Vertaald proza

BOEKEN NR. 7, JULI 2017

Ludwig Hohl: Op weg door de nacht

door Laurent De Maertelaer

Drie jaar geleden introduceerde uitgeverij Leesmagazijn het werk van de Zwitserse cultauteur Ludwig Hohl (1904-1980) in ons taalgebied met de publicatie van de magnifieke novelle Bergtocht. Daar komt nu een uitgelezen bundeling korte prozastukken bij, Op weg door de nacht. Ook deze verzameling werd vertaald door Studio Posthuma, een collectief dat bestaat uit projectgroepjes studenten van de Vertalersvakschool Amsterdam onder begeleiding van Ard Posthuma. Het zijn stuk voor stuk unieke verhalen, in de breedste betekenis van het woord, want de kans dat u dergelijke literatuur al eerder hebt gelezen is zo goed als onbestaande. Dit is schrijverschap dat op onvergelijkelijke wijze peilt naar de puurste essentie van het menselijk wezen.

Hohl was zijn hele leven lang een buitenbeentje. Hij leerde nooit een vak of beroep en overleefde in verschrikkelijk armoedige omstandigheden. Hij voerde een levenslange strijd tegen zijn alcoholverslaving, trouwde vijf keer (onder meer met de schilderes Hanny Fries, die zijn werk meermaals illustreerde) en had één dochter. Hij werd geboren in het kleine Zwitserse dorp Netstal als zoon van een dominee en werd al vroeg van school gestuurd wegens zijn recalcitrant gedrag. In 1924 trok Hohl naar Parijs waar hij tot 1930 een bohemienbestaan leidde en begon te schrijven.

Zijn dagboeken uit deze bewogen periode verschenen bij Suhrkamp in 2004 onder de titel Aus der Tiefsee (ooit aangekondigd bij Leesmagazijn als Uit de diepte, maar zonder gevolg). In 1926 begon Hohl aan Bergtocht, de novelle die zijn naam zou maken. Het boek zou pas vijftig jaar later voor het eerst worden gepubliceerd, in 1975. Het is de verbluffende beschrijving van de fysieke en geestelijke krachttoer van twee jongemannen. Hohl, zelf een ervaren en gepassionneerd bergbeklimmer, stelde er het alpinisme in voor als ‘een poging om aan de gevangenis te ontsnappen’.

Geplaagd door schulden trok Hohl naar Wenen, vervolgens naar Den Haag, waar hij tussen 1934 en 1936 zijn levenswerk schreef, Die Notizen oder von der unvoreiligen Versöhnung. Deze ‘Notities’ omvatten droomfragmenten, filosofische beschouwingen, verhalen en dagboekaantekeningen. Het is een bevreemdende maar geniale mengeling van de essais van Michel de Montaigne, de dagboeken van Franz Kafka en de aforismen van Georg Christoph Lichtenberg. In 1937 keerde hij terug naar Zwitserland, eerst naar Biel, vervolgens naar Genève. Daar woonde hij vanaf 1954 meer dan twintig jaar in een legendarisch geworden kelder.

Pas in de jaren zeventig kreeg Hohl erkenning. Literaire grootheden als Peter Handke, Max Frisch, Friedrich Dürrenmatt en Elias Canetti droegen zijn werk op handen. Hohl had regelmatig aanvaringen met zijn uitgevers. Hij weigerde om de geringste toegeving te doen. Zo kwam hij bijvoorbeeld in botsing met zijn Zwitserse uitgever die het eerste deel van zijn ‘Notities’ in 1944 publiceerde, maar pas na een geruchtmakende, tien jaar lang durende juridische strijd het beloofde tweede deel uitbracht.

De huidige editie bij Suhrkamp bestaat uit één volume, zoals Hohl het oorspronkelijk had opgevat. Met meer dan achthonderd bladzijden is het een serieuze vertaaluitdaging. Overigens, mocht Studio Posthuma nog meer werk van Hohl willen vertalen, dan is er keuze genoeg. Enkele belangrijke teksten zijn nog onvertaald, zoals Und eine neue Erde (vroege verhalen), Nuancen und Details. I – III (filosofische beschouwingen) of  Mut und Wahl (opstellen over literatuur).

