Op 4 februari 1985 begint nabij Yad Vashem,
het monument ter herdenking van de Holocaust in Jeruzalem, het 'schijnproces'
tegen Jozef Mengele, de 'engel des doods' van Auschwitz. Enkele dagen voordien,
op 27 januari, waren de nog overlevende slachtoffers van zijn misselijkmakende
praktijken er samengekomen ter gelegenheid van de veertigste verjaardag van de
bevrijding van het kamp.
Hun getuigenissen op het proces in Israël schokten de hele
wereld en wat jarenlang amper sudderde, kwam plots tot een kookpunt. De
publieke verontwaardiging, aangewakkerd door de media, zette een ware klopjacht
op gang, een zoektocht waaraan Mengele tot dan toe, en dankzij de steun van
vele andere nazi's en van zijn familie, had weten te ontkomen. De wereld leek
eindelijk rijp om de volledige consequenties van de joodse tragedie te
aanvaarden en men viel over elkaar heen om forse sommen op het hoofd van een
van de meest spraakmakende oorlogsmisdadigers te zetten.
Drie miljoen vierhonderd duizend
dollar in totaal, onder meer vanwege Israël, dat na de ontvoering van Eichmann
te veel problemen in eigen land kreeg om de Mossad nog langer carte blanche te
geven bij het opsporen en liquideren van hun voormalige beulen, de Duitse
Bondsrepubliek waar de nieuwe generatie niet langer kon leven met het schuldige
stilzwijgen waarin ze ongewild waren terecht gekomen, de Washington Post ten slotte
en het Simon Wiesenthal Center, dat in zijn opzoekingen al te makkelijk geloof
was gaan hechten aan de op een overmaat aan fantasie berustende mythes die rond
de vlucht van Mengele waren ontstaan. De jacht werd open verklaard maar kwam
rijkelijk te laat. Jozef Mengele was zes jaar voordien, op 7 februari 1979, verdronken
in de oceaan nabij São Paulo.
In zijn zeer gedetailleerde reconstructie verhaalt Olivier
Guez het leven van Mengele vanaf het ogenblik dat hij met de North King vanuit
Genua koers zet naar Argentinië dat onder het bewind van Juan Perón geen graten
zag in het herbergen van nazi's en andere oorlogsmisdadigers. Helmut Gregor,
zoals hij dan heet, stapt op 22 juni 1949 van boord in Buenos Aires. Hij is 39
jaar oud, denkt veilig te zijn en met open armen te zullen worden ontvangen.
Als een
schijnbaar onbelangrijk SS-kapitein zal Helmut Gregor eerst moeite hebben om in
Argentijnse nazikringen aanvaard te worden op het niveau dat hij zich
toerekent. En het zal nog een tijdje duren vooraleer hij zich als Jozef
Mengele, ‘de bewaker van het zuivere ras en de alchimist van de nieuwe mens’
durft bekend te maken. Dat gebeurt pas nadat hij vriendschap zal sluiten met
mensen als Eberhard Fritsch, uitgever van het Argentijns nazitijdschrift Der
Weg, Carlos Fuldner, SS-Hauptsturmführer en nazibankier, Willem Sassen, een
Nederlands oostfronter, en de oorlogspiloot Uli Rudel, die hem overal
introduceren en niet weinig trots zijn als ze vernemen met wie ze in feite te
doen hebben.
Daarbij
komt dat de politiek van Juan Perón, die de deuren steeds wijder openzet voor
nazi's en fascisten van overal ter wereld, het mogelijk maakt voor Mengele om
een paspoort aan te vragen onder zijn werkelijke naam. Dat geeft hem de
mogelijkheid om volop in zaken te gaan. En, als geroutineerd arts bekend bij de
betere kringen, blijkt hij altijd bereid jonge meisjes en vrouwen die ongewenst
zwanger worden te helpen. Hij kan het zich nu zelfs veroorloven naar Duitsland
en Zwitserland te gaan om de scheiding met zijn eerste vrouw te regelen.
Intussen is ook Adolf Eichmann, onder de schuilnaam Ricardo Klement, in
Argentinië aangekomen zodat Mengele enigszins wordt onttroond als de
belangrijkste nazi in Buenos Aires.
