontfermde over diens literaire nalatenschap. In 1941 al verscheen
een eerste deel van Slauerhoffs verzameld werk. Het was Lekkerkerker die
uiteindelijk zijn leven zou wijden aan het bezorgen van de teksten. Zonder diens
minutieuze geduldwerk - Slauerhoffs geschrift was niet alleen zeer moeilijk
leesbaar, hij was ook inconsequent in zijn taalgebruik – was dit boek er niet
geweest.
Het
belangwekkende aan de huidige uitgave is echter dat naast het nooit eerder in
verzameld werk verschenen toneelstuk ‘Jan Pietersz. Coen’ ook fragmenten van
nooit afgewerkte verhalen zijn opgenomen, afkomstig uit de beroemde scheepskist
met teksten die Slauerhoff op zijn reizen mee nam. Dankzij zorgvuldig
opzoekwerk van menig bibliothecaris en liefhebber zijn Voskuil en Aalders
teksten op het spoor gekomen die al jaren in archieven verstopt zaten.
Zo deed Hein Aalders
in 2018 al in het tijdschrift De parelduiker uit de doeken hoe de
satirische novelle Luctor et Emergo
boven water kwam. Ook het grotere publiek kan nu kennis nemen van de tekst over
het gezin waarin de preutse vader boos wordt over het feit dat zijn vrouw en
dochter lid willen worden van een Dameszwemclub. In het Verzameld proza lezen we slechts de tekst; voor de
achtergrondinformatie over deze en andere verhalen moeten we teruggrijpen naar
eerdere uitgaven, of, in dit geval, naar De
parelduiker.
Voskuil en Aalders verklaren hun keuzes en werkwijze in een uitgebreide
verantwoording en bieden ook een gedetailleerde drukgeschiedenis van Slauerhoffs
werk. Ook leggen ze uit waarom ze hier wel kozen voor herspelling en in Verzamelde gedichten van amper twee jaar
geleden niet. Wellicht zal deze uitgave – met recht – gezien worden als de
ultieme Slauerhoff verzameling, ook al bevat ze minder toelichting dan de destijds
door Kees Lekkerkerker verzorgde uitgave. Menno Voskuil en Hein Aalders geven
voldoende krediet aan hun eminente voorganger om zelf ook voor hun werk erkend
te worden.
J.J. Slauerhoff, Menno Voskuil en Hein Aalders (sam.): Verzameld proza, Nijgh
en Van Ditmar, Amsterdam 2020, 855 p. ISBN 9789038809601. Distributie L&M
Books
deze pagina printen of opslaan