In zijn jongste bundel verkent Mischa Andriessen op beklijvende wijze
wat een traumatische gebeurtenis in een relatie teweegbrengt. Hij portretteert
haarscherp twee personages – het lyrische ik en een jij, maar tegelijk ook meer
afstandelijk een hij en een zij – die intens worstelen met wat is gebeurd. Die
cruciale kentering wordt in de teksten maar met mondjesmaat ter sprake
gebracht: blijkbaar is hun kind verdronken in een moment van onachtzaamheid.
Die gebeurtenis is in Winterlaken de
sleutel tot alles, maar tegelijk wordt het trauma haast steeds verzwegen. Het
is er ogenschijnlijk niet want de protagonisten proberen hun bestaan, ieder op
zich en met elkaar, terug op te nemen. Tegelijk is niets nog zoals voorheen,
want onophoudelijk komen motieven naar boven die naar het onzegbare verlies
verwijzen.
Die
spanning tussen de traumatische herinnering en de ijzige dagelijkse routine
beheerst de meeste teksten. Op indringende wijze laat Andriessen zien hoe alles
ogenschijnlijk hetzelfde is gebleven, maar hoe die schijn doorlopend barsten
vertoont. Beide personages leven grotendeels naast elkaar, ieder verloren in
hun eigen wereld. De huiselijke ruimte wordt een vreemd landschap, de objecten
hebben hun natuurlijkheid verloren. De lichamelijke en verbale communicatie is
er nog wel, maar de vervreemding laat onuitwisbare sporen na. De haast
klinische toon waarmee die situatie wordt beschreven verhevigt nog de
onderliggende emotionaliteit ervan.
Daarbij komt dat het verleden onvermijdelijk wordt gekleurd
door wat is gebeurd. Zelfs de eerste ontmoetingen krijgen daardoor iets
tragisch, alsof de personages niet meer kunnen aanknopen bij hun herinneringen
om daar troost en houvast te vinden. Dat wordt ook letterlijk uitgesproken door
de manier waarop de vrouw terugkeert naar het water, de plaats van het noodlot
maar misschien ook haar eigen bestemming. Algemeen valt trouwens op hoe vaak
het water in deze bundel voorkomt in diverse gedaanten. Het symboliseert de
oneindigheid en de dood, maar tegelijk is het ook een spiegel voor de mens.
Opvallend is
wel hoe de bundel in feite een afgesloten verhaal weigert. Net zo min als er
een specifiek aanvangspunt is, is er sprake van een welomschreven einde. De
personages, maar in hun spoor ook de lezer, blijft steken in geïsoleerde
momenten. Het trauma wordt zo tastbaar op iedere bladzijde, want de stilstand
laat zich voelen in de beschrijvingen. Zelfs de dialogen blijven onaf, alsof
het inwendige monologen zijn die geen antwoord kunnen verdragen. Opmerkelijk in
dat verband is ook hoe de relatie tussen de personages en de ruimte
afstandelijk blijft; de vele manieren waarop grenzen worden verbeeld
onderstrepen dat effect nog. Op grond van het trauma krijgt het water uiteraard
veel aandacht toebedeeld en groeit het uit tot een mythisch symbool voor het
andere: de oever, de ondoordringbare diepte, de onmerkbare stroming, de
overkant die vermoed wordt… Vooral de vrouw wordt daardoor hypnotisch
aangetrokken, terwijl de man zijn aandacht laat afleiden door vogels of
begroeiing. Wat zich in dat decor heeft afgespeeld, is tegelijk onafwendbaar en
in wezen willekeurig, en als gevolg daarvan verliezen ook andere ervaringen hun
causale samenhang: eerdere ontmoetingen worden weliswaar beschreven, maar zelfs
die herinneringen blijven vaag en deels ongearticuleerd.
Het meest indrukwekkend is
evenwel de manier waarop Andriessen aan die ingewikkelde ervaringen (emoties
maar ook vormen van cognitie en lichamelijke prikkels) vorm heeft weten te
geven. Winterlaken biedt als het ware
een staalkaart van stijlen en tonen, want een sluitend betoog is fundamenteel
onmogelijk. De dichter wisselt poëtische fragmenten af met proza, lyrische
teksten met dramatische evocaties. Dat onderstreept niet enkel zijn veelzijdige
talent, maar ook de onmogelijkheid om de werkelijkheid definitief te vatten (en
te overwinnen). Daarenboven worden de gedichten ook ingebed in een breed
cultureel kader, met verwijzingen naar de antieke mythologie maar evenzeer naar
populaire songs. Dit is dan ook een beklemmend boek waaruit de lezer maar
moeizaam losraakt, net als de personages. Dat Winterlaken de volgende maanden niet wordt opgepikt voor een of
andere prijs, lijkt mij dan ook hoogst onwaarschijnlijk.
Micha Andriessen: Winterlaken,
De Bezige Bij, Amsterdam 2019, 75 p. ISBN 9789403143903. Distributie Standaard
Uitgeverij
deze pagina printen of opslaan