Maar dan verliest Perón de
verkiezingen en moet aftreden. Het nieuwe bestuur bekijkt de nazi's met veel
minder sympathie. Ook in Duitsland begint van alles te bewegen. Bauer, de
procureur-generaal van Hessen, tekent een arrestatiebevel voor Eichmann. En in
Israël krijgt de Mossad vrij spel. Een commando zal er op 11 mei 1960 uiteindelijk
in slagen Eichmann te ontvoeren.
Ook voor Mengele wordt de toestand plots precair. Er loopt
een onderzoek tegen hem over de dood van een 15-jarig meisje na een illegale
abortus. In het Duitse Ulm dient Ernst Schnabel klacht in en ook Hermann
Langbein van het Internationaal Auschwitz Comité zit achter hem aan. Hij vlucht
naar het Paraguay van Stroessner en krijgt er zonder al te veel problemen het
staatsburgerschap, maar moet ook daar vertrekken nu de geschiedenis van Mengele
alom bekend raakt en zelfs de Zuid-Amerikaanse nazi's afstand van hem beginnen
te nemen. Hij vlucht overhaast naar Brazilië met een nieuw paspoort.
Van dan af aan wordt
zijn leven een hel. Als een ‘moderne Kaïn’ dwaalt hij door het land, geholpen
door de weinige vrienden die hem nog resten en de steun van de familie die veel
geld betaalt om hem onder te brengen bij een Hongaarse familie. Geza en Gitta
Stammer komen er langzaam achter wie zij verbergen en maken dankbaar van de
gelegenheid gebruik om bij latere verhuizingen steeds meer te profiteren van
hun positie. De familie betaalt toch.
Mengele wordt intussen steeds
wantrouwiger en angstiger. Hij bouwt een uitkijktoren waar hij urenlang met een
verrekijker de velden afspeurt. Hij houdt er een roedel waakhonden op na. Hij
heeft zijn humeur steeds minder onder controle. Krankzinnigheid hangt in de
lucht, zeggen zijn laatste twee getrouwen Pedro Gerhard en Wolfram Bossert, de
enigen die het contact met de buitenwereld en de familie nog kunnen en mogen
onderhouden.
De
egocentrische manipulator en psychopaat die Mengele meer en meer wordt, wordt
totaal paranoïde. De laatste jaren van zijn leven belandt hij in een onderkomen
bungalow in een armoedige voorstad van São Paulo waar hij leeft als een
kluizenaar. De zoon die hij had uit zijn eerste huwelijk, Rolf, komt hem daar
nog opzoeken. Maar de confrontatie is uiterst pijnlijk. Rolf ontmoet een
uiterst rancuneuze man die alles glashard blijft ontkennen en nog helemaal
achter de nazi-praktijken en zijn eigen laboratoriumexperimenten in Auschwitz
blijft staan. Alles wat hij heeft gedaan was op bevel en nodig, vindt hij. Kijk
maar in welke staat de wereld nu is ? Zijn we nu beter af ?
Het zal uiteindelijk Rolf zijn
die, na de dood van zijn vader, alle documenten (papieren, briefwisseling,
dagboeknotities...) zal vrijgeven. Ze vormen de basis van deze biografische
roman ; een verbluffend minutieuze reconstructie van de vlucht van Mengele en
een meer dan geloofwaardig portret van de man die meer dan wie dan ook het
symbool werd van de meest onmenselijke kant van de nazi-ideologie en van de
gruwel van de vernietigingskampen.
Het documentaire aspect haalt het bij Olivier Guez
ongetwijfeld op het fictionele en het literaire - van wat toch als een roman
wordt aangekondigd - raakt door een teveel aan feiten en weetjes enigszins
ondergesneeuwd. Maar dat kan hier, gelet op het onderwerp, moeilijk als een
zwakte worden beschouwd. Het boek werd bekroond met de Prix Renaudot
2017.
Olivier
Guez: De verdwijning van Josef Mengele, Meulenhoff, Amsterdam 2018, 223 p. ISBN
9789029092401. Vertaling van La disparition de Josef Mengele door Saskia
Taggenbrock, Geertrui Marks, Martine Woudt. Distributie Lannoo
deze pagina printen of opslaan