Maartje
Wortel schrijft graag over stuurloze personages, op zoek naar enige houvast,
over personages die de richting kwijt zijn en verweven raken in een net van
filosofische beschouwingen over tijd en ruimte. Dennie is een star, de nieuwste roman van de Nederlandse
schrijfster, is daarin geen uitzondering.
Voor het begin van het eerste
hoofdstuk schrijft Wortel:
‘Op de Rietveld
Academie kreeg ik les van Wim Brands. Tijdens een van de eerste lessen gaf hij
ons een paar regels mee. Hij zei: Probeer niet te lachen, dat komt zo dom over.
Hij zei ook: Je moet eerst weten hoe je moet sturen voor je uit de bocht
vliegt. En hij zei: Schrijf nooit over je kat. Of over welke kat dan ook.’
Vervolgens
schrijft ze alsnog een roman over een kat. Dennie, heet ‘ie. Dennie is de kat
van Ted, het hoofdpersonage uit de roman. Ted is rusteloos, weet geen blijf met
zichzelf. Ze voelt zich ontspoord en hunkert voortdurend naar een gevoel van
veiligheid en warmte. Op zoek naar iets waar ze zich aan kan vastklampen, richt
Ted zich op de liefde. Of misschien beter gezegd: op vriendinnen, die haar aandacht
en seks kunnen geven. Als ze seks heeft, ervaart Ted hoe het voelt om niet aan
alles tegelijk te moeten denken. Het is het enige moment waarop haar leven een
bepaalde richting krijgt. En dus heeft ze veel seks.
Als een vriendin haar aanraadt
om een kat in huis te nemen, komt Dennie op haar pad. Dennie fungeert voor Ted
als een spiegel, maar wordt ook op zijn beurt een soort ‘geloof’ voor haar,
iets dat zin geeft aan haar leven. Als ze Dennie achter een laserstraal laat
vangen, concludeert ze: ‘Als ik Dennie achter die stip aan zie gaan, weet ik
dat ik ook zo ben, dat ik altijd achter iets aan zal blijven rennen wat ik
nooit kan vangen.’ Op een ander moment merkt ze op: ‘ik was op zoek naar een
geloof, iets om me bij thuis te voelen.’
Het is moeilijk om de verhaallijn(en) van deze roman weer
te geven, simpelweg omdat die er amper zijn. De roman gaat, net als de personages,
alle kanten op. Dat gebrek aan structuur is weliswaar een vertaling van wat er
zich in Teds hoofd afspeelt, het zorgt er ook voor dat de lezer zich op een
bepaald moment ontheemd begint te voelen in de roman.
Maartje Wortel weet hoe ze rake, grappige en tegelijkertijd
filosofische zinnen schrijft. Haar vlotte stijl houdt de roman, die niet enkel
doelloos, maar soms ook ronduit vermoeiend is, enigszins overeind. Het boek zit
vol taalspelletjes en literaire allusies (als Ted brieven schrijft aan S. is de
vergelijking met Ted Hughes en Sylvia Plath wel heel dichtbij), maar die worden
zelden functioneel ingezet en ondersteunen het verhaal niet. Als doelloosheid
het doel was van deze roman, dan is Maartje Wortel daar aardig in geslaagd.
Dennie is een star
is een roman voor wie van een experiment houdt, graag humoristische teksten
leest en niet terugdeinst voor een teveel aan vleselijkheid. Het is een tekst
die inpikt op thema’s die in Wortels oeuvre steevast aan bod komen en die
thema’s uitvergroot. Misschien heeft Wim Brands gelijk en had ze nooit over een
kat mogen schrijven, maar soms moet je even uit de bocht vliegen om daarna weer
veilig te landen.
Maartje Wortel: Dennie is een
star, Das Mag, Amsterdam 2019, 171 p. ISBN 9789492478764
deze pagina printen of opslaan