Alle stukken uit Op weg door de nacht dateren van de jaren dertig. Een deel verscheen voor het eerst in Zürich onder de titel Nächtlicher Weg in 1943. Van de dertien teksten in deze uitgave schrapte Hohl er vier toen het boek in 1971 onder dezelfde titel door Suhrkamp opnieuw werd uitgebracht. De voorliggende selectie bevat in een eerste deel de negen overgebleven stukken van de Suhrkampuitgave. Samensteller en hoofdvertaler Posthuma voegde twee ‘nachtelijke wandelingen’ toe: ‘Het paardje’ en ‘Late wandeling’.

‘Het paardje’, het aangrijpende verhaal van een gestruikeld vrachtpaard dat niet meer recht wil komen, was in de oorspronkelijke editie het openingsverhaal. ‘Late wandeling’ beschrijft een bezoek aan het graf van Katherine Mansfield (1888-1923), een schrijfster die Hohl bewonderde om haar stijl maar ook omdat hij haar zag als een lotgenote. Op weg door de nacht  bevat de negen verhalen uit de Suhrkamp-editie, maar in een andere volgorde. Posthuma geeft geen verklaring voor deze gewijzigde rangschikking, die niet chronologisch is. Een grote meerwaarde is de toevoeging van een zevental fragmenten uit de ‘Notities’ waarin de metafoor van het bergbeklimmen centraal staat.

Een eenduidige beschrijving geven van de verhalen in deze bundel is onmogelijk. Het zijn korte parabels, allegorieën en beschouwingen, die in eerste instantie een gebrek aan traditionele plot gemeen hebben. Dit is de wereld volgens Hohl, waar niets is wat het lijkt. Hij vertelt flarden van verhalen, beschrijft landschappen, vat in korte scènes details over een personage of verliest zich in metafysische bespiegelingen. Zijn verhalen zijn telkens zo geladen met betekenis dat ze quasi parabolisch worden. Zijn wereld is zowel hyperrealistisch als surrealistisch, zowel dromerig als concreet.

Schijnbaar zinloze details zijn vaak de premisse voor een verhaal. Zo zoekt een man een gulden op straat en in de duinen (‘De zoekende’), probeert een vrouw met een drankprobleem haar kamer aan een toerist te verhuren (‘De alcoholiste’) of terroriseert een van een boom waaiend blad een angstige wandelaar (‘Het blad’).  Andere verhalen starten vrij normaal maar dijen uit tot absurde vertellingen. In opener ‘De egel’ bijvoorbeeld neemt een jong echtpaar een egel in huis die uitgroeit tot een ‘olifantachtig’ monster. In ‘Landschappen’ duikt plots een blok rood graniet op en in ‘Schets van een schets van de wereld’ bouwt iemand liever stellingen dan een huis.

Een absurdistisch hoogtepunt is het laatste (en langste) verhaal, ‘Nachtelijke weg’. Een man verlaat het café en wandelt ’s nachts naar zijn pension buiten het dorp. Onderweg komt hij een andere man tegen. Ze zeggen enkel maar ‘guten Abend’ tegen elkaar, wat voor de verteller voldoende is om een paniekaanval te krijgen. Het verhaal verglijdt in een schitterende meditatie over de noodzaak van medelijden en het precaire van menselijk contact.

Hohls proza raakt ieders koude kleren, genadeloos en beenhard. Zijn taal is een radicaal arcanum van bedwelmende en dwingende zinnen die zichzelf voortdurend aanjagen, intens pulserend en prangend van existentiële urgentie.

Ludwig Hohl: Op weg door de nacht, Leesmagazijn Amsterdam, 2017,  146 p. ISBN 9789491717406. Vertaling van Nächtlicher Weg door Studio Posthuma. Distributie: Elkdedag Boeken

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 3, MAART 2024

Binnen in de aarde is een berg

Hester Knibbe

De zomers

Ronya Othmann

Het mensenschip

Autran Dourado

Onze James. De vrouwen van Ensor

Jan Bultheel, Eric Min (nawoord)

Woestijnpassages

Emmelien Kramer

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 3, MAART 2024

Een toren van tijgers

Lizette de Koning, Gareth Lucas (ill.)

Eenbeen

Thijs Goverde

Roofvogels. De mooiste en machtigste dieren in de lucht

Walter De Raedt, Joris De Raedt (ill.)

Salto

Arndís Thórarinsdóttir, Linde Faas (ill.)

Springlevend

Saskia de Bodt

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri