Nederlands proza

BOEKEN NR. 1, JANUARI 2018

Kader Abdolah: Het gordijn

door Lisanne Vroomen

In Het gordijn ontmoeten twee personen elkaar na lange tijd opnieuw: een zoon en zijn moeder. Beide leven in een andere wereld: de zoon heeft een leven opgebouwd in Nederland, de moeder heeft haar hele leven in Iran gewoond. Maar dat is niet het enige dat hen scheidt: de moeder kampt met dementie en verdwijnt nu en dan in haar eigen fantasiewereld. Het verhaal vertelt op een meeslepende wijze hoe de zoon probeert om contact te maken met zijn moeder. Het gordijn is Kader Abdolahs ode aan zijn moeder, zoals Spijkerschrift dat voor zijn vader was.
 
Als jongetje luisterde Kader Abdolah graag naar de verhalen van zijn moeder. Deze verhalen vertelde ze terwijl ze gezeten was achter het gordijn dat de woonkamer van de berging scheidde. Alleen achter dat gordijn kan zij zich terugtrekken in een fantasiewereld. Door haar dementie verdwijnt ze figuurlijk steeds vaker achter dit gordijn dat werkelijkheid en verbeelding scheidt. Abdolah probeert met haar mee te gaan in de wereld van de verbeelding om zijn moeder zolang mogelijk vast te houden.
 
Omdat zijn moeder geen lange reis aan kan en Kader Abdolah Iran niet in mag, besluiten Abdolah en zijn vrouw naar Dubai te gaan om daar zijn moeder en zijn zus te ontmoeten. Na een tijdje dringt het tot hem door dat zijn moeder in de veronderstelling is dat hij met haar een reis naar Mekka aan het maken is. Omdat hij zijn moeder deze ervaring niet wil ontnemen, gaat hij deze reis ensceneren. Zo neemt hij zijn moeder mee naar een kavaraanserai die opgezet is voor toeristen om haar het idee te geven dat ze door de woestijn trekken. De tocht wordt letterlijk en figuurlijk afgesloten in de Sheik Zayed Grand Moskee in Abu Dhabi, die model staat voor de Grote Moskee in Mekka. Het is hier dat Abdolahs moeder zich volledig achter het gordijn terugtrekt. Dit is treffende parallel met de grootmoeders uit Het huis van de moskee, die hun levenseinde vinden aan het einde van hun pelgrimstocht naar Mekka.
 
Het is niet alleen zijn moeder met wie Kader Abdolah contact wil maken. Hij is vervreemd van zijn zus. Hij is gevlucht uit Iran, terwijl zij in de gevangenis is beland. Dit gegeven blijft tussen hen in staan, maar wordt niet besproken. Enkel in de wereld van de fantasie, de wereld achter het gordijn, kan Kader zijn zus troost bieden:  
 
‘Ik wilde zeggen dat ik haar tijdens haar gevangenschap niet kon bezoeken, dat ik niet in staat was haar te helpen, maar dat ik in een van mijn boeken heb geprobeerd het goed te maken. Ik wilde haar laten weten dat ik haar in mijn boek uit de gevangenis heb bevrijd. Dat ik haar naar de bergen heb laten vluchten. Ik heb haar in de sneeuw naar een grot gestuurd en haar voetsporen in de sneeuw gewist zodat de gevangenisbewakers haar niet terug zouden kunnen vinden [...].’
 
Maar hij zegt dit niet. Het contact tussen broer en zus wordt niet hersteld.
 
Het verhaal over werkelijkheid en verbeelding krijgt nog een extra lading omdat het zich afspeelt in Dubai, een stad die volgens Kader Abdolah een ‘kunstmatige samenleving is met een nepcultuur.’ Deze echte stad die nep lijkt, is een goede en betekenisvolle setting voor het verhaal.
 
Al met al is Het gordijn een mooi en symbolisch boek over de mogelijkheid en onmogelijkheid om contact te maken met een ander en over de grenzen tussen werkelijkheid en verbeelding. Het geeft een ontroerend beeld van de dementerende moeder en haar kinderen die door traumatische gebeurtenissen uit het verleden uit elkaar zijn gedreven.
 
Kader Abdolah: Het gordijn, Prometheus, Amsterdam 2017, 180 p. ISBN 9789044634747

Meer besprekingen over Kader Abdolah


deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri