Wie tot nu toe nog nooit
iets gelezen heeft van de Guatemalteekse schrijver Eduardo Halfon, zal ongetwijfeld
verrast worden door dit boek. Op de achterflap trok deze quote van een
recensent van de Daily Telegraph onze
aandacht: ‘De Poolse bokser staat
ergens tussen Roberto Bolaño en W.G. Sebald. Het is raadselachtig, ongewoon en
inspirerend.’ Onze nieuwsgierigheid was meteen geprikkeld en, inderdaad, al vanaf
de eerste zinnen neemt Halfon je mee in zijn merkwaardige wereld.
De Nederlandse vertaling die als titel De Poolse bokser kreeg, is
in feite een compilatie van drie verschillende bronteksten: El boxeador polaco (2008), La pirueta (2010) en Monasterio (2014). Dat is een
verantwoorde keuze, want de drie Spaanstalige boeken bestaan uit kortverhalen
die op elkaar verder bouwen. In de twaalf verhalen van De Poolse bokser zitten verschillende verhaallijnen die de teksten
met elkaar verbinden. Op die manier wordt dit boek een mooie verhalenbundel die
we evengoed kunnen definiëren als een gefragmenteerde roman.
De ik-verteller – die in het eerste verhaal de naam Eduardo
Halfon krijgt – lijkt in alle verhalen dezelfde persoon, zelfs als zijn naam daarna
niet meer wordt herhaald. Een van de verhaallijnen is die van de grootvader die
Auschwitz heeft overleefd. Een
andere verhaallijn is opgebouwd rond Milan Rakić, een Servische klassieke pianist van
zigeunerafkomst. De verteller is gefascineerd door deze muzikant die hij voor
het eerst in Antigua Guatemala hoort spelen. Als op een bepaald ogenblik de
verteller geen ansichtkaarten meer ontvangt van de muzikant, gaat hij hopeloos naar
hem op zoek. Die zoektocht brengt Eduardo tot bij de zigeunergemeenschappen in
de verste hoeken van Belgrado.
De titel De Poolse bokser kan op het eerste
gezicht wat vreemd overkomen en is ook misleidend. Het boek gaat helemaal niet
over boksen. De bokser was een man die het leven van de grootvader in het
concentratiekamp heeft gered door hem precies in te fluisteren wat hij wel en
niet mocht zeggen tijdens het verhoor. Fictie en realiteit zijn daarin moeilijk
te onderscheiden. Als je door interviews en artikelen wat op de hoogte bent van
Halfons biografie, dan vallen er duidelijk autobiografische elementen te
herkennen. De grootvader vertelde aan de kleine Eduardo dat de vijf groene
cijfers onderaan zijn linkerarm de nummers van zijn telefoon waren zodat hij die
niet zou vergeten. Aangezien in Guatemala in die tijd de telefoonnummers uit
vijf cijfers bestonden, geloofde de kleine jongen het verhaal, maar algauw had
hij de kleine leugen door. Sinds de grootvader in 1945 in Guatemala aankwam,
had hij nooit aan iemand verteld over zijn ervaringen in Auschwitz.
Als kind opgroeien in
een joodse familie in Guatemala is allesbehalve vanzelfsprekend. Het gaat om
een zeer kleine minderheid in vergelijking met de grotere joodse gemeenschappen
in bijvoorbeeld Mexico of Argentinië. Guatemala is een overwegend katholiek
land waar bovendien de indiaanse bevolking sterk vertegenwoordigd is. Voor de
ik-verteller is die joodse identiteit problematisch. Enerzijds wil hij er zich
van afzetten omdat hij zich niet kan herkennen in sommige tradities, en dan
vooral niet die van de orthodoxe joden. Anderzijds is het een identiteit die
hij met zich meedraagt, wat vooral blijkt uit het respect en de bewondering
voor de grootvader. Die twijfel en onzekerheid in de verteller komt heel sterk
tot uiting als hij in Tel Aviv een taxi neemt. De taxichauffeur vraagt hem op
een wat agressieve toon:
‘Joods?’ ‘Ik glimlachte
en zei: Soms. Hoe bedoelt u, soms? [...] Ik vond het te veel moeite hem die
slechte grap uit te leggen. [...] Arabisch, vroeg hij en ik zei nee. Arabieren
zijn slecht, zei hij in zijn povere Engels. [...] Ik wilde tegen hem zeggen dat
mijn grootvader een joodse Arabier uit Beiroet was, en mijn grootmoeder een
joods-Arabische vrouw uit Alexandrië, en mijn andere grootmoeder een
joods-Arabische vrouw uit Aleppo, dus dat ik ook een beetje Arabisch was –
eigenlijk driekwart Arabisch, één kwart Pools – maar ik staarde alleen naar
zijn nek.’
Die aarzeling bij de vraag naar
de joodse identiteit zien we ook bij andere schrijvers. Zo begint de Mexicaanse schrijfster Margo
Glantz haar autobiografie, Las
genealogías: ‘Parezco judía y no lo parezco y por eso escribo –estas– mis
genealogías’ (‘Ik lijk joodse en ik lijk het niet en daarom schrijf ik deze,
mijn familiegeschiedenis’, mijn
vertaling). Het lijkt wel een constante om die complexe identiteit te begrijpen
en op zoek te gaan naar de eigen roots. Maar in een interview met Luis Figueroa
in 2009 verzekert Halfon dat alles wat hij schrijft geen autobiografie is. Het
zijn geen memoires, maar fictie. Hij wou niet de zoveelste schrijver zijn over
een overlever uit de Holocaust, over het zoveelste kleinkind. Tot hij de manier
ontdekte om dat in verhalen om te zetten en er een universeel karakter aan te
geven.
Die
magie van het verhaal vinden we al meteen terug in de eerste tekst met de titel
‘Ver weg’, over de ervaring van de ik-verteller die aan de universiteit literatuur
doceert. Het verhaal is zeer herkenbaar voor leerkrachten literatuur, maar tegelijk
is het heel verrassend. Halfon heeft zo zijn eigen kijk op de klas, is scherpzinnig
en kritisch, maar ook zeer begripvol naar de jonge studenten, en zelfs grappig.
Het verhaal krijgt een bijzondere wending en lijkt zelfs een beetje op een
detectiveroman als de ik-verteller op zoek gaat naar een beloftevolle student
van indiaanse afkomst, die al een tijdje niet meer naar de les komt. Als hij
uiteindelijk in een afgelegen indianendorp de jongen terugvindt, blijkt die thuisgebleven
te zijn om op het land te werken na het overlijden van zijn vader. Een
confronterende passage, want daarmee geeft het verhaal ook een scherp actueel beeld
van de sociale verschillen die tot op vandaag in Guatemala bestaan.
Halfons stijl is pakkend en ontwapenend. Hij weet de lezer
op onverwachte momenten te raken met diepgaande overpeinzingen en prachtige
beelden. Dit is een boek dat je niet meer loslaat.
Eduardo Halfon: De Poolse bokser, Wereldbibliotheek,
Amsterdam 2019, 253 p. ISBN 978902842727723. Vertaling van El boxeador polaco / La pirueta /
Monasterio door Lisa Thunnissen Distributie Elkedag Boeken
deze pagina printen of opslaan