Poëzie

BOEKEN NR. 1, JANUARI 2021

Marleen de Crée: Toen gisteren nog vandaag was

door Dirk De Geest

Met Toen gisteren nog vandaag was levert Marleen de Crée het imposante sluitstuk van haar dichterlijke oeuvre af. Het is een bundel die op elke bladzijde getuigt van een ingetogen meesterschap. De Crée geeft weinig prijs van haar persoonlijke leven, maar haar intimistische poëzie brengt een eigen wereld tot stad vol motieven en symbolen. Daarbovenop komt de gedragen toon waarmee de dichter haar poëzie extra kleurt, samen met het suggestieve gebruik van klank en ritme. In de loop der jaren heeft de Crée op het vlak van vorm en stijl een stijl bereikt die vrijwel perfect spoort met de thematische diepgang van haar oeuvre.   

Die poëzie kan men wellicht het best karakteriseren als intimistisch, een peilen naar de innerlijke diepte van de mens. De romantische toon van de eerste bundels heeft gaandeweg plaats gemaakt voor een diep gevoel van melancholie. De jongste bundels zijn inderdaad geheel doordrongen van gemis, eindigheid en kwetsbaarheid, maar dat neemt niet weg dat de gedichten energie en wilskracht blijven ademen. Ook in Toen gisteren nog vandaag was domineert die zachte elegische toon. De titel wijst al op het voorbijgaan van de tijd, en de herinnering neemt een belangrijke plaats in deze bundel in. Het verleden wordt daarbij verbreed, niet alleen tot een schier eindeloze reeks van momenten maar tot de voortijd. Daardoor krijgt de ervaring van de werkelijkheid mythische proporties, net zoals de toekomst niet alleen staat voor ‘morgen’ maar evenzeer voor ‘ooit’. Uiteindelijk lijken verleden en toekomst samen te smelten, want het menselijke bestaan is maar een onderdeel van een veel grotere kosmische beweging waarin alles opgaat en terugkeert. Tegelijk is elk ogenblik ook een uniek gebeuren, en wat zich herhaalt groeit gaandeweg uit tot een soort van ritueel.
 
Ook de personages krijgen in deze bundel iets van een archetype. Zo wordt er gespeeld met ‘ik’ en ‘jij’, maar ook met ‘wij’ of ‘hij’. Het gaat daarbij om herkenbare personen, maar tegelijk blijven hun contouren bewust vaag, als lege hulzen waarin elke lezer zichzelf tot op zekere hoogte kan terugvinden. De personages worden allen gedreven door de tocht van het leven, een traject dat symbolisch met uiteenlopende ruimtelijke decors wordt geassocieerd: de herfst verwijst bijvoorbeeld naar de teloorgang van het hoogseizoen en kondigt de winter aan. In vrijwel alle gedichten gaat het om het loslaten, een moeizaam leerproces dat eigen is aan het voorbijgaan van de jaren. Dat loslaten wordt soms als een verlies ervaren, maar op andere plaatsen lijkt het een bevrijding of een louterende onderneming: de bijkomstigheden zijn niet langer belangrijk, en in plaats daarvan komt een bezinning op de wezenlijke waarden van het bestaan. Zelfs de vergankelijkheid krijgt in dat beeld een functionele plaats. Vooral de reeks ‘Margaretha’ is een onvergetelijk pleidooi voor de broosheid die overgang vormt van blijven naar verdwijnen.
 
Dit is een bundel die niet alleen indruk maakt door de grote menselijkheid en het enorme vakmanschap dat eruit spreekt, maar ook door de manier waarop de lezer aangezet wordt om mee te voelen, mee te denken, mee te zoeken. Herlezen betekent onmiskenbaar een verrijking.
 
Marleen de Crée: Toen gisteren nog vandaag was, P, Leuven 2020, 46 p. : ill. ISBN 9789493138278 

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri